1.3 (les 3)

Hoofdstuk 1
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1

Slide 1 - Tekstslide

Voorlezen
Morgen formatieve toets --> opgeladen laptop nodig.
Brence --> klascode invoeren. 16.10 samen hiernaar kijken. 

Tekst formatieve toets samen lezen --> wie?
Tekst formatieve toets geprint erbij houden --> wie?


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen vorige les(sen)
-Ik weet wat een deeltitel is
-Ik kan de hoofdgedachte uit de tekst halen
-Ik ken de 4 tekstdoelen


Magister huiswerk opdracht 11d samen bespreken

Slide 3 - Tekstslide

Tekstdoel = de bedoeling die een schrijver heeft met zijn tekst Er is altijd 1 doel het belangrijkst

Slide 4 - Tekstslide

De hoofdgedachte?
Als je op zoek bent naar de hoofdgedachte van een tekst, zoek je naar de belangrijkste informatie die de schrijver over het onderwerp geeft.

-In 1 zin weergegeven!
-Vaak in de inleiding of het slot van een tekst te vinden.


Slide 5 - Tekstslide

Feiten en meningen
Een feit berust op de waarheid.

Een mening is wat jij vindt. Dit kan oordelend zijn. 

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
-Ik weet wat signaalwoorden zijn en waar ze voor gebruikt worden.
-Ik kan in een tekst signaalwoorden herkennen en aangeven wat voor een verband ze aangeven in een tekst.

Slide 7 - Tekstslide

Signaalwoorden
Worden gebruikt om verbanden uit te leggen (tussen zinnen/ alinea's)

Je herkent een tekstverband aan een signaalwoord

Signaalwoorden staan vaak voorin de zin of na de komma

Slide 8 - Tekstslide

Tekstverband
voorbeeldzin
opsomming 
Marc houdt van appels, peren en bananen
tegenstelling
Sietske heeft haar huiswerk gemaakt, maar ze is het vergeten.
voorbeeld
Ik hou van allerlei soorten fruit, bijvoorbeeld aardbeien.
oorzaak-gevolg
Het is vanavond koopavond, daardoor kan het drukker zijn op de weg.
doel-middel
Ilhan wil een auto kopen, om zijn spullen te vervoeren.
conclusie/ samenvatting
Om twaalf uur komt het bezoek, dus begin snel met opruimen!
Reden/ argument
Patrick heeft zijn schuur opgeruimd, want hij gaat zijn schuur opknappen.
tijd
Ik ga de woonkamer opruimen, later ruim ik de zolder op.

Slide 9 - Tekstslide

Tekstverband
Signaalwoorden
opsomming 
en, ook, bovendien, daarnaast, als eerste, vervolgens, tot slot
tegenstelling
maar, daarentegen, toch, echter, integendeel, hoewel
voorbeeld
bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie, een voorbeeld hiervan is..
oorzaak-gevolg
omdat, want, daarom, vanwege
doel-middel
doordat, hierdoor, met als gevolg, waardoor
conclusie/ samenvatting
door middel van, om te, waarmee
reden/ argument
daarom, dus, want, omdat

tijd
eerst, dan, daarna, vervolgens, ten slotte

Slide 10 - Tekstslide

Aan het werk
-Maken basistof 1.3 opdracht 18 + 20 + 21 (digitaal)
Fleur/ Maud/ Yelina ....opdrachten laten zien --> resetten

-Basisstof 1.5 opdracht 1 en 5 (werkboek)
-Leren van de woorden (flitskaarten)




Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen gehaald?
-Ik weet wat signaalwoorden zijn en waar ze voor gebruikt worden.
-Ik kan in een tekst signaalwoorden herkennen en aangeven wat voor een verband ze aangeven in een tekst.

Slide 12 - Tekstslide