Plannen en werkverdelen

1 / 32
volgende
Slide 1: Video
PersoneelsbeleidMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Plannen
waar houd je rekening mee?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Strategisch plannen
Strategisch plannen gaat over lange termijn doelen en het bepalen van de beste manier om die doelen te bereiken. Het omvat het nemen van belangrijke beslissingen en het toewijzen van middelen.
3 tot 5 jaar vooruit langetermijnplanning

Slide 3 - Tekstslide

Leg uit wat strategisch plannen is en hoe het zich verhoudt tot tactisch en operationeel plannen.
Tactisch plannen
Tactisch plannen gaat over hoe de doelen op strategisch niveau worden bereikt. Het omvat het bepalen van de acties die nodig zijn om de doelen te bereiken, het bepalen van de middelen die nodig zijn en het toewijzen van verantwoordelijkheden.
1 tot 3 jaar vooruit Middellange termijn

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat tactisch plannen is en hoe het zich verhoudt tot strategisch en operationeel plannen.
Operationeel plannen
Operationeel plannen gaat over korte termijn doelen en het bepalen van de acties die nodig zijn om die doelen te bereiken. Het omvat het toewijzen van middelen en het bepalen van de specifieke taken die moeten worden uitgevoerd.
< 1 jaar kortetermijnplanning

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat operationeel plannen is en hoe het zich verhoudt tot strategisch en tactisch plannen.
Voorbeeld: Een bedrijf
Een bedrijf kan strategisch plannen om over vijf jaar wereldwijd marktleider te zijn. Tactisch plannen omvat het ontwikkelen van nieuwe producten en het uitbreiden van het marketingbudget. Operationeel plannen omvat het aannemen van nieuwe medewerkers en het plannen van de productielijn.

Slide 6 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van hoe een bedrijf planningsniveaus kan gebruiken om hun doelen te bereiken.
Samenvatting
Planningsniveaus zijn strategisch, tactisch en operationeel. Strategisch plannen gaat over lange termijn doelen, tactisch plannen gaat over hoe die doelen worden bereikt en operationeel plannen gaat over korte termijn doelen. Het gebruik van planningsniveaus zorgt voor een gestructureerde aanpak van het behalen van doelen.

Slide 7 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen.
operationeel plan is onderdeel van het tactische plan en dit is weer een onderdeel van het strategisch plan 
afbeelding tekenen op het bord.
Lees uit het boek
Hoofdstuk 6.2
Hebben jullie hier nog vragen over?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe plan je je personeel zo in dat je de juiste personeelsbezetting hebt?​
Waar houd je als leidinggevende allemaal rekening mee om een optimale personeelsbezetting te hebben op je afdeling?​ 


Opdracht: ​
Maak samen met een klasgenoot een lijstje met 10 punten​

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is personeelsplanning? ​

Het op elkaar afstemmen van de personeelsbehoefte en de beschikbaar-heid.

O.a rekening houden met:​
-werktijden                         - ziekte                                    - verantwoordelijkheden per
-vakantiedagen​                - afwezigheid                          functie
-verlof​                                   - opleidingsniveau             - omzet
- aantal medewerkers   - beschikbare budget

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De personeelsplanning moet in evenwicht zijn met betrekking tot de volgende onderdelen:​
Het (opleidings)niveau: de kwalitatieve behoefte aan personeel​
Het aantal medewerkers: de kwantitatieve behoefte aan personeel​


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwantitatieve personeelsbehoefte
Kwantitatief = aantal​
Het aantal medewerkers is gebaseerd op de hoeveelheid taken en de duur en zwaarte van de werkzaamheden​ 

Vast versus tijdelijk
Vaste personeelsbehoefte: de activiteiten in een onderneming vragen om een bepaalde minimale bezetting van personeel (fulltimers en/of parttimers)​

Tijdelijke personeelsbehoefte: de activiteiten in een onderneming zijn bijvoorbeeld seizoensgebonden: denk aan een hondenpepension: juni/juli/aug/sep zijn vaak de drukste maanden: tijdelijk meer personeel nodig​

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwalitatieve personeelsbehoefte
Kwalitatief = kwaliteit​
Wat bepaalt de kwaliteit van jouw medewerkers?​ 
  • Kennis (bv opleiding)​ 
  • Werkervaring​
  • Vaardigheden (bv communicatieve en sociale vaardigheden)​
  • Houding​

