Griekse Filosofie

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Griekse Filosofie Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Welke filosoof vroeg zich af wat een goed leven is?
A
Plato
B
Sokrates
C
Aristoteles
D
Tony Bennet

Slide 3 - Quizvraag

Wat is dualisme?
A
Een visie van een hemel en hel
B
Een visie dat je dubbel ziet
C
Een visie van een ideeënwereld en een waarneembare wereld
D
Een visie tussen en onvolmaakte en bedachte wereld

Slide 4 - Quizvraag

Welke filosofie herken je in de titel van het artikel?
A
Dualisme
B
Stoïcisme
C
Cynisme
D
Neoplatonisme

Slide 5 - Quizvraag

Wel stoïcijns
NIET stoïcijns
Wat heeft de docent een lelijke sokken! Weg ermee!
Straf omdat ik mijn huiswerk niet heb gemaakt. Ach ja...
Het regent. wat vervelend ik moet weg!
de mens is een redelijk wezen

Slide 6 - Sleepvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
het Goede
B
Het Ene
C
God
D
het Hoogste

Slide 7 - Quizvraag

Wie zei tegen Alexander de Grote toen hij hem zag: "Ga weg, je staat in mijn zon"?
A
Plato
B
Diogenes
C
Plotinus
D
Zijn vader

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent 'neo' in het woord 'Neoplatonisme'?
A
Dat het een verbeterde versie is
B
Dat het een nieuwe versie is
C
Dat het een verlichte versie is
D
Dat je het niet eens met iemand bent

Slide 9 - Quizvraag

Welke filosofie herken je in de titel van het artikel?
A
Dualisme
B
Stoïcisme
C
Cynisme
D
Neoplatonisme

Slide 10 - Quizvraag

Wat heb je volgens Aristoteles nodig om antwoord te geven op filosofische vragen?
A
Denkvermogen
B
Rede
C
Logica
D
een heleboel vrije tijd

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de huidige definitie van 'Cynisch'?
A
een houding die ongeloof toont in de waarden of goede bedoelingen van de mensen
B
Een houding waarin je snel gelooft wat iemand vindt
C
Een houding waarbij je de normen en waarden van de heersende cultuur verwerpt
D
Een houding waarbij je je niet druk maakt om wat je niet kan beïnvloeden

Slide 12 - Quizvraag

Diogenes
Plotinus
Zeno
Plato
Stoïcisme
Dualisme
Neoplatonisme
Cynisme

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is de hellenistische periode?
A
Een periode waarin de Griekse cultuur werd verspreid
B
Een periode waarin de Godin Hella belangrijk was
C
Een periode waarin de Griekse cultuur onderging
D
Een periode vol vuur, hel en verdoemenis

Slide 14 - Quizvraag

Wie dan wel?
A
Plato
B
Sokrates
C
Diogenes
D
Aristoteles

Slide 15 - Quizvraag

Wie was een christelijke denker?
A
Augustinus
B
Plotinus
C
Jezus
D
Aristoteles

Slide 16 - Quizvraag

Wat was het gedachtegoed van Avicenna (Ibn Sina)?
A
Geloof altijd alles wat je ziet, alleen jijzelf bent betrouwbaar
B
filosoferen is het hoogste denkgoed, en alleen zo bereiken wij het Goede
C
Niet blindelings vertrouwen op je leermeester maar eigen waarnemingen
D
Joost Klein is onterecht gediskwalificeerd uit de Eurovisie!

Slide 17 - Quizvraag

wat vond Averroës (Ibn Rushd) van religie en filosofie?
A
Die sluiten elkaar uit
B
Ze zijn hetzelfde
C
religie staat boven filosofie
D
Religie verplicht studie van filosofie

Slide 18 - Quizvraag