paragraaf 7.3: leenwoorden\

paragraaf 7.3: leenwoorden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

paragraaf 7.3: leenwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Koppelteken en weglatingsstreepje
Je leert leenwoorden op de juiste manier spellen.
Franse en Engelse leenwoorden
Nederlands
cursus 7 paragraaf 3
blz. 252
opdracht 2 tot en met 5
Hebben we het doel behaald? 
Afmaken opdrachten, lezen in je leesboek!

Slide 2 - Tekstslide

Leesboek
Die heb je als het goed is bij je!


De lesstart met 10 minuten lezen in stilte! 
Geen boek? Melden bij docent.
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel

Je leert leenwoorden op de juiste manier spellen.

Slide 4 - Tekstslide

Doel van deze les


Je leert over de spelling van leenwoorden.

Woorden die uit andere talen in het Nederlands terecht komen, heten 'leenwoorden'.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Voorbeelden
Engels: computer, corner, e-mail, keeper, laptop, mountainbike, playbacken 
  • Frans: ambulance, ballon, bureau, café, chauffeur, humeur, interieur, portemonnee, surprise, type, visite 
  • Duits: schnitzel, schwalbe, überhaupt, zeppelin 
  • Latijn: agenda, datum, museum, professor 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden
Leenwoorden uit andere talen dan het Engels, Frans, Duits en Latijn die we in het Nederlands gebruiken zijn bijvoorbeeld: matras (komt uit het Arabisch), thee (komt uit het Chinees), sauna (komt uit het Fins), alfabet (komt uit het Grieks), piano (komt uit het Italiaans), sushi (komt uit het Japans) en mammoet (komt uit het Russisch).

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Twijfel je?
Gebruik voor de spelling van leenwoorden een woordenboek (Van Dale)

Slide 11 - Tekstslide

Aan het werk
cursus 7 paragraaf 3
blz. 252
opdracht 2 tot en met 5

Klaar? Nakijken

timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide