Jaar 1 KTH Unité 3: grammaire en voca oefenen

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Cours de Français 1ère année

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel


Ik kan werkwoorden op -er vervoegen
Ik kan met behulp daarvan vertellen over school en over schoolvakken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Je
Tu
Sophie
Nous
Vous
Les profs
parle
parle
parlent
parles
parlons
parlez

Slide 6 - Sleepvraag

Vul de goede vorm van het werkwoord chanter in

Le matin, je ......... toujours
A
chante
B
chantes
C
chantons
D
chantent

Slide 7 - Quizvraag

Vul de goede vorm van het werkwoord chercher in

Tu ......... tes baskets?
A
cherche
B
cherches
C
cherchons
D
cherchent

Slide 8 - Quizvraag

Vul de goede vorm van het werkwoord porter in

Je ne ......... pas de chaussures à la maison
A
porte
B
portes
C
portons
D
portent

Slide 9 - Quizvraag

Vul de goede vorm van het werkwoord aimer in

Madame Julien ....... monsieur Boulanger!
A
aime
B
aimez
C
aimons
D
aiment

Slide 10 - Quizvraag

Vul de goede vorm van het werkwoord chercher in

Vous ........ votre veste, monsieur?
A
cherche
B
cherchez
C
cherchons
D
cherchent

Slide 11 - Quizvraag

Vul de goede vorm van het werkwoord aimer in

Mes parents n' ........ pas les chiens
A
aime
B
aimez
C
aimons
D
aiment

Slide 12 - Quizvraag

Vul de goede vorm van het werkwoord chanter in

Nous ...... toujours 'En action!'
A
chante
B
chantes
C
chantons
D
chanent

Slide 13 - Quizvraag

Vul de goede vorm van het werkwoord jouer in

Ils ne ......... pas au foot.
A
joue
B
jouez
C
jouons
D
jouent

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent:

l'histoire
A
Engels
B
Wiskunde
C
Geschiedenis
D
Aardrijkskunde

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent:

lundi
A
maandag
B
dinsdag
C
woensdag
D
donderdag

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent:

les devoirs
A
leren
B
zondag
C
de lessen
D
het huiswerk

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent:

le cours
A
de avond
B
de ochtend
C
de les
D
de computer

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent:

à midi
A
het uur
B
om 12 uur 's middags
C
het einde
D
ik ga naar huis

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent:

difficile
A
makkelijk
B
na
C
vandaag
D
moeilijk

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent:

l'heure
A
het uur
B
de ochtend
C
de middag
D
de avond

Slide 21 - Quizvraag

Schrijf de goede vorm van het werkwoord op

Regarder Je ............ le vidéo

Slide 22 - Open vraag

Schrijf de goede vorm van het werkwoord op

Rester Tu ............ chez toi?

Slide 23 - Open vraag

Schrijf de goede vorm van het werkwoord op

Aimer Il ............ les maths?

Slide 24 - Open vraag

Schrijf de goede vorm van het werkwoord op

Commencer Les cours ............ à neuf heures.

Slide 25 - Open vraag

Schrijf de goede vorm van het werkwoord op

Jouer Nous ......... à la guitare.

Slide 26 - Open vraag

Schrijf de goede vorm van het werkwoord op

habiter Vous ......... à Utrecht?

Slide 27 - Open vraag

Regelmatige werkwoorden
Werken                                             Lezen                            Leven
Stam:            ________________   ________________    _________________
ik-vorm:       ________________   ________________    _________________
hij- vorm:    ________________   ________________    _________________

Slide 28 - Tekstslide

Franse regelmatige werkwoorden
Parler, danser, chanter, regarder, écouter, filmer, changer, dessiner, aimer, adorer, détester, jouer, commencer
-er
+e
+es
+e
+ons
+ez
+ent

Slide 29 - Tekstslide

Personnes
Je / Nous


Tu / Vous

Il / Elle / On / Ils / Elles / Ce / le train / le livre / la classe / Sophie / Sarah / Ahmed / Les filles / Les profs

Slide 30 - Tekstslide

Schéma
1e
ik
je
chant
e
2e
jij
tu
chant
es
3e
hij
zij
men
Sarah
il
elle
on
Sarah
chant
e
1e
wij
nous
chant
ons
2e
jullie/ u
vous
chant
ez
3e
zij
ils
elles
chant
ent

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht
Blz 82-83 bespreken
blz 108 maken

Slide 32 - Tekstslide

Au travail
Maak exercice 8A - 8E
Werk in stilte
Je krijgt 5 minuten tijd
De eerste 2 min.: geen vragen
Daarna: vinger opsteken
Klaar? Leer apprendre 1, 2 en 3
timer
2:00

Slide 33 - Tekstslide

Les devoirs
  • Apprendre 1 + 2 en de getallen   dus 1-20 en de tientallen t/m 50
  • Maken exercice 7 en 8A
  • Lezen regelmatige werkwoorden op -er (blz 82, grammaire I)

Slide 34 - Tekstslide

Noem 3 dingen die goed gingen in de les.

Slide 35 - Open vraag

Stel 1 vraag over de les

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Video