Les 44. Meer dan lezen p.4 tekstverbanden en signaalwoorden

O2M2 Welkom!
Rustig gaan zitten
Op je eigen plek!
Laptop dicht op tafel
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

O2M2 Welkom!
Rustig gaan zitten
Op je eigen plek!
Laptop dicht op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Je leert tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Signaalwoorden en tekstverbanden
In teksten hebben zinnen en alinea’s met elkaar te maken (verbanden!). Aan een signaalwoord zie je met welk verband je te maken hebt. 

Als je weet welk signaalwoord bij een verband hoort, helpt dit je om de tekst beter te begrijpen.
 Er zijn verschillende soorten tekstverbanden. Je leert er nu drie.

Slide 3 - Tekstslide

1. Opsomming
Bij het verband opsomming worden meerdere dingen die bij elkaar horen, achter elkaar genoemd. De volgorde waarin dit gebeurt, is niet belangrijk.
Een opsomming herken je bijvoorbeeld aan deze signaalwoorden: 
ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook, verder, ten slotte, en. 
Je kunt een opsomming ook herkennen aan streepjes (–), dots (•), getallen (1, 2, 3) of een dubbele punt (:).
Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.

Slide 4 - Tekstslide

2. Tijdsvolgorde (chronologie)
Het verband tijdsvolgorde geeft aan dat dingen in een bepaalde volgorde gebeuren. De volgorde waarin dit gebeurt, is nu dus wél belangrijk.
Dit verband herken je bijvoorbeeld aan jaartallen en aan deze signaalwoorden: 
vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, ten slotte, nadat, terwijl, dadelijk, intussen.

Eerst tekenen we de figuren en maken we een kartonnen bordspel van de game.
Daarna gaan de programmeurs aan de slag. Ten slotte wordt het spel getest.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld (toelichting)
Bij dit verband wordt een uitleg of voorbeeld gegeven om iets duidelijker te maken. Je krijgt dus meer informatie.
Je herkent een voorbeeld onder andere aan deze signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou.

Er zijn veel vakmensen betrokken bij het maken van een game, zoals tekenaars, programmeurs en geluidstechnici.

Slide 6 - Tekstslide

Video
Kijk mee.

Slide 7 - Tekstslide

Aan het werk!
Cursus 1 - Meer dan lezen
Paragraaf 4 - Tekstverbanden en signaalwoorden
opdrachten 1 2 3 4   6 7 8 9  13 14

Hier gaan we de volgende les mee verder.

timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
En zijn er nog vragen?

Slide 9 - Tekstslide

Tot morgen!

Slide 10 - Tekstslide