H10 +11.1 Quiz

H10 +11.1 Quiz
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H10 +11.1 Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer landsgrenzen samenvallen met een bepaalde dominante cultuur spreek je van
A
Geslaagde integratie
B
Een natiestaat
C
Een multinationale staat
D
Hybride identificatie

Slide 2 - Quizvraag

De ontstaansgeschiedenis van Nederland past binnen een ... visie
A
nationalistische
B
functionalistische
C
modernistische
D
internationale

Slide 3 - Quizvraag

Multinationals en NGO’s krijgen steeds meer invloed. Dit is
A
een politieke ontwikkeling die de autonomie van staten aantast
B
het gevolg van individualisering
C
een oorzaak van invented traditions
D
Vooral de invloed van de spreekwoordelijke dominee in het Nederlandse beleid

Slide 4 - Quizvraag

Sociale ongelijkheid valt onder het hoofdconcept
A
Vorming
B
Binding
C
Verhouding
D
Verandering

Slide 5 - Quizvraag

Vervreemding is een thema dat vooral voorkomt binnen het
A
Rationele actor paradigma
B
functionalisme paradigma
C
sociaal constructivisme paradigma
D
conflict-paradigma

Slide 6 - Quizvraag

Het rationaliseringsproces op vele terreinen leidt volgens Max Weber tot
A
Een groeiend collectivisme
B
Een groeiende invloed van NGO's
C
Onttovering van de wereld
D
berekenbare en bestendige winst

Slide 7 - Quizvraag

De onttovering van de wereld heeft te maken met
A
De stijging van gelovigen in Zuid Amerika
B
Da daling van gelovigen in Zuid Amerika
C
De rol die de paus speelt voor alle katholieken
D
De afname van de invloed van het geloof

Slide 8 - Quizvraag

Door de hoge mate van differentiatie binnen de moderne samenleving
A
Zijn mensen steeds meer van elkaar afhankelijk
B
Kunnen mensen steeds meer zelfstandig besluiten nemen
C
Is er een steeds homogenere samenstelling van de wereldbevolking
D
Verandert de cultuur sneller

Slide 9 - Quizvraag

Arbeidsdeling betekent
A
dat steeds meer mensen part time economisch actief zijn
B
Dat werk steeds gefragmenteerder wordt aangeboden
C
Dat er op steeds meer verschillende plekken op de wereld werk verspreid is
D
Dat mannen en vrouwen steeds meer in gelijke mate deelnemen aan het arbeidsproces

Slide 10 - Quizvraag

Inde moderne samenleving zijn bindingen
A
vaak sterker dan in een premoderne samenleving
B
vaak zwakker dan in een premoderne samenleving
C
minder talrijk dan in een premoderne samenleving
D
Talrijker dan in een premoderne samenleving

Slide 11 - Quizvraag

De gemengde economie betekent
A
Grote invloed van de overheid in een geglo-baliseerde wereldmarkt
B
Verschillende economische activiteiten zijn steeds meer onderling afhankelijk van elkaar
C
Verschillende economische activiteiten worden in ieder land georganiseerd
D
Een diensten- en productiesector zijn in balans

Slide 12 - Quizvraag

Een cultureel kenmerk van een moderne samenleving is
A
Hoge mate van urbanisatie
B
Grotere scheiding tussen private en publieke sfeer
C
Grondrechten zijn verankerd in de rechtsstaat
D
Bureaucratisch georganiseerde nationale staten

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer je trots bent op een sportieve prestatie van jouw kind is er vooral sprake van
A
Functionele identificatie
B
Normatieve identificatie
C
Emotionele identificatie
D
Hybride identificatie

Slide 14 - Quizvraag

Leg duidelijk uit waarom modernisering een omstreden begrip is binnen de sociale wetenschap.

Slide 15 - Open vraag