In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hechting en Trauma: Bouwen aan Veilige Relaties
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Introductie
Welkom bij deze les over hechting en trauma. Samen gaan we bouwen aan veilige relaties.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het onderwerp en geef een korte uitleg over het doel van de les.
Wat weet jij al over hechting en trauma?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het einde van deze les zul je de volgende doelen bereiken: 1. Begrip van de definitie van hechting en traumatische ervaringen. 2. Inzicht in de gevolgen van trauma op de hechting. 3. Kennis van interventies om hechting te verbeteren.
Slide 4 - Tekstslide
Benadruk de belangrijkste leerdoelen en leg uit wat de studenten kunnen verwachten te leren.
Wat is hechting?
Hechting is de emotionele band tussen een kind en een verzorger. Het is belangrijk voor de ontwikkeling van het kind en beïnvloedt hoe ze later in het leven relaties aangaan.
Slide 5 - Tekstslide
Leg de definitie van hechting uit en waarom het belangrijk is.
Wat is trauma?
Trauma is een schokkende gebeurtenis die het gevoel van veiligheid bedreigt. Trauma kan een impact hebben op hoe het kind zich hecht aan anderen.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit wat trauma is en hoe het de hechting kan beïnvloeden.
Hoe beïnvloedt trauma de hechting?
Trauma kan de hechting beïnvloeden door het vermogen van het kind om vertrouwen te hebben in anderen te beperken. Het kan ook leiden tot angst en vermijding van nabijheid.
Slide 7 - Tekstslide
Geef voorbeelden van hoe trauma de hechting kan beïnvloeden.
Interventies om de hechting te verbeteren
Er zijn verschillende interventies om de hechting te verbeteren, zoals: 1. Therapie gericht op het herstellen van de hechting. 2. Ouder-kind interactietherapie. 3. Gezinstherapie.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit welke interventies er zijn om de hechting te verbeteren.
Therapie gericht op het herstellen van de hechting
Deze therapie richt zich op het herstellen van de hechting tussen kind en verzorger door te werken aan vertrouwen, veiligheid en emotionele verbinding.
Slide 9 - Tekstslide
Leg uit wat deze therapie inhoudt en hoe het kan helpen.
Ouder-kind interactietherapie
Deze therapie richt zich op het verbeteren van de interactie tussen ouder en kind en het herstellen van de hechting.
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit wat deze therapie inhoudt en hoe het kan helpen.
Gezinstherapie
Deze therapie richt zich op het verbeteren van de relaties binnen het gezin en het herstellen van de hechting.
Slide 11 - Tekstslide
Leg uit wat deze therapie inhoudt en hoe het kan helpen.
Veilige hechting bevorderen
Er zijn verschillende manieren om veilige hechting te bevorderen, zoals: 1. Zorg voor een veilige en voorspelbare omgeving. 2. Responsief zijn op de behoeften van het kind. 3. Bouwen aan een sterke emotionele verbinding.
Slide 12 - Tekstslide
Leg uit wat er gedaan kan worden om veilige hechting te bevorderen.
Zorg voor een veilige en voorspelbare omgeving
Kinderen hebben behoefte aan een omgeving waarin ze zich veilig en geborgen voelen. Een voorspelbare omgeving kan hieraan bijdragen.
Slide 13 - Tekstslide
Leg uit waarom een veilige en voorspelbare omgeving belangrijk is en hoe dit kan worden bereikt.
Responsief zijn op de behoeften van het kind
Het is belangrijk om te reageren op de behoeften van het kind, zodat het kind zich veilig en gesteund voelt.
Slide 14 - Tekstslide
Leg uit waarom responsief zijn belangrijk is en hoe dit kan worden bereikt.
Bouwen aan een sterke emotionele verbinding
Een sterke emotionele verbinding kan worden gebouwd door middel van positieve interacties en het delen van emoties.
Slide 15 - Tekstslide
Leg uit waarom het belangrijk is om een sterke emotionele verbinding te hebben en hoe dit kan worden bereikt.
Reflectie
Wat heb je geleerd over hechting en trauma? Hoe denk je dat je deze kennis in de praktijk kunt toepassen?
Slide 16 - Tekstslide
Geef studenten de tijd om na te denken over wat ze hebben geleerd en hoe ze deze kennis kunnen gebruiken.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 17 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 18 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 19 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.