Hoofdstuk 4 paragraaf 4.2

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Controleren leerdoelen vorige les
  • Huiswerk
  • Leerdoelen van vandaag
  • Instructie paragraaf 4.2 deel 1
  • Aan het werk
  • Instructie paragraaf 4.2 deel 2
  • Evalueren van de leerdoelen
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 4.1
Na deze les weet je...
  • Het verschil tussen werken in loondienst en werken als zelfstandige.
  • Wat voor ondernemingsvormen er zijn.
  • Wat de kenmerken van deze ondernemingsvormen zijn. 

Slide 3 - Tekstslide




Wat is het verschil tussen werken in loondienst en werken als zelfstandige?
Bij werken in loondienst werk je voor een baas (werkgever). Je hebt een contract waarin staat hoeveel je verdient, hoeveel vakantiedagen je hebt én hoeveel uur je werkt. Daarnaast ben je verzekerd van inkomen als je (buiten jouw schuld) werkloos raakt, ziek bent of arbeidsongeschikt raakt. 
Wanneer je als zelfstandige werkt ben je eigenaar van een bedrijf. 

Slide 4 - Tekstslide




Welke 4 ondernemingsvormen zijn er?
Eenmanszaak
VOF
NV
BV

Slide 5 - Tekstslide




Wat is het belangrijkste verschil tussen een eenmanszaak en een vof?
Bij een eenmanszaak is er slechts één eigenaar, bij een VOF zijn er twee of meer eigenaren.

Slide 6 - Tekstslide




Wat is het belangrijkste verschil tussen een BV en een NV?
Bij een BV zijn de aandelen niet vrij verhandelbaar, bij een NV kan iedereen op de effectenbeurs de aandelen van het bedrijf kopen. 

Slide 7 - Tekstslide




Wat is het belangrijkste verschil tussen een eenmanszaak/VOF en een BV/NV?
Bij een eenmanszaak en VOF zijn de eigenaren met privévermogen aansprakelijk. Bij een BV en een NV de eigenaren (aandeelhouders) niet met hun privévermogen aansprakelijk. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 4.2
Na deze les weet je...
  • Met wat voor regels de overheid werknemers beschermt. 
  • Welke zekerheden je hebt op het gebied van werk en inkomen. 
  • Wat de invloed is van vraag en aanbod op het loon. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
De komende 10-minuten heb je de tijd om vraag 10 t/m 13 te maken op blz. 112/113.

Klaar? 
Werk dan verder met opgave 14 t/m 17.

Heb je vragen, stel die dan via de chat. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Opgave 14 

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 4.2
Na deze les weet je...
  • Met wat voor regels de overheid werknemers beschermt. 
  • Welke zekerheden je hebt op het gebied van werk en inkomen. 
  • Wat de invloed is van vraag en aanbod op het loon. 

Slide 22 - Tekstslide




Huiswerk voor de volgende les: 4.2 af




Je hebt de rest van de les om dit af te maken.
Stuur op de dag van de volgende les voor 08.30 je huiswerk per mail op. 

Slide 23 - Tekstslide