3 mavo - Vals spel les 1 - introductie

regels
  • Begin met een lach + zeg vriendelijk gedag 
  • Kauwgom in de prullenbak
  • Telefoon in je tas
  • Doe je jas uit
  • Pak je boeken + schrift uit je tas
  • De belangrijkste regel: respecteer elkaar 
  • Let op: alle opgaven die je in de les al hebt gemaakt, hoef je thuis niet meer te doen (= geen huiswerk) 

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

regels
  • Begin met een lach + zeg vriendelijk gedag 
  • Kauwgom in de prullenbak
  • Telefoon in je tas
  • Doe je jas uit
  • Pak je boeken + schrift uit je tas
  • De belangrijkste regel: respecteer elkaar 
  • Let op: alle opgaven die je in de les al hebt gemaakt, hoef je thuis niet meer te doen (= geen huiswerk) 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

les 13 november 2020
Vals spel halen bij mediatheek - pasje mee!
lesdoel
stukje lezen
personages
ruimte
lesdoel behaald?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel


Aan het eind van de les:
 kun je wat vertellen over de personages uit Vals spel en 
over ruimten waarin het boek zich afspeelt.

Slide 4 - Tekstslide

les 13 november 2020
Vals spel halen bij mediatheek - pasje mee!
lesdoel
stukje lezen
personages
ruimte
lesdoel behaald?

Slide 5 - Tekstslide

les 13 november 2020
Vals spel halen bij mediatheek - pasje mee!
lesdoel
stukje lezen
personages
ruimte
lesdoel behaald?

Slide 6 - Tekstslide

personages
3) Personages
Van alle hoofd- en belangrijke bijpersonen beschrijf je de innerlijke en uiterlijke kenmerken:
Karakter: vaak een hoofdpersonage die vooral een innerlijke groei (een verandering) doormaakt in het verhaal. Je weet zijn gevoelens en kent zijn gedachtes.
Type: je kunt dit personage in enkele woorden typeren. Het is een ‘bijfiguur’. Er zit dus weinig ontwikkeling (verandert niet) in en je weet niet zoveel over dit personage.


Slide 7 - Tekstslide

les 13 november 2020
Vals spel halen bij mediatheek - pasje mee!
lesdoel
stukje lezen
personages
ruimte
lesdoel behaald?

Slide 8 - Tekstslide

ruimte
De omgeving waarin het verhaal zich afspeelt noemen we de ruimte. Daarmee wordt bedoeld: het land, de stad, het dorp, in de bossen, een kamp, een huis, een kamer enz. waar het zich afspeelt. De sfeer en de betekenis die de plek kan oproepen zijn belangrijk. Ook de weersomstandigheden kunnen een bepaalde sfeer oproepen in het verhaal. Bij herhaling kunnen weersomstandigheden een betekenis hebben.



Slide 9 - Tekstslide

personages

1)
2)
3)
4)
5)
6)
karakter of type?

1)
2)
3)
4)
5)
6)

Slide 10 - Tekstslide

ruimte
De omgeving waarin het verhaal zich afspeelt noemen we de ruimte. Daarmee wordt bedoeld: het land, de stad, het dorp, in de bossen, een kamp, een huis, een kamer enz. waar het zich afspeelt. De sfeer en de betekenis die de plek kan oproepen zijn belangrijk. Ook de weersomstandigheden kunnen een bepaalde sfeer oproepen in het verhaal. Bij herhaling kunnen weersomstandigheden een betekenis hebben.



Slide 11 - Tekstslide

ruimte


1)
2)
3)
4)
5)
6)

Slide 12 - Tekstslide

les 13 november 2020
Vals spel halen bij mediatheek - pasje mee!
lesdoel
stukje lezen
personages
ruimte
lesdoel behaald?

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoel behaald?


Aan het eind van de les:
 kun je wat vertellen over de personages uit Vals spel en 
over ruimten waarin het boek zich afspeelt.

Slide 14 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 15 - Woordweb

perspectief
7) Perspectief
Ook wel vertelwijze of ‘point of view’ genoemd. Vanuit wiens ogen bekijk je het verhaal? Wie vertelt het verhaal? Of van wie uit (waar uit) krijg je een visie (mening) op personen en gebeurtenissen uit het verhaal?

Slide 16 - Tekstslide

perspectief
● Ik-perspectief: Het verhaal wordt verteld door een ik-persoon. Deze ‘ik’ neemt deel aan het verhaal en is dus één van de personages. De lezer zit als het ware ‘in’ deze ‘ik’. De lezer is ‘ik’. Hij kijkt door zijn/haar ogen, weet wat hij/zij voelt en denkt. Van de andere personages weet de lezer dat niet. Hij weet evenveel of weinig als de ‘ik’. Het ik-personage is vaak, niet altijd, het hoofdpersonage.

Slide 17 - Tekstslide

perspectief
● Personaal perspectief: Ook een personaal verhaal wordt vanuit één persoon verteld, maar een personaal verhaal staat niet in de ik-vorm; in plaats van de ik-vorm gebruikt de auteur de hij-vorm of de zij-vorm. De lezer is zich er niet van bewust dat het verhaal door iemand anders wordt verteld. De lezer volgt wat de ‘hij’ of ‘zij’ doet, denkt, ziet en voelt, verder niets.

Slide 18 - Tekstslide

perspectief
● Auctoriaal perspectief (alwetende verteller): Bij dit perspectief wordt het verhaal verteld door iets of iemand die niet aan het verhaal deelneemt, het is geen personage in het verhaal. Deze vertelinstantie weet alles van het verhaal en de personages die meedoen. Hij weet wat er met hen gaat gebeuren en wat er gebeurd is. Hij kent hun gedachten en gevoelens. De alwetende verteller kan verslag uitbrengen van gebeurtenissen die zich tegelijkertijd op verschillende plaatsen afspelen. Vaak richt hij zich rechtstreeks tot de lezer en geeft hij commentaar op personen en gebeurtenissen.

Slide 19 - Tekstslide