Hoeveel ml vloeistof mag er i.m. gegeven worden via de musculus gluteus medius?
Slide 9 - Open vraag
Hoeveel ml vloeistof mag er i.m. gegeven worden via de musculus gluteus maximus?
Slide 10 - Open vraag
Hoeveel ml vloeistof mag er i.m. gegeven worden via de musculus vastus lateralis?
Slide 11 - Open vraag
Hoeveel ml vloeistof mag er i.m. gegeven worden via de musculus deltoideus?
Slide 12 - Open vraag
Snelle quiz...
.
Slide 13 - Tekstslide
Sari heeft de opdracht gekregen een injectie te geven in het bovenbeen van meneer Reuvers. Meneer heeft botkanker en zijn linkerbeen is recentelijk een aantal keer bestraald. De afgelopen dagen heeft hij al een aantal injecties in zijn rechterbovenbeen gehad.
A
De injectie mag in beide bovenbenen gegeven worden.
B
De injectie mag alleen in het rechterbovenbeen (waarin al is geïnjecteerd) gegeven worden.
C
De injectie mag alleen in het linkerbovenbeen (dat bestraald is) gegeven worden.
D
De injectie mag in geen van de bovenbenen gegeven worden.
Slide 14 - Quizvraag
Injecteren in een spier kan pijnlijk zijn. Wat kun je doen om de pijn zo veel mogelijk te beperken?
A
Spuit de vloeistof langzaam in om ervoor te zorgen dat de medicatie beter verdeeld wordt.
B
Breng de naald langzaam in om een schrikreactie van de zorgvrager te voorkomen.
C
Gebruik een zo dik mogelijke naald om de druk tijdens het inspuiten te verminderen.
D
Houd de naald tijdens het inspuiten aan de conus vast om bewegingen te voorkomen.
Slide 15 - Quizvraag
Robine vervangt haar collega Marinke, die ziek is. Ze heeft de opdracht gekregen om meneer van Boven een intramusculaire injectie toe te dienen. Voordat ze dat doet, controleert ze de identiteit van de zorgvrager. De zorgvrager heeft nog geen polsbandje om. Om de identiteit van de zorgvrager te controleren vraag je naar zij:
A
Naam
B
Geboortedatum
C
Naam en geboortedatum
D
Naam of geboortedatum
Slide 16 - Quizvraag
Op de afbeelding zie je hoe een zorgprofessional een injectie toedient. Welke bewering over de handeling die de zorgprofessional met de linkerhand uitvoert, is juist?
A
De handeling is juist en dient om de spuit te fixeren.
B
De handeling is juist en dient om de naald wat verder in de huid te drukken.
C
De handeling is onjuist, want deze beneemt het zicht op de naald en de insteekopening.
Slide 17 - Quizvraag
Maarten gaat mevrouw Liekens een injectie toedienen. In het protocol staat dat hij de injectieplaats bij haar moet desinfecteren. Wanneer is het effect van een desinfectans het grootst?
A
Als je direct na het aanbrengen van het desinfectans de injectie geeft
B
Als je 5-10 seconden na het aanbrengen van het desinfectans de injectie geeft
C
Als je 15-20 seconden na het aanbrengen van het desinfectans de injectie geeft
D
Als je na het verdampen van het desinfectans de injectie geeft
Slide 18 - Quizvraag
Een van de plaatsen waar een intramusculaire injectie kan worden toegediend, is het bovenbeen. Je prikt dan in de musculus vastus lateralis. In welk deel van het bovenbeen dien je deze injectie toe?
A
boven/buitenkant
B
boven/binnenkant
C
onder/buitenkant
D
onder/binnenkant
Slide 19 - Quizvraag
Zelf aan de slag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Leerdoel van deze les
Je kunt de verpleegtechnische handeling 'toedienen van een intramusculaire injectie' zelfstandig uitvoeren volgens het protocol.