3V Chemie Overal H4

3V Chemie Overal H4
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3V Chemie Overal H4

Slide 1 - Tekstslide

Wat voor reactie is het verbranden van een lucifer?
A
Exotherme reactie
B
Endotherme reactie

Slide 2 - Quizvraag

Welke stof heeft welk reagens?  
Water
Koolstofdioxide 
Zwaveldioxide 
Wit kopersulfaat
Broomwater
Kalkwater

Slide 3 - Sleepvraag


A
Volledige verbranding
B
Ontleding
C
Vorming
D
Onvolledige verbranding

Slide 4 - Quizvraag


A
vormingsreactie
B
verbrandingsreactie
C
ontledingsreactie

Slide 5 - Quizvraag


A
Volledige verbrandingsreactie
B
Onvolledige verbrandingsreactie
C
ontledingsreactie

Slide 6 - Quizvraag

Bij een ontledingsreactie gaan ...
A
moleculen kapot
B
atomen kapot
C
moleculen en atomen kapot
D
niet-ontleedbare stoffen kapot

Slide 7 - Quizvraag

Welke van de volgende omschrijvingen is/zijn WAAR over ontledingsreacties?
A
Er is maar één reactieproduct
B
Er is maar één beginstof
C
Er zijn twee of meer reactieproducten
D
Er zijn twee of meer beginstoffen

Slide 8 - Quizvraag


A
Verbranding
B
Ontleding
C
Vorming

Slide 9 - Quizvraag

Bij de fotolyse van zilverchloride is energie nodig in de vorm van ...
A
licht
B
warmte
C
elektriciteit
D
geluid

Slide 10 - Quizvraag

Met behulp van elektrische energie wordt aluminium gemaakt uit aluminiumerts. Dit is een ...
A
Thermolyse
B
Elektrolyse
C
Fotolyse
D
Geen ontleding

Slide 11 - Quizvraag

Als in een reactiemengsel een stof in overmaat is dan
A
is er van die stof het meeste
B
is er van die stof het minste
C
is het reactievat te groot
D
is er van die stof meer dan nodig

Slide 12 - Quizvraag

Waterstof en zuurstof reageren in massaverhouding 1:8. Van welke stof heb ik te veel als ik 4 gram waterstof laat reageren met 36 gram zuurstof?
A
Ik heb 4 gram waterstof teveel
B
Ik heb 4 gram zuurstof te veel
C
Ik heb 4 gram waterstof te weinig
D
Ik heb 4 gram zuurstof te weinig

Slide 13 - Quizvraag

3 g magnesium reageert met precies 2 g zuurstof tot magnesiumoxide. Men laat nu 36 g magnesium reageren met 26 g zuurstof. Hoeveel gram magnesiumoxide kan er gevormd worden?
A
0 gram, er is te weinig magnesium
B
62 gram
C
60 gram
D
5 gram

Slide 14 - Quizvraag

overmaat
                                  aluminium     +      zuurstof  --> aluminiumoxide
Massa verhouding:           9        :          8                              
                                  
Je hebt 210 g aluminium en 230 g zuurstof.
Welke stof is in overmaat?
Hoeveel van deze stof houd je over?

Slide 15 - Tekstslide

Welke stof is in overmaat en hoeveel van deze stof houd je over?
A
Al en je houdt 26 g over
B
O2 en je houdt 43 g over
C
Al en je houdt 23 g over
D
O2 en je houdt 6 g over

Slide 16 - Quizvraag

Een gietijzeren rooster voor de open haard is een legering (mengsel van metalen) van 94 massa% ijzer, 2,5 massa% silicium en 3,5 massa% koolstof. Het rooster heeft een massa van 3,0 kg.
Hoeveel gram silicium bevat het rooster?
... gram

Slide 17 - Open vraag

Bereken het massa% van koper in een euromunt.
Een euromunt heeft een massa van 3,95 gram en 200 mg is koper

Slide 18 - Open vraag

Bij de ontleding van glucose ontstaat ethanol en koolstofdioxide in de
massaverhouding 1,05 : 1,00. De dichtheid van ethanol is 0,8 g/cm3

Berekenen hoeveel liter ethanol kan ontstaat uit 1000 gram glucose.

Slide 19 - Open vraag

Dit is energiediagram van een:
A
thermolyse
B
verbrandinsgreactie

Slide 20 - Quizvraag

Dit is een energiediagram
van:
A
het branden van een kaars
B
het smelten van chocolade
C
het condenseren van alcoholdamp
D
de elektrolyse van water

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de kloppende reactievergelijking?
A
Fe2O3(s) + C(s) --> Fe(l) + CO2(g)
B
Fe2O3(s) + 2 C(s) --> 2 Fe(l) + 2 CO2(g)
C
2 Fe2O3(s) + 3 C(s) --> 4 Fe(l) + 3 CO2(g)
D
3 Fe2O3(s) + 4 C(s) --> 6 Fe(l) + 4 CO2(g)

Slide 22 - Quizvraag

klopt deze reactievergelijking?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Waarvan is dit de reactievergelijking?
CH4+2O2>CO2+2H2O
A
De verbranding van glucose
B
De verbranding van aardgas
C
De ontleding van aardgas
D
De vorming van aardgas

Slide 24 - Quizvraag

De reactievergelijking voor de verbranding van magnesium?
A
Mg + O -> MgO
B
Mg + O2 -> MgO
C
2 Mg + O2 = 2 MgO
D
2 Mg + O2 -> 2 MgO

Slide 25 - Quizvraag

Maak de reactievergelijking kloppend

2P2O3....P+3O2
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quizvraag

Maak de reactievergelijking kloppend

.....Ca+...O2......CaO
A
2 1 2
B
2 2 2
C
1 1 2
D
1 1 1

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het voordeel van biobrandstof?
A
tijdens het groeien nemen planten CO2 op uit de lucht
B
er komt geen CO2 vrij bij het verbranden
C
het is goedkoper dan fossiele brandstof
D
Het levert meer energie op dan fossiele brandstoffen

Slide 28 - Quizvraag

Wat is geen biobrandstof?
A
Koolzaadolie
B
Bioethanol
C
Waterstof
D
Biodiesel

Slide 29 - Quizvraag