012 Beeldend Barok vs Manierisme

Hofcultuur
Beeldend
1 / 73
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 73 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hofcultuur
Beeldend

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Huiswerk controle
Uitleg beeldend (Maniërisme vs Barok)
quiz Maniërisme of barok
Huiswerk


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een foto van het huiswerk en upload deze hier in!

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden huiswerk
23 Antwoord, drie van de volgende:
• Sola scriptura. Alleen wat in de Bijbel geschreven staat telt.
• Protestanten wijzen de enorme macht van de Paus af, de kerk moet ‘van onderaf’ georganiseerd worden.
 • Omdat de bijbel centraal staat is in protestantse kerken minder ruimte voor muziek, kunst en versiering. 
• De protestanten schaffen katholieke gebruiken als de biecht, hosties, Mariaverering, heiligen en aflaten af.
 • De voertaal in de protestantse kerk is de eigen volkstaal in plaats van het Latijn van de katholieken.
24 Antwoord, twee van de volgende:
• De paus als corrupt leider die zich niet bezighoudt met de kern van het geloof, maar met zelfverheerlijking en zelfverrijking (de paus is rechtsonder als een bankier afgebeeld naast een schatkist).
• De handel in aflaten. Zondaars kunnen hun zonden letterlijk afkopen,waarmee de Kerk veel geld verdient. (de paus en zijn omstanders zijn aflaten– verzegelde brieven – aan het verkopen)
• De grote aandacht die de Kerk geeft aan versiering, pracht en praal (zie de architectuur van de kerk op de achtergrond)
• Geestelijken leiden een leven in luxe (monniken lopen rond met geslachte
hanen).
• De Kerk laat zich in met duivelse praktijken (zie de nar die meeloopt met de
priesters, de duivel die een priester in het oor fluistert, de speelkaarten).
25 Strekking antwoord:
De muziek van de Katholieke Kerk moet toegankelijk zijn voor een breed publiek.
Daarom worden ‘wellustige of onzuivere’ klanken vermeden en klinkt de muziek na
de contrareformatie eenvoudiger en ingetogener dan voorheen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden huiswerk
25 Strekking antwoord:
De muziek van de Katholieke Kerk moet toegankelijk zijn voor een breed publiek.
Daarom worden ‘wellustige of onzuivere’ klanken vermeden en klinkt de muziek na
de contrareformatie eenvoudiger en ingetogener dan voorheen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden huiswerk
26 Antwoord:
Vormgeving, een van de volgende:
• Compositie: beide schilderijen hebben een dynamische opbouw door het gebruik van diagonalen (o.a. de lichtbundel bij Caravaggio en de gestrekte armen bij Gentileschi).
• Licht: op beide schilderijen wordt de dramatiek verhoogd door sterke licht/donkercontrasten (clair obscur) 
Voorstelling: een van de volgende:
• Op beide schilderijen wordt een dynamische scène getoond.
• Op beide schilderijen staat een ‘moment suprême’ centraal (de schrikkende Mattheus bij Caravaggio en de onthoofding bij Gentileschi)
27 Strekking antwoord:
Vrouwen dienen zich te beperken tot verzorgende taken. Nonnen en adellijke vrouwen hebben dat soort taken minder, en krijgen daardoor (nonnen binnen hun werk en adellijken in hun vrije tijd) meer ruimte zich als kunstenaar te ontwikkelen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van deze les...
Kun je de kenmerken van  beeldende kunst in de Renaissance benoemen.
  • Kenmerken van de voorstelling (inhoud-> onderwerpen)
  • Kenmerken van de vormgeving

Kun je uitleggen in eigen woorden wat het Manierisme is.

