Opvoeding en Ontwikkeling P3 les 3 Tekentaal

P3 les 3 Tekentaal 
Agenda:
- Terugblikken vorige les
- Vaardigheden tekenen
- Verschillende fasen
- Terugkoppeling a.d.h.v tekeningen
- Rondvraag
- Eindopdracht
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

P3 les 3 Tekentaal 
Agenda:
- Terugblikken vorige les
- Vaardigheden tekenen
- Verschillende fasen
- Terugkoppeling a.d.h.v tekeningen
- Rondvraag
- Eindopdracht

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen taalontwikkeling
Ontwikkelingsstotteren
Lichaamstaal
figuurlijk taalgebruik
homoniem, synoniem
actief luisteren

Slide 2 - Tekstslide

Tekentaal
Opvoeding en Ontwikkeling:
Basisboek 5.3 vanaf blz 122 t/m blz 134
Werkboek 5.3 vanaf blz 79 

Slide 3 - Tekstslide

Na de les:
  •  Ken je de 4 fases van de ontwikkeling van het tekenen.
  •  Begrijp je het belang van het tekenen voor de ontwikkeling van het kind.
  • Weet je dat de ontwikkeling van het tekenen te koppelen is aan de cognitieve en motorische ontwikkeling van het kind.
  •  Begrijp je dat kindertekeningen een hulpmiddel kunnen zijn om te kijken naar de ontwikkeling van het kind.



Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je al van tekentaal? Wat zie je op stage?
Zet bij je antwoord ook welke groep.

Slide 5 - Woordweb

Fijne motoriek: potlood vasthouden, kleuren, vormen tekenen 
Cognitie: 
Fantasie, opdracht begrijpen, vorm herkennen. 
Vaardigheden worden steeds complexer: 
- Planning, bewustzijn eigen lichaam etc.

Slide 6 - Tekstslide

fases in de tekenontwikkeling:

- de krabbelfase (0 tot 3 jaar)
- de herkenbaarheidsfase (3 tot 5 jaar)
- de schematische fase (5 tot 7 jaar)
- de realistische fase (vanaf 7 jaar tot 12 jaar)
Het gedrag van een kind en zijn ontwikkeling zijn terug te zien in de tekeningen



Slide 7 - Tekstslide

De krabbelfase 0-3 jaar: 
- Ontwikkeling: Van willekeurige krabbels naar opzettelijke krabbels en vervolgens naar meer gerichte krabbels

- Eén- en tweejarigen: kunnen krabbelen, kunnen een potlood gericht in vuistgreep vasthouden, later tanggreep

- Een driejarige: begint een kruis te tekenen, probeert de pincetgreep om het potlood vast te houden



Slide 8 - Tekstslide

De krabbelfase:
Als de cirkels gesloten zijn wordt de krabbelfase afgesloten 

Van de opzettelijke krabbels gaat het naar de meer gerichte krabbels

De bewegingskrabbels gaan over in “tekenen” 


Slide 9 - Tekstslide

Huiswerkvraag
Hoe hangt de sensomotorische fase samen met deze fase?

Slide 10 - Tekstslide

De ontwikkeling van tekenen staat los van de cognitieve en motorische ontwikkeling
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Hoe ziet de krabbelfase eruit:
Eerste krabbels vanuit de schouder

Combinatie van heen en weergaande en een slaande bewegingen (motorische krabbels), vervolgens naar pols en later naar vingers.
Als het kind ontdekt dat het sporen kan nalaten, heeft het er plezier in dit te herhalen


Slide 12 - Tekstslide

De herkenbaarheidsfase 3-5 jaar
Het sluiten van cirkels is het begin van deze fase
Kind kan achteraf benoemen wat het getekend heeft en gaat steeds vaker vooraf bedenken wat hij gaat tekenen
Cognitieve vaardigheden? 

Slide 13 - Tekstslide

De herkenbaarheidsfase (3-5 jaar)
De eerste tekening van een poppetje ontstaat, de koppoter.  Ze tekenen vooral wat zij belangrijk vinden van de mens. 

Slide 14 - Tekstslide

De herkenbaarheidsfase (3-5 jaar)
De koppoters: de verhoudingen hoeven niet te kloppen.
Later zal de koppoter een romp krijgen --> dit is het teken dat de volgende fase aanbreekt....

Slide 15 - Tekstslide

De schematische fase (5-7 jaar):
Ontwikkeling:  van eenvoudige vormen naar mensfiguren en dingen, de afbeeldingen zijn eerder abstract of symbolisch dan realistisch

Een vijfjarige: kan een vierkant tekenen,
kan een mens met hoofd (met ogen en mond) tekenen,
kan een lijf met ledematen (niet compleet) tekenen

Vanaf zes jaar: zijn de basis tekenvaardigheden ontwikkeld
zijn de basis functies zoals motoriek en taalvaardigheid ontwikkeld 



Slide 16 - Tekstslide

De schematische fase (5-7 jaar):
Kinderen leren de pengreep
Er worden steeds meer details getekend zoals haren, vingers etc
Hun kennis wordt groter, verschil jongens meisjes, 
Zesjarigen weten steeds meer wat er in de wereld te zien is.
Werkelijkheid gecombineerd met fantasie.

Slide 17 - Tekstslide

De realistische fase 7-12 jaar
Ontwikkeling:
 van abstract of symbolisch naar meer realistische afbeeldingen
Vanaf zeven jaar:
toepassen van omklapping, perspectief en beweging
meer oog voor details
tussen 7-10 jaar komt er een betere beheersing van de onderlinge verhouding van de verschillende lichaamsdelen



Slide 18 - Tekstslide

De realistische fase (7-12)
vogelvluchtperspectief (alsof je er van boven op kijkt)

een begin van perspectief tekenen

Slide 19 - Tekstslide

5-7
krabbelfase
Herkenbaarheidsfase
Schematiseringsfase
Realistische fase
0-3
3-5
7 tot 12

Slide 20 - Sleepvraag

In je dossier: koppeling theorie praktijk?

Slide 21 - Open vraag

Eindopdracht: 
Eindopdracht 3: tekentaal
Je gaat bij minimaal twee fasen een tekening zoeken. Deze ga je zoeken op je stage en hier maak je een foto van. Lukt dit niet? Overleg dan even met mij. 
Resultaat in je verslag: 
- 2x foto, met daarbij: waar heb je dit gevonden? In welke klas? Hoe zie je de fase terug?
De volgende begrippen/onderdelen* komen terug in je verslag bij de beschrijving: 
* de begrippen beschrijf je als je bij deze fase een tekening zoekt. 
De krabbelfase: mentale representatie
De herkenbaarheidsfase: koppoters, bewust van ruimte, alles is mogelijk
Schematiseringsfase: vaste vormen, werkelijkheid vs. fantasie, lucht en aarde, 
Realistische fase: coulisse-effect, perspectief, abstract denken. 

Zit niet alles in één tekening? Dan mag je er ook meerdere zoeken bij één fase. 


Slide 22 - Tekstslide