nieuwe lifter

De lifter

Anne Provoost
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De lifter

Anne Provoost

Slide 1 - Tekstslide

Wat viel je op in dit verhaal?
wat vond je
mooi, leuk of saai, onduidelijk?

Slide 2 - Open vraag

Wat vond je HUH? in dit verhaal?
wat snapte je niet, wat vond je onduidelijk?

Slide 3 - Open vraag

AHA!
Waar deed het je aan denken?
Wat kwam steeds terug?
Zag je verbanden?

Slide 4 - Woordweb

Wat is een roman/verhaal?
Een prozatekst waarin 1. personages voorkomen die 2. handelingen verrichten; deze handelingen nemen een bepaalde 3. tijdsduur in beslagen staan in een bepaalde 4. tijdsvolgorde; ze spelen zich af in een 5. ruimte en een 6. historische tijd;
het geheel wordt de lezer meegedeeld vanuit een 7. perspectief.

Slide 5 - Tekstslide

Welke personages komen in het verhaal voor? Round/flat/type?

Slide 6 - Open vraag

Wie vertelt het verhaal?
A
De lifter
B
De vrouw in de auto
C
De man in de auto
D
De moeder van de lifter

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet dit perspectief?
A
Ik-perspectief
B
Hij/zij-perspectief
C
Auctoriale verteller
D
Alwetende verteller

Slide 8 - Quizvraag

Welk deel vond je spannend?

Slide 9 - Woordweb

Op welke manier creëert de schrijfster spanning? Geef voorbeelden.

Slide 10 - Open vraag

Vind je dit een
GRIEZELverhaal?
A
JA
B
NEE

Slide 11 - Quizvraag

Wordt het verhaal chronologisch verteld?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de vertelde tijd van het verhaal?

Slide 13 - Open vraag

Geef voorbeelden van 'open plekken' in het verhaal.

Slide 14 - Open vraag

Wat kun je vertellen over de
Plaats, Tijd en Omstandigheid
waarin het verhaal zich afspeelt?

Slide 15 - Open vraag

Had je deze afloop verwacht?
A
JA
B
NEE

Slide 16 - Quizvraag

Hoe zou het verhaal ook kunnen aflopen?

Slide 17 - Open vraag

Wat je verder nog kwijt wilt over het verhaal.

Slide 18 - Open vraag

Oefenen met de begrippen als voorbereiding voor je leesverslag.
Heeft het je geholpen?
A
JA
B
NEE

Slide 19 - Quizvraag

Wat ik me nog afvraag over het toepassen van deze begrippen....

Slide 20 - Open vraag