Kun je de kenmerken van beeldende kunst in de Barok benoemen. 
  • Kenmerken van de voorstelling (inhoud-> onderwerpen)
  • Kenmerken van de vormgeving

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zat het ook al weer?
Slide 5 - 16 Is herhaling van de vorige les 

Deze kan je in je eigen tijd bekijken!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ontwikkeling in opdrachtgevers
Cultuur van de kerk: De kerk regeert.
Vanaf ongeveer 1500: 
Het rijk valt uiteen in allerlei kleine staatjes waar de adel (Italie), koning (o.a. Frankrijk: Lodewijk de XIV), nieuwe rijken (levendige handel!) en de Paus (vanuit de kerk) aan de macht waren.

Waar geld is, is kunst. Wie geld heeft, bepaald.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkeling 1: Humanisme
‘Ieder mens heeft recht op leven, vrijheid en streven naar geluk.’

Culturele en menselijke activiteiten kunnen worden beoordeeld.
Het geloof en de mens is niet verschillend want god schiep de mens. Men vond de perfecte mens in deugd en esthetiek bij de klassieken.
Naturalisme en Individualisme kwamen centraal te staan.
AD FONTES!


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Humanisme -> Homo universalis
Het streven van de humanisten is de Huomo Universalis:
‘De man die alles kan’
Een van de oer-humanisten is Leonardo Da Vinci.
Kunstenaars gingen van ambachtslieden naar de helden van de tijd.
Giorgio Vasari beschreef kunstenaars in zijn ‘Vite’.
Kunstenaars gingen hun werk signeren.



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkeling 2: De Hoveling
Baldassare Castiglione schreef eind 15e eeuw:
‘De volmaakte Hoveling’
deze kan veel,
weet veel op het gebied van literatuur, geschiedenis, muziek en theater,
heeft goede manieren
is een goed soldaat
Bezit gratie en temperament
eerste indruk moet meteen aangenaam zijn
Niets mag moeite kosten (hij mag het althans niet laten merken)
Alles doen met een bestudeerde nonchalance: de sprezzatura

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkeling 3: De Renaissance
In de renaissance gaat men terugkijken naar de klassieken. 
Er wordt gebroken met de middeleeuwen.
Er wordt geinvesteerd in onderzoek naar oude bronnen.

Filosofie, kunst, wetenschap, het wordt allemaal opnieuw belicht vanuit de heropleving (renaissance) van de klassieken.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positie van de kunstenaar
De kunstenaars verwierven een sterrenstatus:
Zij werden vaak beschermd door hun werkgever (bijvoorbeeld de Paus of de Medici), hadden toegang tot bibliotheken en kregen vaak de fijnste opdrachten.
Leonardo Da Vinci was wellicht de grootste van zijn tijd.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



In de Renaissance was de Kerk niet langer de belangrijkste opdrachtgever; ook vorsten en
edelen maakten gebruik van de kunsten om hun machtspositie te benadrukken.
De hoven van de verschillende stadstaten werden binnen de cultuur van de Renaissance steeds belangrijker. Dit had gevolgen voor de status van de hofkunstenaars.
Leg uit hoe het toenemend belang van de hoven de status van de hofkunstenaar beïnvloedde.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


De schrijvers uit de klassieke oudheid werden in de Renaissance anders geïnterpreteerd dan in de Middeleeuwen. Vooral onder invloed van het humanisme ontstond een nieuwe visie op de mens in zijn relatie tot God.

Geef aan wat deze nieuwe visie inhoudt.


De schrijvers uit de klassieke oudheid werden in de Renaissance anders geïnterpreteerd dan in de Middeleeuwen. Vooral onder invloed van het humanisme ontstond een nieuwe visie op de mens in zijn relatie tot God.
Geef aan wat deze nieuwe visie inhoudt.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf de volgende dia gaan wij chronologisch door de tijd heen
(start uitleg les)

Van middeleeuwen, vroeg renaissance, midden renaissance, hoog renaissance (maniërisme) en de barok.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Optionele video (voor als leerlingen extra uitleg willen)
Vroeg Renaissance
1350- 1500 
Italië: Florence

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Italiaanse Renaissanceschilder uit de Florentijnse school,
1420 Florence - 4 oktober 1497 Pistoia.
Deze leerling van Fra Angelico, blijft een chroniqueur van het leven van zijn tijd in een oorspronkelijke verteltrant in een schitterend realisme en stralende kleuren. Zijn dikwijls overladen composities, vol figuren, gebouwen en landschapsmotieven, bezitten een grote levendigheid; zekere elementen van de 15de-eeuwse renaissance zijn er wel in te vinden, maar het bonte kleurgebruik en de tapijtachtige vulling van het hele vlak behoren eerder nog tot de tradities van de late gotiek. In zijn perspectief reeds een renaissanceschilder. Zijn altaarstukken en kleine panelen zijn zwakker dan zijn fresco's. 

