In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen:
Ik kan uitleggen wat de Griekse stadstaten zijn.
Ik kan uitleggen waarom de Griekse stadstaten kolonies gingen stichten.
Ik kan uitleggen waarom het aantal kolonies ging dalen.
Slide 2 - Tekstslide
Ontstaan van de polis=> door bergachtige landschap Griekenland geen 1 staat, maar losse stadstaten.
Rond 850 v. Chr. ontstaan stadstaten met eigen regels, bestuur, rechtspraak en munten.
Vanaf 800 v. Chr. sterke groei bevolking
gevolg: hongersnood.
oplossing: kolonisatie.
Akropolis= hoge berg. Vaak een plaats waar burgers zich terug konden trekken bij gevaar.
Slide 3 - Tekstslide
Wat was de oplossing voor de hongersnood in de stadstaten?
A
Beperken van de bevolkingsgroei
B
Kolonisatie
C
Importeren van voedsel
D
Handel drijven met andere landen
Slide 4 - Quizvraag
Wie had de macht in de stadstaten?
A
De boeren
B
De burgers
C
De buitenlandse machten
D
De adel
Slide 5 - Quizvraag
Wat kenmerkte de stadstaten in Griekenland?
A
Ze waren allemaal monarchieën
B
Elke stadstaat had eigen regels, bestuur, rechtspraak en munten.
C
Ze hadden geen eigen bestuur
D
Ze waren allemaal democratisch geregeerd
Slide 6 - Quizvraag
Wat was de reden voor de ontstaan van stadstaten in het bergachtige Griekenland?
A
Door het bergachtige landschap was er geen 1 staat, maar losse stadstaten.
B
Door politieke verdeeldheid
C
Door economische redenen
D
Door invasies van buitenaf
Slide 7 - Quizvraag
Kolonies: Op zoek naar nieuwe landbouwgrond
Rond 800 v. Chr. Griekse kolonies rond Middellandse Zee en de Zwarte Zee.
Griekse kolonies: Te weinig voedsel in eigen stadstaat dus op zoek naar vruchtbare grond elders.
De kolonies werden rijk en machtig van al het graan dat zij verhandelden met de moedersteden in Griekenland.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Minder kolonies
Kolonisatie minder nodig en moeilijker door:
de kolonies leverden heel veel graan.
Vanaf 550 v. Chr. kwamen de rijken van Carthago, Etrusken en Perzië op als concurrenten van de Grieken.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Leg uit welk begrip bij deze afbeelding past en waarom deze nodig waren.
Slide 12 - Open vraag
Leerdoelen:
Ik kan uitleggen waarom Griekenland wel een culturele eenheid was, maar juist geen politieke eenheid.
Ik kan uitleggen welke rol de handel speelde in de culturele eenheid.
Slide 13 - Tekstslide
Politiek verdeeld, cultureel verenigd.
Politiek verdeeld: Elke stadstaat eigen wetten en regels. Willen niet dat een andere stadstaat de baas wordt
Culturele eenheid=> alle Grieken hebben dezelfde cultuur, dezelfde taal, goden. Deden allemaal mee aan bijvoorbeeld de Olympische Spelen.
Slide 14 - Tekstslide
Rol van de handel bij de culturele eenheid
Handel zorgde voor de culturele eenheid=> Grieken handelden over de hele Middellandse Zee en wisselden zo kennis, en cultuur uit met verschillende volken.
Grieken leerden van de Feniciërs het alfabet, van de Lydiërs het gebruik van munten.
Slide 15 - Tekstslide
Vaardigheid oorzaken en gevolgen
Om de geschiedenis goed te kunnen begrijpen, willen we weten waardoor dingen gebeurd of veranderd zijn en wat de gebeurtenissen met elkaar te maken hebben. Dit noemen we verklaren.
Oorzaak: geeft aan waarom of waardoor iets gebeurt.
Gevolg: wat er gebeurt nadat de gebeurtenis (oorzaak) heeft plaatsgevonden.
Slide 16 - Tekstslide
Combineer de juiste oorzaken en gevolgen met elkaar