3.5 - Koningen willen meer macht

Van wanneer tot wanneer lopen de Middeleeuwen?
A
0 - 1000 n.C.
B
500 - 1000 n.C.
C
500 -1500 n.C.
D
1000 - 1500 n.C.
1 / 40
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Van wanneer tot wanneer lopen de Middeleeuwen?
A
0 - 1000 n.C.
B
500 - 1000 n.C.
C
500 -1500 n.C.
D
1000 - 1500 n.C.

Slide 1 - Quizvraag

Wat is hier afgebeeld?
A
Herendiensten
B
Drieslagstelsel
C
Domein
D
Het landgoed van een koning

Slide 2 - Quizvraag

Wat is hier afgebeeld?
A
Herendiensten
B
Horigen
C
Domein
D
Drieslagstelsel

Slide 3 - Quizvraag

Wat was een gilde?
A
Groep horigen
B
Groep ambachtslieden met hetzelfde beroep
C
Schout en schepen
D
Alle mensen die in de stad woonden

Slide 4 - Quizvraag

Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Waar zorgde het gilde in de middeleeuwen NIET voor?
A
Elkaar steunen in slechte tijden
B
Opleiding
C
Rechtspraak
D
Eigen regels

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn stadsrechten?

Slide 7 - Open vraag

Wie bepaalde of een stad stadsrechten kreeg?
A
De gildes van de stad
B
De plunderaars van de stad
C
De heer van de stad
D
De handelaren van de stad

Slide 8 - Quizvraag

3.5 - Koningen willen meer macht
tekstboek bladzijdes 161 t/m 167  

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt uitleggen dat het lastig was om een middeleeuws koninkrijk te besturen
  •  Je kunt uitleggen waarom koningen hun gebied centraal wilden besturen
  • Je kunt beschrijven hoe koningen hun macht wilden vergroten 

Slide 10 - Tekstslide

Het bestuur van de stad
  • In het begin werden steden bestuurd door de heer van het gebied. 

  • Al snel kregen de steden stadsrechten van de heer.  Hierdoor kon de stad eigen wetten en regels maken. Bijv. een stadsmuur te bouwen.

  • Vaak zaten rijke mensen in het bestuur. Arme mensen hadden geen inspraak.

  • In ruil voor het stadsrecht betaalden de inwoners van de steden belasting aan de heer. Sommige steden werden door de handel heel rijk en machtig.

Slide 11 - Tekstslide

Overal verschillende regels en wetten
  • Rond 500: ontstaan koninkrijken in Europa.

  • Adel hielp koning bij bestuur en oorlog.

  • Rijk was niet gemakkelijk te besturen: 
1. Koning moest rondreizen, om controle te houden in zijn gebied. Was de adel wel gehoorzaam?
2. Overal andere wetten en regels waar rekening mee gehouden moet worden.
  • Andere munt in iedere stad 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Centraal bestuur
"Een centraal bestuur is een bestuur vanuit 
één plaats waarbij overal in het koninkrijk  
dezelfde regels en vaste  belastingen 
gelden." 

Slide 15 - Tekstslide

Meer macht voor de koning
  • Rond 1200: --> koning niet meer rondreizen + minder hulp adel + overal in het rijk dezelfde regels. 

  • Centraal bestuurontstaan van staten: Een gebied met een centraal bestuur en met duidelijke grenzen.
  • Bijvoorbeeld: Hertog van Bourgondië wilde een centraal bestuur. 

Slide 16 - Tekstslide

De Bourgondische hertogen en hun gebieden. De bijnaam ‘de Stoute’ betekent zoiets als ‘de moedige’.

Slide 17 - Tekstslide

De Nederlanden --> de Lage Landen

Slide 18 - Tekstslide

1430
  • Meeste Nederlandse gewesten onder 1 vorst
  • Filips van Bourgondië (of Filips de Goede)
    hertog van Bourgondië
  • Begint met instellen centraal bestuur en een centraal gerechtshof 
  • Hoofdstad Brussel

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk 
Lezen van paragraaf 3.5 ''Overal verschillende regels'' en ''Koningen willen een centraal bestuur''

Maken van paragraaf 3.5 in je DIGITALE werkboek vraag 1, 2, 3, 4, 5 en 6  

Slide 20 - Tekstslide

Van wanneer tot wanneer loopt de Middeleeuwen?
A
0 - 1000
B
500 - 1000
C
500 -1500
D
1000 - 1500

