Elektrisch geladen

Elektrisch geladen
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
PAVSecundair onderwijs

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Elektrisch geladen

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen...
wat heb je onthouden van vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Combineer elke stap binnen een elektriciteitscentrale met de juiste beschrijving


Pagina 30 opdracht 2

Slide 3 - Tekstslide

Verschillende stappen binnen een elektriciteiscentrale

Slide 4 - Tekstslide

Probleemstelling
-> elektriciteit is vaak nodig op piekmomenten
-> elektriciteit kan je niet opslaan

Slide 5 - Tekstslide

Proefje: 'Kan je een lampje laten branden met een citroen?


                                     We gaan experimenteren...

Slide 6 - Tekstslide

Voorspel wat er gaat gebeuren

Slide 7 - Woordweb

Proefje: 'Kan je een lampje laten branden met een citroen?
                            
- een citroen
- een gegalvaniseerde spijker
- een koperen spijker
- geïsoleerde elektriciteitsdraad
- twee krokodillenklemmen
- LED-lampje

Wat hebben we nodig?

Slide 8 - Tekstslide

Proefje: 'Kan je een lampje laten branden met een citroen?
        

1. Maak de sappen in de citroen vrij door de citroen over de 
 tafel te rollen.
2. Steek de twee spijkers in de citroen.
3. Bevestig de twee stukken elektriciteitsdraad aan de spijkers met de         krokodillenklemmen.
4. Sluit de andere uiteinden van de draden aan op een LED-lampje.

Stappen

Slide 9 - Tekstslide

Proefje: 'Kan je een lampje laten branden met een citroen?
Wat gebeurt er?
Hoe komt dit denk je?

Slide 10 - Tekstslide

Proefje: 'Kan je een lampje laten branden met een citroen?
                   
         
                                    - Het LED-lampje gaat branden.                                    


                                    - Citroensap is zuur. Elektronen kunnen makkelijk 
door zuur bewegen. Door de chemische reactie
 tussen de metalen en het zuur die als geleider 
werkt, brandt het lampje.                                              

Wat gebeurt er?
Hoe komt dit denk je?

Slide 11 - Tekstslide

Proefje: 'Kan je een lampje laten branden met een citroen?
                
         
                                                                                                   
                               

                                   
  ->                                                   
                                            

Wat heb je door het proefje gecreëerd?
Vul de energieomzetting binnen een citroen aan.

Slide 12 - Tekstslide

Proefje: 'Kan je een lampje laten branden met een citroen?
                
         
                                   Elektriciteit                                                                    
                               

                                   
 chemische energie -> elektrische energie     
                                            

Wat heb je door het proefje gecreëerd?
Vul de energieomzetting binnen een citroen aan.

Slide 13 - Tekstslide

Proefje: 'Kan je een lampje laten branden met een citroen?
In welke dagelijkse toepassing vind je dezelfde energieomzetting?

Slide 14 - Tekstslide

Proefje: 'Kan je een lampje laten branden met een citroen?
                       
                                                                                                                                                     
 -> een batterij                    
                                            

In welke dagelijkse toepassing vind je dezelfde energieomzetting?

Slide 15 - Tekstslide

Wat denk je: kan je jouw smartphone opladen met citroenen?
Ja
Nee

Slide 16 - Poll

Slide 17 - Link

Hoeveel volt levert een citroenbatterij?
A
+/- 5 volt
B
+/- 2000 volt
C
+/- 0.9 volt
D
+/- 220 volt

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel volt heb je nodig om een smartphone op te laden?
A
+/- 5 volt
B
+/- 2000 volt
C
+/- 0.9 volt
D
+/- 220 volt

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel citroenen heb je hiervoor nodig?
A
1
B
83
C
5
D
2000

Slide 20 - Quizvraag

Kan je een smartphone opladen met citroenen?
ja
nee

Slide 21 - Poll

Enkele begrippen

Slide 22 - Tekstslide

Enkele begrippen
Volt is de meeteenheid van de elektrische spanning in een circuit tussen punt A en punt B. Elektrische stroom is niet meer dan een verplaatsing van elektronen. 
Een stroomgenerator creëert een onevenwicht om de elektronen aan te trekken en af te stoten. Zo zorgt de generator ervoor dat de elektronen bewegen. De onevenwichtigheid die ontstaat is de elektrische spanning.


