Les 39

Huiswerkbespreking
Bijvoeglijke bijzin
Opdrachten 1, 2 en 3 (blz. 28/29)
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Huiswerkbespreking
Bijvoeglijke bijzin
Opdrachten 1, 2 en 3 (blz. 28/29)

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 1
Noteer van elke zin:
- de bijvoeglijke bepalingen
- de bijvoeglijke bijzinnen

Slide 2 - Tekstslide

1. Meisjes die nagelbijten schijnen lang niet altijd zenuwachtig te zijn.

Slide 3 - Tekstslide

2. Er zijn veel jongeren die sparen voor de allernieuwste Iphone.

Slide 4 - Tekstslide

3. Met groot geduld wist de tandarts de patiënten die

angstig waren, gerust te stellen.

Slide 5 - Tekstslide

4. Je moet voor deze opleiding, die slechts een jaar

duurt, een peperdure laptop aanschaffen.

Slide 6 - Tekstslide

5. Heb je niet vergeten de opdracht voor beeldende

vorming op tijd in te leveren?

Slide 7 - Tekstslide

6. De zon, die vandaag volop schijnt, trekt veel mensen

naar het terras in de binnenstad.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 2
In de onderstaande zinnen zijn de bijzinnen onderstreept.
Geef aan of ze een zinsdeel of een zinsdeelstuk zijn.

Slide 9 - Tekstslide

1. In een krantenbericht stond laatst geschreven dat de

hbs een echt goede school was.

Slide 10 - Tekstslide

2. Toen ik zaterdagmorgen in de stad was, zag ik Jims

vader die een mooie bos bloemen kocht.

Slide 11 - Tekstslide

3. Alleen zij die een officieel kaartje hadden gekocht,

werden toegelaten tot het concert van U2.

Slide 12 - Tekstslide

4. Wist je dat biologisch perensap helemaal niet zo

duur is
?

Slide 13 - Tekstslide

5. De leerlingen die uitblinken bij de gymlessen,

winnen dikwijls als er een sporttoernooi plaatsvindt.

Slide 14 - Tekstslide

6. Wie geen zin heeft om mee te gaan naar het feestje

dat Ian organiseert
, moet maar thuisblijven.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 3
Benoem de bijzinnen van opdracht 2. Kies uit

- ow-zin
- lv-zin
- mv-zin
- bwb-zin
- bijv. bijzin

Slide 16 - Tekstslide

1. In een krantenbericht stond laatst geschreven dat de

hbs een echt goede school was.

Slide 17 - Tekstslide

2. Toen ik zaterdagmorgen in de stad was, zag ik Jims

vader die een mooie bos bloemen kocht.

Slide 18 - Tekstslide

3. Alleen zij die een officieel kaartje hadden gekocht,

werden toegelaten tot het concert van U2.

Slide 19 - Tekstslide

4. Wist je dat biologisch perensap helemaal niet zo

duur is
?

Slide 20 - Tekstslide

5. De leerlingen die uitblinken bij de gymlessen,

winnen dikwijls als er een sporttoernooi plaatsvindt.

Slide 21 - Tekstslide

6. Wie geen zin heeft om mee te gaan naar het feestje

dat Ian organiseert
, moet maar thuisblijven.

Slide 22 - Tekstslide

Samentrekkingen
Opdrachten 2, 3 en 4

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 2 (blz. 63)

Slide 24 - Tekstslide

1. Ela geeft in het sportcentrum streetdancelessen en steplessen. 

Slide 25 - Tekstslide

2. Bij die zaak kun je trouwjurken, trouwpakken en trouwaccessoires kopen. 

Slide 26 - Tekstslide

3. Mijn moeder haalt op zaterdag altijd verse krentenbollen en verse croissants.

Slide 27 - Tekstslide

4. In die galerie zie je dure kunstwerken en betaalbare kunstwerken.

Slide 28 - Tekstslide

5. Deze regels gelden voor zowel hoogopgeleide werknemers als laagopgeleide werknemers.

Slide 29 - Tekstslide

6. Mijn tante Julia houdt erg van reizen, maar mijn tante Julia durft niet te vliegen.

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 3 (blz. 63)

Slide 31 - Tekstslide

a. In de bibliotheek kun je spannende boeken en films lenen.

Slide 32 - Tekstslide

b. Mijn zus verft haar haar altijd kastanje- of chocoladebruin.

Slide 33 - Tekstslide

c. Zijn er alleen Italiaanse hapjes of ook Spaanse?

Slide 34 - Tekstslide

d. Van de 16e tot de 20e eeuw was het Britse Rijk groter dan ooit.

Slide 35 - Tekstslide

e. Hij is specialist in het bakken van banketletters en -staven.

Slide 36 - Tekstslide

f. Lotte is heel grappig en past eigenlijk helemaal niet bij die saaie Martijn.

Slide 37 - Tekstslide

Opdracht 4 (blz. 63)

Slide 38 - Tekstslide

1. De eerste trein reed van Amsterdam naar Haarlem en bestond uit coupés in de eerste, tweede en derde klassen.

Slide 39 - Tekstslide

2. De rode baan van de Nederlandse vlag staat voor ´het volk´, de witte voor ´de adel´ en de blauwe voor ´de kerk´.

Slide 40 - Tekstslide

3. In Artis wonen roodwang- en woudschildpadden en er zijn wel Aziatische olifanten, maar geen Afrikaanse.

Slide 41 - Tekstslide

4. Jos verzamelt oude filmaffiches uit Frankrijk en verkoopt recente uit de VS.

Slide 42 - Tekstslide