In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
NEDERLANDS
Lezen paragraaf 1.3
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
een titel en een tussenkopje herkennen;
hoe je het onderwerp van een tekst vindt;
een alinea herkennen
Slide 2 - Tekstslide
Maar eerst.....
Wat weten we nog over de paragraaf woorden 1.5
Pak je laptop erbij en ga via google naar:
lessonup code
Slide 3 - Tekstslide
Een kans bieden
Centraal staan
Het ver schoppen
Deskundig
Het heel zeker weten
in het midden staan, veel aandacht krijgen
iets wordt mogelijk
Veel bereiken, veel succes in hebben in het leven
Met kennis en ervaring
Ervan overtuigd zijn
Slide 4 - Sleepvraag
Vertel in eigen woorden wat een samenstelling is en geef hier een voorbeeld bij.
Slide 5 - Open vraag
LEZEN 1.3
Leerdoel in deze les:
Ik kan een een titel en een tussenkopje herkennen
Slide 6 - Tekstslide
titel en tussenkopjes
Kijk naar de tekst.
1. Waar staat de titel?
2. en tussenkopjes?
Slide 7 - Tekstslide
Titel en tussenkopje
De titel
Bijna elke tekst heeft een titel. Meestal noemt de titel het onderwerp of geeft een aanwijzing over het onderwerp.
Een titel in een (online) krant noem je ook wel een kop of krantenkop.
Meestal zijn de letters van de titel groter gedrukt
Slide 8 - Tekstslide
Titel en tussenkopje
Tussenkopjes
Soms staan er in de tekst ook tussenkopjes (of kopjes). Tussenkopjes vertellen je waarover het tekstgedeelte eronder gaat. Zo kun je gemakkelijk deelonderwerpen vinden in de tekst.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is je van de vorige les bijgebleven?
Titel
Tussenkopje
Noemt het onderwerp of het geeft een aanwijzing over het onderwerp
Vertellen je waarover het tekstgedeelte gaat.
Slide 10 - Sleepvraag
Zelfstandig werken
Ga aan de slag met:
Opdracht 1 t/m 5 op blz. 18 t/m 21
timer
15:00
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Het onderwerp van een tekst
Iedere tekst gaat ergens over.
Als je het onderwerp van een tekst wilt weten, stel je jezelf de vraag: Waar gaat deze tekst over?
Het onderwerp schrijf je zo kort en precies mogelijk op.
Je antwoord bestaat uit één of enkele woorden (geen hele zin met werkwoorden)
Slide 13 - Tekstslide
Zo vind je het onderwerp van een tekst:
- kijk naar de titel
- kijk naar de illustraties (plaatjes)
- kijk naar eventuele tussenkopjes
- let op andersgedruktewoorden
- lees de eerste alinea
Als je dit doet, dan gebruik je de strategie: verkennendlezen
Daarna schrijf je in 1 of een paar woorden op waar de tekst overgaat!
Slide 14 - Tekstslide
Huiswerk
Pak je agenda erbij:
Voor maandag 9 september lesuur 1
Opdracht 6 t/m 9 op blz. 21 t/m 24
Schrijf de leertekst "onderwerp van de tekst" over in je schrift. Blz. 21
Lees de leertekst "Alinea" op blz. 24
Slide 15 - Tekstslide
Dit gedeelte noemt het gehele onderwerp van de tekst.
Vertellen je waarover een stukje tekst over gaat.
Een stukje tekst waarover een deel van het onderwerp over gaat. Ookwel een alinea.
Slide 16 - Sleepvraag
Ontbreken
Beoordelen
Het idool
Volgens
Creatief zijn
Een oordeel geven, zeggen wat je ervan vindt
Wat er niet is, wat gemist wordt
bekend persoon die je erg bewondert
Naar de manier of naar de mening van
Iets nieuws kunnen maken of bedenken.
Slide 17 - Sleepvraag
Slide 18 - Tekstslide
Waar gaat de tekst "een vreemde gast" over?
A
de Dierenambulance Gouda
B
een nacht in de cel
C
een ontsnapt konijn
D
de politie in Schoonhoven
Slide 19 - Quizvraag
Huiswerkcontrole
Sla je werkboek open op blz. 21
Nakijken opdracht 6 t/m 9 klassikaal
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
00:28
Een alinea is tekstblok van twee of meer zinnen die over het zelfde onderwerp gaan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
01:18
boven iedere alinea staat altijd een tussenkopje
Een deelonderwerp is een stukje van het onderwerp
Iedere alinea begint op een nieuwe regel
In een alinea komen meerdere onderwerpen voor
WAAR
NIET WAAR
Slide 23 - Sleepvraag
Alinea
Tekst is verdeeld in alinea's
een alinea is een tekstblokje van twee of meer zinnen die iets over een stukje van het onderwerp vertellen
DEELONDERWERP
Zo kun je een alinea herkennen
een alinea begint altijd op een nieuwe regel
soms staat er een witregel tussen twee alinea's
soms begint de eerste regel van een nieuwe alinea met een stukje wit, dat noem je inspringen
De laatste zin van een alinea loopt meestal niet door tot het einde van de regel.