Slide 21 - Tekstslide

Italiaanse Renaissanceschilder uit de Florentijnse school, 
1420 Florence - 4 oktober 1497 Pistoia.
Deze leerling van Fra Angelico, blijft een chroniqueur van het leven van zijn tijd in een oorspronkelijke verteltrant in een schitterend realisme en stralende kleuren. Zijn dikwijls overladen composities, vol figuren, gebouwen en landschapsmotieven, bezitten een grote levendigheid; zekere elementen van de 15de-eeuwse renaissance zijn er wel in te vinden, maar het bonte kleurgebruik en de tapijtachtige vulling van het hele vlak behoren eerder nog tot de tradities van de late gotiek. In zijn perspectief reeds een renaissanceschilder. Zijn altaarstukken en kleine panelen zijn zwakker dan zijn fresco's. 
Sinds de renaissance is niet langer alleen de kerk met bijbelse onderwerpen opdrachtgever. De kunstenaar heeft zijn ogen geopend voor de schoonheid van het lichaam, en kan die vanwege het vernieuwde culturele klimaat ook verbeelden. Het naakt is sinds de klassiek oudheid terug in de kunst. Niet alleen mytholgische verhalen, maar ook verhalen uit de bijbel worden aangegrepen voor naaktstudies.
bijv. naar aanleiding van de verhalen van Ovidius 'Metamorfosen'.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadruk op natuurlijke weergave van anatomie.

Eerste levensgrote vrijstaande naakt sinds oudheid.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestudeer de lijnen van het gebouw
Bestudeer de kleuren en tonen van de bergen
Bestudeer de bomen
Bestudeer licht en schaduwwerking
Bestudeer de voeten en de gezichten
Bestudeer de vorm van de nimbus
Bestudeer wat binnen/ buiten het kader valt
Bestudeer de gezichtsuitdrukkingen
Masaccio 1401-1428 Italië
Brancacci kape1 ±1420
Santa Maria del Camine
Florence, Italië
Bestudeer de houding en anatomie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de vorige dia nogmaals. Hoe wordt ruimte gesuggereerd? Noem minimaal 3 elementen.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Masaccio 1401-1428 Italië
Brancacci kape1 ±1420
Santa Maria del Camine
Florence, Italië
Atmosferisch perspectief
Lijnperspectief
Afsnijding
Anatomie
Voorgrond
Plasticiteit
Voor groot, klein achter
Slagschaduw
Ellipsvorm in aureool (nimbus)
Antwoord

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een tondo. Een tondo is een rond schilderij of reliëf. De naam komt van het Italiaanse woord rotondo, dat "rond" betekent.

Bij het maken van deze tondo is er rekening gehouden met de compositie. Hoe zie je dat?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoog renaissance
1500-1600
Italië: Rome

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de Renaissance gaat men uit van het volgende standpunt:
De schepping verdient het om wetenschappelijk bestudeerd te worden.

Leonardo da Vinci doet de volgende uitspraak: 'de schilderkunst als weergave van de zichtbare werkelijkheid en van de menselijke gemoedtoestanden, is de ultieme wetenschap.'

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vasari over Michelangelo.... Toen de David eindelijk voltooid was, onthulde hij het beeld zodat iedereen het kon zien. Zonder twijfel heeft dit standbeeld elk ander in de schaduw gesteld, klassiek of modern, Grieks of Romeins. Niets kan met de David van Michelangelo worden vergeleken, zo volmaakt zijn de proporties en de schoonheid van het voltooide werk. De omtreklijnen van de benen zijn bekwaam getrokken, de heupen zijn fraai gevormd en de ledematen sluiten volmaakt aan bij de romp. De gratie van de figuur en de sereniteit van de houding zijn nooit overtroffen. Voorwaar, wie de David van Michelangelo heeft gezien hoeft van geen enkele beeldhouwer, levend of dood, nog iets anders te zien......

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op de vorige dia zie je Michelangelo's David uit het begin van de zestiende eeuw. De artistieke uitgangspunten van schilders, beeldhouwers en architecten werden in de Renaissance in toenemende mate bepaald door de klassieke opvatting over schoonheid.
Leg uit wat deze opvatting inhoudt. Geef vervolgens aan hoe dit uitgangspunt in
Michelangelo’s beeld zichtbaar is gemaakt.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Da Vinci
Krijgt in Vasari’s Vite een haast goddelijke status door zijn kwaliteiten als kunstenaar, goede manieren, knappe uiterlijk, muzikaliteit, wetenschapper.
Ontwerpt aan dat hof wapens, waterleidingen, toneeldecors, feestversiering en een ruiterstandbeeld.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Da Vinci verwerkt ook de wetenschap in zijn kunst

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Da Vinci, Vitruvius en Humanisme
De renaissancekunstenaars putten uit klassieke bronnen. Zij leren dat:
de mens is de maat van alle dingen.
God schiep de mens naar zijn evenbeeld.
De proporties van het menselijk lichaam zijn dus een afspiegeling van goddelijke orde.
Vitruvius beschreef rond +/- 25 VC in zijn Architectura de theorie over architectuur, bouwtypes en orden in de Klassieke oudheid.
Vitruvius beschreef de architecct als Homo Universalis.
Vitruvius schreef: ‘Het ideale bouwwerk heeft de onderlinge verhoudingen van het menselijk lichaam.’


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maniërisme
Kunstschilder en theoreticus Giorgio Vasari (1511-1574) omschrijft iemands 'maniera' als zijn persoonlijke artistieke stijl, zijn kenmerk. Zo worden de fresco's in de Sixtijnse kapel van Michelangelo gekenmerkt door de gespierde lichamen en ingewikkelde houdingen van afgebeelde mensfiguren. De maniëristen namen hier een voorbeeld aan en deden er nog een schepje bovenop. Het resulteerde in lichamen met overdreven proporties. De maniera van deze kunstenaars werd in veel gevallen een 'maniertje', het leek bijna het enige doel te worden van hun schilderkunst. Daarom is hun kunst 'maniërisme' genoemd. Het maniërisme, begonnen in 1520, verspreidt zich vanuit Italië over heel Europa.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BAROK

Slide 43 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat val je op?

Slide 45 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stijlkenmerken Barok
  • Sterk licht-donker contrast
  • Dynamische compositie door diagonalen in compositie en gebruik asymmetrische compositie 
  • Warm en helder kleurgebruik
  • Gebruik van versiering en details, soms met goud
  • Illusionisme; om dit te bereiken samenvoeging van kunstvormen 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Battista, Triump the Name of Jesus, 1672-1683 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Baldakijn Bernini
  • In de Sint Pieter
  • Monument boven graf Petrus
  • Bewerkt met brons, koper en bladgoud 

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De extase van de Heilige Theresia
Contrareformatie - Heilig
hart en zielenpijn

ontvangen van Gods liefde

beweging, dramatiek, glimmende gouden stalen (raam)

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Artemisia Gentileschi
  • Vrouwelijke kunstenaars
  • Gentileschi (als eerste vrouw toegelaten tot de Accademia)
  • hoge uitzondering

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Renaissance of Barok?

Slide 58 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 59 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 60 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 61 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 62 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 63 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Nog niet klaar met de powerpoint? Powerpoint zelfstandig afmaken.



Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb vandaag wat geleerd
😒🙁😐🙂😃

Slide 65 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik vond deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 66 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Planning (VT cijfer)
Maak de focusopdracht 4.2 voor een cijfer!
Dit zijn opdracht 29 tot en met 34 + Beeldanalyse maken van 421 (voorstelling,vormgeving en betekenis)
Schrijf de antwoorden in een worddocument, met je naam en klas
Lever het document in op de Elo, bij de inleveropdracht
Uiterlijk inlevermoment: maandag 8 januari 2023
Let op: de elo checkt op plagiaat, dus lever een origineel document in, dat je

Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra vragen voor tijdens het leren als je deze les lastig vond

Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plato een Griekse filosoof en schrijver, leerling van Socrates en leraar van Aristoteles. Hij is één van de invloedrijkste denkers in de Westerse filosofie. Hij is ook de stichter van de Atheense Akademia, het eerste instituut voor hoger onderwijs in het westen. Rafaël schilderde Plato als Leonardo da Vinci.

Hij wijst naar de hemel, de abstracte en tijdloze wereld waarvan het aardse slechts een schijnbeeld is.
Aristoteles was een Griekse filosoof en wetenschapper die samen met Socrates en Plato worden beschouwd als één van de invloedrijkste klassieke filosofen uit het westen. Hij was lid van Plato's Akademeia. Aristoteles is de leermeester van Alexander de Grote.

Hij wijst naar de aarde , hij benadrukt het belang van kennis over de zichtbare en tastbare wereld.
Socrates was een klassieke Griekse filosoof. Hij wordt beschouwd als één van de grondleggers van de westerse filosofie. Hij heeft zelf niks opgeschreven, alles is later opgeschreven door zijn leerlingen waaronder Plato. 
Pythagoras was filosoof die tegenwoordig vooral bekendheid geniet vanwege zijn wiskundige stelling; Stelling van Pythagoras (A²+B²=C²)

Zie je hoe elke persoon op dit schilderij als individu is afgebeeld? Ze zijn allemaal bezig met iets dat voor hen belangrijk is. En zie je hoe nauwkeurig de schilder heeft gelet op de menselijke vorm (anatomie)?
Archimedes wordt gezien als één van de grootste wiskundige allertijden. In zijn eigen tijd werd hij vooral gewaardeerd vanwege zijn natuurkundige en technische uitvindingen. Er is een natuurkundige wet naar hem vernoemd die nog steeds bij natuurkunde wordt gevraagd; wet van Archimedes en hij is bekend van zijn hefboom.
Archimedes zou gezegd hebben met betrekking tot de hefboom: Geef me een plaats om te staan en ik breng de aarde in beweging.
Rafael: De school van Athene
Fresco (muurschildering) van Rafaël Santi (1509): de school van Athene. Geschilderd voor de appartementen van Paus Julius II in het Vaticaan

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plato, Aristoteles en Plotinus
Plato: Men wil de goddelijke, ideëele wereld weergeven in de kunst.
Aristoteles: Men gaat uit van de werkelijkheid, de zichtbare wereld. (empirisch onderzoek)
Plotinus:  Men zoekt een balans tussen de goddelijke, ideële wereld en de werkelijkheid.

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vormgevingsaspecten zijn in dit kunstwerk typisch Renaissance?

Slide 71 - Open vraag

harmonie door: 
centrale compositie 
symmetrische compositie
gedempt kleurgebruik
lijnperspectief  (eenpuntsperspectief)


Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Benoem een aspect van de voorstelling dat het werk humanistisch maakt.
2. Vertel daarna waarom het toch verheven en Maria-erend is.
3. Beschrijf de compositievorm van dit werk.
4. Wat is het effect van deze compositievorm?

Slide 73 - Open vraag

1. Religieuze thema’s dichter bij de mens, liefhebbende moeder, spelende kinderen
2. Beetje in kikvorsperspectief weergegeven, waardoor je opkijkt tegen Maria en Jezus
3. Driehoekscompositie
4. Stabiel, statisch