HV1 Herhaling §1 en §2 Meer dan Lezen

Welkom!
Je mag je telefoon bij je houden.

Log vast in in de Lesson Up en leg je telefoon daarna omgekeerd op tafel.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Je mag je telefoon bij je houden.

Log vast in in de Lesson Up en leg je telefoon daarna omgekeerd op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Meer dan lezen §1 en §2
Lees- en luisterstrategieën - wat zijn dat?
Oriënterend 
Globaal
Precies
Zoekend

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Woordraadstrategieën
synoniem
omschrijving
definitie
voorbeeld
tegenstelling
bekend woorddeel
illustratie

Slide 4 - Tekstslide

- synoniem - ander woord met dezelfde betekenis
- omschrijving - uitleg
- definitie - vaste, nauwkeurige omschrijving
- voorbeeld - zoals, zo, bijvoorbeeld, denk aan....
- tegenstelling - maar, toch
- bekend woorddeel - samenstellingen, afleidingen
- illustratie - plaatjes, foto's, lijstjes, schema's

Slide 5 - Tekstslide

Onderwerp

Waar de tekst over gaat.
1 woord of paar woorden

Oriënterend lezen
Waarover gaat deze tekst?
Hoofdgedachte
Het belangrijkste uit de tekst, samengevat in 1 zin.

Precies lezen.
Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
Het is nooit een vraag!

Slide 6 - Tekstslide

Hoe vind je snel het onderwerp van een tekst?
A
De hele tekst lezen
B
Oriënterend lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen

Slide 7 - Quizvraag

Bij oriënterend lezen . . . .
A
lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.
B
bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea.
C
lees je de 1e en laatste zin van elke alinea.
D
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.

Slide 8 - Quizvraag

Bij precies lezen . . .
A
lees je de 1e en laatste zin van elke alinea.
B
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.
C
bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea.
D
lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.

Slide 9 - Quizvraag

Bij zoekend lezen . . .
A
lees je de 1e en laatste zin van elke alinea.
B
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.
C
bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea.
D
lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.

Slide 10 - Quizvraag

Bij globaal lezen . . . .
A
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.
B
lees je de 1e en laatste zin van elke alinea.
C
lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.
D
bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea.

Slide 11 - Quizvraag

Globaal lezen
Oriënterend lezen
Zoekend lezen
Ik wil weten wat het onderwerp van de tekst is.
Ik ben op zoek naar eventuele deelonderwerpen
Ik wil (snel) iets opzoeken in een tekst.

Slide 12 - Sleepvraag

Oriënterend lezen
Globaal lezen
Titel
Plaatjes
Anders gedrukte woorden
Tussenkopjes
De eerste alinea
Eerste en laatste zinnen van alinea's

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is de juiste vorm van het onderwerp?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van de hoofdgedachte?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord

Slide 15 - Quizvraag

Waar zoek je in een tekst de hoofdgedachte?
A
Titel
B
Inleiding en/of slot
C
Middenstuk
D
Tussenkopjes

Slide 16 - Quizvraag

Ik ken de theorie voor de toets al goed.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Huiswerk
Leren voor de toets, morgen maken we een oefentoets.

Slide 18 - Tekstslide