Tekstverbanden en signaal woorden

Nederlands
dinsdag 2e lesuur 09.00-09.45u
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
dinsdag 2e lesuur 09.00-09.45u

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Opstarten 
2. Lezen 
3. Uitleg tekstverbanden en signaalwoorden
4. Aan de slag
5. Voor de volgende les
6. Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Opstarten 
1. Ben je klaar voor de les? 
- De juiste spullen op tafel 

2. Huiswerk gemaakt? 
- online controle

Slide 3 - Tekstslide

In paragraaf 4 leer je
tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden. 

Slide 4 - Tekstslide

Lezen
In teksten hebben zinnen en alinea’s met elkaar te maken. Ze houden verband met elkaar. Aan een signaalwoord zie je met welk verband je te maken hebt. Als je weet welk signaalwoord bij een verband hoort, helpt dit je om de tekst beter te begrijpen. Er zijn verschillende soorten tekstverbanden. Je leert er nu drie.

Slide 5 - Tekstslide

1. opsomming
Bij het verband opsomming worden meerdere dingen die bij elkaar horen, achter elkaar genoemd. De volgorde waarin dit gebeurt, is niet belangrijk.

Slide 6 - Tekstslide


Eerst moet ik mijn huiswerk maken. Bovendien moet ik een uittreksel schrijven en ook nog mijn kamer opruimen."
Signaalwoorden: ten eerste, bovendien, niet alleen, verder, enz.

Slide 7 - Tekstslide

2. Tijdsvolgorde (chronologie) 
Het verband tijdsvolgorde geeft aan dat dingen in een bepaalde volgorde gebeuren. De volgorde waarin dit gebeurt, is nu dus wél belangrijk.

Slide 8 - Tekstslide

Dit verband herken je bijvoorbeeld aan jaartallen en aan deze signaalwoorden: vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, ten slotte, nadat, terwijl, dadelijk, intussen.

Eerst tekenen we de figuren en maken we een kartonnen bordspel van de game.
Daarna gaan de programmeurs aan de slag. Ten slotte wordt het spel getest.

Slide 9 - Tekstslide

3. Voorbeeld (toelichting) 
Bij dit verband wordt een uitleg of voorbeeld gegeven om iets duidelijker te maken. Je krijgt dus meer informatie.

Slide 10 - Tekstslide

Je herkent een voorbeeld onder andere aan deze signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou.

Er zijn veel vakmensen betrokken bij het maken van een game, zoals tekenaars, programmeurs en geluidstechnici.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag 
Open je boek op blz. 23
Maak opdr. 1 en 2. 
Je gaat zelfstandig met de opdrachten aan de slag. 

Nadat de timer is afgelopen, bespreken we de gemaakte opdrachten met elkaar na. 

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 1 en 2 op blz. 23
Zelfstandig aan de slag!
Heb je en vraag? Steek dan je vinger op. 
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Voor de volgende les..
Morgen gaan we verder met de opdrachten. 
Zorg dat je opdracht 1 en 2 af hebt. 


Slide 15 - Tekstslide

Afsluiten 
Dat was het weer toppers! Zie jullie morgen! 

Slide 16 - Tekstslide