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noemen we de mensen die mensen tot het Christendom gingen bekeren?
A
Heidenen
B
Monniken
C
Nonnen
D
Missionarissen

Slide 22 - Quizvraag

Freya en Thor zijn goden van
A
De christenen
B
De moslims
C
de Germanen
D
de Romeinen

Slide 23 - Quizvraag

Het Islamitische geloof is monotheïstisch
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Centraal bestuur is:
A
Vanuit meerdere steden regeren
B
Vanuit 1 plek regeren met dezelfde wetten
C
Bestuur vanuit het midden
D
Rondreizen door je gebied met verschillende wetten

Slide 25 - Quizvraag

Is iedere stelling juist of onjuist?
JUIST
ONJUIST
Steden met stadsrechten mochten zichzelf besturen.

Allen de koning van een land kon stadsrechten aan een stad verlenen.
Een stad met stadsrechten mocht een eigen munt slaan.
In een middeleeuwse stad woonden vooral boeren.
In ruil voor stadsrechten betaalde een stad belasting aan de heer van het gebied.

Slide 26 - Sleepvraag

Waarom woonden mensen in de
tijd van steden en staten zo graag in een stad?

A
In de stad was het schoner dan buiten de stad.
B
In de stad was het rustiger dan buiten de stad.
C
In de stad was veel te doen. Zo waren er vaak feesten en markten.
D
In de stad kwamen minder vaak ziektes voor dan buiten de stad.

Slide 27 - Quizvraag

Wanneer mocht een gezel lid worden van een gilde?

Slide 28 - Open vraag

Waarom was het lastig om een Middeleeuws koninkrijk te besturen?

Slide 29 - Open vraag

Waarom wilden koningen hun gebied centraal besturen?

Slide 30 - Open vraag

Leerdoelen 
  • Je kunt uitleggen dat het lastig was om een middeleeuws koninkrijk te besturen
  •  Je kunt uitleggen waarom koningen hun gebied centraal wilden besturen
  • Je kunt beschrijven hoe koningen hun macht wilden vergroten 

Slide 31 - Tekstslide

Centraal bestuur
"Een centraal bestuur is een bestuur vanuit 
één plaats waarbij overal in het koninkrijk  
dezelfde regels en vaste  belastingen 
gelden." 

Slide 32 - Tekstslide

Meer macht voor de koning
  • Rond 1200: --> koning niet meer rondreizen + minder hulp adel + overal in het rijk dezelfde regels. 

  • Centraal bestuurontstaan van staten: Een gebied met een centraal bestuur en met duidelijke grenzen.
  • Bijvoorbeeld: Hertog van Bourgondië wilde een centraal bestuur. 

Slide 33 - Tekstslide

De Lage Landen
De Bourgondische hertogen en hun gebieden. De bijnaam ‘de Stoute’ betekent zoiets als ‘de moedige’.

Slide 34 - Tekstslide

1430
  • Meeste Nederlandse gewesten (provincies) onder 1 vorst
  • Filips van Bourgondië (of Filips de Goede)
    hertog van Bourgondië
  • Begint met instellen centraal bestuur en een centraal gerechtshof 
  • Hoofdstad Brussel

Slide 35 - Tekstslide

Koning krijgt meer macht
  • Belasting wordt in geld betaald
  • Meer handel > meer geld
  • Pacht > geld
  • Handelssteden > geld

Slide 36 - Tekstslide

Belastinggeld
Vanaf 1200: meer belastinggeld innen voor meer macht. Koningen betaalden hiermee: 
1. Ambtenaren 
--> hielpen koning bij centraal
      bestuur. 

2. Huurleger
--> vechten voor koning
  • Zo macht afnemen van de adel. Succesvol in Frankrijk en Spanje.

Slide 37 - Tekstslide

Koningen proberen macht te vergroten
Macht vergroten kon door belastinggeld:
  1. ambtenaren in dienst nemen. 
  2. huurleger voor de koning.
Deze mensen gehoorzaam aan koning want worden door hem betaald. 
Niet echt eenheid bestuurders en edellieden verzetten zich.

Slide 38 - Tekstslide

Maak vraag 8: tekstboek bladzijde 166. Vul hier het antwoord in

Slide 39 - Open vraag

Huiswerk 
Lezen van paragraaf 3.5 Koningen willen meer macht, bladzijdes 161 t/m 166

Maken van paragraaf 3.5 in je DIGITALE werkboek vraag 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 9 

Slide 40 - Tekstslide