In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
15.3 Warmte, water en exoten
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Halsbandparkieten
Wat in de jaren zestig en zeventig begon met wat ontsnapte of vrijgelaten parkieten in Den Haag en Amsterdam, is inmiddels uitgegroeid tot een serieuze populatie van de tropische vogels, van origine vaak afkomstig uit Pakistan.
Slide 3 - Tekstslide
Inhoud hoofdstuk
15.1 Energiestromen
15.2 Populaties
15.3 Warmte, water en exoten
15.4 Biobrandstof en recycling
15.5 De stad als ecosysteem
Veel toepassen van wat we al weten.
Belangrijk: komt veel terug in het examen.
Slide 4 - Tekstslide
De genetische variatie van de NL populatie is ... dan die van de oorspronkelijke populatie uit Pakistan
A
flessenhalseffect
B
foundereffect
Slide 5 - Quizvraag
Doelen 15.3
Je leert hoe organismen kunnen leven in een extreme omgeving
Je leert hoe mensen vervuild water zuiveren.
Slide 6 - Tekstslide
15.3 Warmte, water en exoten
Beetje een samenraapsel van ongerelateerde onderwerpen:
extremofielen
exoten
waterzuivering
Slide 7 - Tekstslide
Tolerantiegrenzen
Slide 8 - Tekstslide
Extremofielen
-Aangepast aan extreme omstandigheden.
-Ontwikkeld als gevolg van adaptatie (een verandering in leefwijze van een soort, vaak gekoppeld aan een mutatie in het DNA).
-Is een evolutionair proces, gebaseerd op natuurlijke selectie.
Slide 9 - Tekstslide
www.google.com
Slide 10 - Link
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Toetsvraag (3p.)
Leg uit met behulp van de evolutietheorie hoe een willekeurige mutatie bij de flamingovoorouders heeft gezorgd voor een betere adaptatie aan de zoute omstandigheden waarin ze leven.
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeelden van extreme omstandigheden:
temperatuur; heel hoge of juist lage temperatuur;
pH-waarde (zuurgraad); zeer hoge of juist lage zuurgraad;
zoutgehalte; zeer zoute omstandigheden;
omgevingen met hoge concentraties giftige stoffen, bijv zware metalen;
omgevingen met juist een gebrek aan algemeen benodigde stoffen, meestal zuurstof;
koolstofarme of zelfs koolstofloze omgevingen zoals midden in een rots;
zeer hoge druk zoals in diepzeetroggen of diep in de grond.
Slide 16 - Tekstslide
Exoten
Soorten afkomstig uit een ander gebied die zich vestigen in een ecosysteem: exoten.
Plaagorganismen: exoten die zich snel uitbreiden ten koste van andere organismen.
Invasieve exoot: brengt een ernstige verstoring teweeg in het ecosysteem
Slide 17 - Tekstslide
Exoten voorbeelden
Slide 18 - Tekstslide
Water en stikstof
Slide 19 - Tekstslide
Doelen 15.3
Je leert hoe organismen kunnen leven in een extreme omgeving