Ook de relatie met de leidinggevende is van invloed op de kwaliteit van een medewerker​

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwantitatieve personeelsbehoefte
Korte versus lange termijn

Planning op korte termijn: Behoefte aan medewerkers voor de komende 12 maanden​

Planning op lange termijn: Behoefte aan medewerkers voor de komende jaren (langer dan 12 maanden)​

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt vier medewerkers nodig die zelfstandig klanten kan helpen. Dit is een voorbeeld van een ...
A
kwantitatieve vraag
B
kwalitatieve vraag
C
zowel kwantitatief als kwalitatief
D
domme vraag

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

FTE = FullTime-Equivalent
Dit is de rekeneenheid waarmee de omvang van een functie kan worden uitgedrukt​

​1,0 fte = volledige werkweek = 36-40 uur 
0,1 fte = 1/10 deel van volledige werkweek = 1:10 * 40 = 4 uur​ 
0,6 fte = 6/10 deel van volledige werkweek = 6:10 * 40 = 24 uur​ 
0,9 fte = 9/10 deel van een volledige werkweek = 9:10 * 40 = 36 uur

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HOEVEEL FTE IS DIT IN TOTAAL?
7 mensen die werken 2 dagen per week
4 mensen die werken 5 dagen per week
8 mensen die werken 3 dagen per week
21 mensen die werken 4 dagen per week

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
2 dagen p.w. = 16 uur = 0,4 fte dus 7 * 0,4 fte = 2,8 fte
5 dagen p.w. = 40 uur = 1,0 fte dus 4*1,0 fte = 4,0 fte
3 dagen p.w. = 24 uur = 0,6 fte dus 8*0,6 fte = 4,8 fte
4 dagen p.w. = 32 uur = 0,8 fte dus 21*0,8 fte = 16,8 fte

2,8 + 4,0 + 4,8 + 16,8 = 28, 4 fte

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe weet je hoeveel medewerkers je per dag nodig hebt?
Het mogelijke doel kan bijvoorbeeld zijn: de gewenste te behalen omzet​ per dag
Gegeven:​ 
1 werkdag = 8 uur​ 
Productiviteit van 1 medewerker is : € 1000,- per werkdag = € 125,- per uur​

Voorbeeld:
Je wilt als dierenspeciaalzaak € 3000,- per dag omzetten

Berekening aantal benodigde medewerkers:
€ 3000,- : € 125,-p/u = 24 uren nodig om € 3.000,- om te zetten​
24 uur : 8 uur = 3,0 medewerkers = 3,0 fte​ per dag

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees in het Boek
Hoofdstuk 6.3 en 6.4
Hebben jullie hier nog vragen over?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
In de realiteit moet je ook rekening houden met de vraag om extra fte!​

- Verlof van medewerkers​ 
- Ziekte van medewerkers​
- Aantal werkplaatsen​
- Werkzaamheden die geen omzet opleveren (bv schoonmaken magazijn)​
- Extra koopzondagen​
-De wettelijke regelgeving

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees hoofdstuk 6.5 Waar moet je wettelijk rekening mee houden met het maken van een planning?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verzuim, Verlof en Verloop
  1. Verzuim = ziekte​
   2. Verlof = vrije dagen​ 
   3. Verloop = in- en uitstroom van personeel​ 



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het voor een bedrijf belangrijk inzicht te hebben in de 3 V's ten aanzien van hun personeel?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan rooster maken
1. Werkzaamheden inventariseren
2. Inventariseren wie de werkzaamheden uitvoert
3. Inventariseren wanneer de werkzaamheden worden gedaan
4. Inventariseren hoe lang de werkzaamheden mogen duren
5. Inventariseren welke resultaten behaald moeten worden
6. Rooster maken
7. Evalueren en bijsturen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkrooster
Kwaliteit -- vaardigheden/kennis
Kwantiteit -- hoeveel

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rooster maken
Zet in de volgende slide de stappen voor het maken van een rooster in de juiste volgorde.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
5
6
7
8
omzethistorie
verwachte omzet
beschikbare medewerkers
benodigde medewerkers
concept rooster opstellen
concept rooster analyseren
definitief rooster
rooster communiceren

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak de opdrachten in het werkboek

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies