H4.1 + H8 herhalen

Wat gaan we doen?
  • Herhalen 4.1
  • Herhalen H8 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Herhalen 4.1
  • Herhalen H8 

Slide 1 - Tekstslide

Doelen §4.1 
  • Rekenen met massaverhoudingen
  • Weten wat overmaat is

Op toets alleen rekenvragen uit H4.1 

Slide 2 - Tekstslide

§4.1 
Massaverhouding= stoffen reageren in vaste verhoudingen met elkaar. 

Waterstof zuurstof is 
1:8 
dus 1 gram waterstof reageert met 8 gram zuurstof 

Slide 3 - Tekstslide

§4.1 
Overmaat = als je te veel van een stof hebt. Dit blijft dus over na de reactie. 

Reactie stopt als 1 van de beginstoffen op is. 

Slide 4 - Tekstslide

Stappen rekenen
1. Opschrijven reactieschema/vergelijking 
2. Massaverhouding
3. Aantal grammen van de stoffen
4. Rekenen met kruistabellen 
5. Checken of je antwoord hebt gegeven op de vraag 

Slide 5 - Tekstslide

Bereken hoeveel gram zuurstof nodig is voor de volledige verbranding van 10 gram propaan (C3H8). De verhouding propaan : zuurstof is 44,094 : 160.

Slide 6 - Tekstslide

1) Propaan + Zuurstof --> Koolstofdioxide + Water
 2) 44,094       160
3) 10 gram 

4) 10x 160/44,094= 36,29 gram zuurstof 
Bereken hoeveel gram zuurstof nodig is voor de volledige verbranding van 10 gram propaan (C3H8). De verhouding propaan : zuurstof is 44,094 : 160.

Slide 7 - Tekstslide

Azijnzuur kan reageren met magnesiumoxide in een verhouding van 120,1 : 40,3. Hierbij ontstaan water en magnesiumacetaat. Sjakie mengt 500 mg azijnzuur met 0,12 gram magnesiumoxide. Laat met een berekening zien welke stof in overmaat is. 

Slide 8 - Tekstslide

azijnzuur + magnesiumoxide --> Water en magnesiumacetaat
120,1                40,3
0,5gram         0,12gram  (doe alsof 1 van de massa's er niet is)

0,12x120,1/40,3= 0,36 gram Dit is minder dan 0,5 gram dus is azijnzuur in overmaat (0,5-0,36=0,14 gram soms moet je ook vermelden hoe groot de overmaat is) )
Azijnzuur reageert met magnesiumoxide in een verhouding van 120,1 : 40,3. Er ontstaat water en magnesiumacetaat. Sjakie mengt 500 mg azijnzuur met 0,12 gram magnesiumoxide. Laat met een berekening zien welke stof in overmaat is. 

Slide 9 - Tekstslide

§8.3
Alkaan = -aan (enkele binding)
Alkeen= -een (dubbele binding)
Alkyl = -yl  (zijgroep) 
Alkanol= -ol (zijgroep)
Broom, Jood, Chloor, Fluor

MEP BP HHOND (meth, eth enz) 

Slide 10 - Tekstslide

§8.3
Halogenen
  • Fluor (F)
  • Chloor (Cl)
  • Broom (Br)
  • Jood (I) 

Slide 11 - Tekstslide

Alcoholen
Alcoholen hebben de zijgroep OH. Dit geven we weer met een uitgang -ol achter (!) een koolwaterstofnaam. 

Alkanen met één OH-groep noemen we 
ook wel alkanolen

Bijvoorbeeld: ethanol. 


Slide 12 - Tekstslide

Telwoorden 
Leer de telwoorden ook uit je hoofd
Di=2
Tri=3 
enz zie het boekje! 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Teken de volgende structuurformules

2,3 dimethyl -4 propyl - octaan 
1,4 - difluorbutaan 
3-methylhex-2-een 

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk 

Oefenblad of uit je boek oefenen/samenvatten enz. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide