Zijn werkwoorden die een speciale betekenis aan de zin geven. Als een modaal werkwoord als hulpwerkwoord wordt gebruikt, volgt daarna het hele werkwoord.
Slide 3 - Tekstslide
Modalverben
Klinkerverandering in stam enkelvoud
1e en 3e persoon hebben geen uitgang
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
IMPERATIV = GEBIEDENDE WIJS
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
3- vormen
gebiedende wijs- enkelvoud
gebiedende wijs- meervoud
gebiedende wijs- beleefdheidsvorm
Slide 9 - Tekstslide
Gebiedende wijs enkelvoud
Deze wordt gevormd door de stam van de -du- vorm te nemen - ST
suchen - du suchst Such das Buch!
antworten- du antwortest Antworte bitte!
öffnenen- du öffnest Öffne das Fenster!
Ook bij sterke werkwoorden de stam van DU - ST
echter de ä wordt a
geben - du gibst Gib das Buch!
schlafen - du schläfst Schlaf doch nicht immer so lange!
Slide 10 - Tekstslide
Gebiedendede wijs -meervoud
Voor deze vorm gebruik je de ihr -vorm dus STAM + T
-Sprecht Kinder!
-Hört mich AN (luister naar mij)
-atmet! (adem!)
Slide 11 - Tekstslide
Gebiedende wijs beleefdheidsvorm
Dit is de -u vorm.
Hele werkwoord+ Sie
Dus:
Schlafen Sie!
Schlafen Sie, Frau Schmidt!
Slide 12 - Tekstslide
Imperativ
Slide 13 - Tekstslide
Uitzondering sein
sei
seid
seien Sie
Slide 14 - Tekstslide
STARKE VERBEN
Slide 15 - Tekstslide
Sterke werkwoorden
Sterke Duitse werkwoorden zijn in het Nederlands ook vaak sterk.
Als in tegenwoordige tijd in de stam:
- estaat verandert die in i of ie (bij lange klank e)