Het verschil tussen werken in loondienst en werken als zelfstandige.
Wat voor ondernemingsvormen er zijn.
Wat de kenmerken van deze ondernemingsvormen zijn.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen werken in loondienst en werken als zelfstandige?
Bij werken in loondienst werk je voor een baas (werkgever). Je hebt een contract waarin staat hoeveel je verdient, hoeveel vakantiedagen je hebt én hoeveel uur je werkt. Daarnaast ben je verzekerd van inkomen als je (buiten jouw schuld) werkloos raakt, ziek bent of arbeidsongeschikt raakt.
Wanneer je als zelfstandige werkt ben je eigenaar van een bedrijf.
Slide 4 - Tekstslide
Welke 4 ondernemingsvormen zijn er?
Eenmanszaak
VOF
NV
BV
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het belangrijkste verschil tussen een eenmanszaak en een vof?
Bij een eenmanszaak is er slechts één eigenaar, bij een VOF zijn er twee of meer eigenaren.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het belangrijkste verschil tussen een BV en een NV?
Bij een BV zijn de aandelen niet vrij verhandelbaar, bij een NV kan iedereen op de effectenbeurs de aandelen van het bedrijf kopen.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het belangrijkste verschil tussen een eenmanszaak/VOF en een BV/NV?
Bij een eenmanszaak en VOF zijn de eigenaren met privévermogen aansprakelijk. Bij een BV en een NV de eigenaren (aandeelhouders) niet met hun privévermogen aansprakelijk.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoelen paragraaf 4.2
Na deze les weet je...
Met wat voor regels de overheid werknemers beschermt.
Welke zekerheden je hebt op het gebied van werk en inkomen.
Wat de invloed is van vraag en aanbod op het loon.
Slide 10 - Tekstslide
pincode.digitaal.noordhoff.nl
Slide 11 - Link
Mag dit?
Stel je bent 15 jaar, je zit de hele dag op school, van het eerste tot en met het vijfde.
's avonds moet je werken van 18:00 uur tot 21:00 uur.
staan = ja zitten = nee
Slide 12 - Tekstslide
Mag dit?
Stel je bent 15 jaar. In de kerstvakantie werk je 80 uur.
staan = ja zitten = nee
Slide 13 - Tekstslide
Mag dit?
Stel je bent 15 jaar en je werkt in een lawaaiige omgeving.
staan = ja zitten = nee
Slide 14 - Tekstslide
Klopt dit?
Het minimumloon voor een 15 jarige is ongeveer € 3,10
staan = ja zitten = nee
Slide 15 - Tekstslide
Mag dit?
Stel je bent 15 jaar en je werkt zowel op zaterdag als op zondag.
staan = ja zitten = nee
Slide 16 - Tekstslide
Wetten!
arbeidstijdenwet
arbeidsomstandighedenwet
wet gelijke behandeling
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Aan de slag
De komende 10-minuten heb je de tijd om vraag 10 t/m 13 te maken op blz. 112/113.
Klaar?
Lees opgave 14 vast door en probeer die te maken.
timer
1:00
Slide 19 - Tekstslide
Opgave 14
Slide 20 - Tekstslide
Leerdoelen paragraaf 4.2
Na deze les weet je...
Met wat voor regels de overheid werknemers beschermt.
Welke zekerheden je hebt op het gebied van werk en inkomen.
Wat de invloed is van vraag en aanbod op het loon.
Slide 21 - Tekstslide
Huiswerk voor de volgende les: 4.2 af
Je hebt de rest van de les om hier verder aan te werken.