Onvoltooid deelwoord (od)
Een onvoltooid deelwoord geeft aan HOE iemand bezig is.
- Huilend liep de leerling de klas uit.
Een onvoltooid deelwoord maakt GEEN deel uit van het gezegde.
- Ik wil juichend over de finishlijn gaan.
Je spelt het od als 'infinitief + d' (soms + 'de')