Slide 23 - Tekstslide


Enkele begrippen

De ampère meet de intensiteit van de elektrische stroom, of anders gezegd, de hoeveelheid elektronen die elke seconde door een geleider gaat.

Watt (W) is het vermogen van de elektrische stroom, de hoeveelheid energie per seconde. 


Slide 24 - Tekstslide


Even een vergelijking

Je kan de beweging van de elektronen in een circuit vergelijken met de beweging van water in een tuinslang. De intensiteit (ampère) is dan de stroom van het water. 
Het elektrisch vermogen (in watt) zou dan gelijk zijn aan de druk in de slang als de kraan gesloten is (spanning in volt) die je vermenigvuldigt met de waterstroom als de kraan open is (stroom in ampère).


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

De werking van zonnepanelen

We gaan deze tekst analyseren met behulp van de OVUR-methode.

Kennen jullie deze nog?

Slide 27 - Tekstslide


OVUR-methode

Oriënteren
Verkennen
Uitvoeren
Reflecteren

Slide 28 - Tekstslide

Oriënteren

  • Bekijk de tekst, waarover denk je dat de tekst zal gaan?
  • Wat is de  bedoeling van deze tekst?
  • Welke elementen vinden we terug in deze tekst?

Slide 29 - Tekstslide

Verkennen
  • Lees de inleiding van de tekst.
  • Lees de titels van de tekst en bekijk de foto.
  • Wat is het onderwerp van de tekst? Wat weet je al over dit onderwerp?
  • Lees de bijhorende vragen op pagina 33.

Slide 30 - Tekstslide

Uitvoeren
  • Lees de tekst.
  • Markeer de moeilijke woorden in de tekst. Kan je de betekenis afleiden uit de context?
  • Lees de tekst opnieuw en noteer bij elke alinea de kernwoorden.
  • Vul de vragen in op pagina 33.

Slide 31 - Tekstslide

Reflecteren
  • Heb je de tekst goed begrepen?
  • Hoe kwam het dat de taak wel/niet gelukt is?
  • Wat heb je gedaan om geconcentreerd te blijven?
  • Ben je tevreden over het resultaat van de taak?
  • Hoe ga je dit volgende keer aanpakken?

Slide 32 - Tekstslide

Verbetersleutel
a. stralingsenergie-> elektrische energie

b.
  • Zonne-energie is onuitputtelijk
  • Zonne-energie is milieuvriendelijk
  • Je bespaart vele honderden euro's op je energiefactuur

Slide 33 - Tekstslide

Verbetersleutel
c. Zonnecellen wekken energie op onder invloed van zonlicht en niet zonne-warmte.
d. De omvormer zet gelijkstroom om naar wisselstroom.
e. Elektrische toestellen werken enkel op wisselstroom
f. een elektriciteitsmeter en groenestroommeter
g. Elektrische energie word t uitgedrukt in kWh.

Slide 34 - Tekstslide

Grey Day

Slide 35 - Woordweb

Slide 36 - Link

In het filmpje hebben ze het over Grey Day in 2019. Wanneer denk je dat Grey Day viel in 2020?
A
13 juni
B
5 februari
C
3 maart
D
1 april

Slide 37 - Quizvraag

In het filmpje hebben ze het over Grey Day in 2019. Wanneer denk je dat Grey Day viel in 2021?
A
6 februari
B
7 februari
C
3 maart
D
1 april

Slide 38 - Quizvraag

Denk je dat de andere Europese landen het gemiddeld beter doen dan België?
ja
nee

Slide 39 - Poll

Welke landen deden het in 2018 nog minder goed dan België?
A
Nederland, Luxemburg en Malta
B
Noorwegen, Letland en Ijsland
C
Denemarken, Zweden en Finland
D
Portugal, Kroatië en Oostenrijk

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Welke tips heb jij om zuiniger om te gaan met energie?

Slide 42 - Woordweb

Om te onthouden
Groene energie is elektrische energie opgewekt uit duurzame en hernieuwbare energiebronnen.


Slide 43 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide