In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
de slimste mens
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Kerntaak 2
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
STERKE
propositie
=
> geformuleerd vanuit de ontvanger
sterke propositie
Geformuleerd vanuit de ontvanger
Laat zien wat het de ontvanger oplevert
Simpel
Realistisch
Bruikbaar in verschillende vormen
Slide 3 - Tekstslide
Wat zijn de kenmerken van een sterke propositie?
Is geformuleerd vanuit de ontvanger
Geeft aan wat belangrijk en onderscheidend is aan het merk/product & dus wat het voor de ontvanger oplevert
Is niet te ingewikkeld.
Is realistisch
Is inzetbaar voor verschillende middelen en kanalen.
boodschap
propositie?
Met de boodschap bepaal je WAT je wilt overbrengen
In marketingcommunicatie spreek je niet over de boodschap, maar over de propositie. Met een propositie doe je een belofte
propositie
belofte
=
Slide 4 - Tekstslide
Met de boodschap bepaal je WAT je wilt overbrengen.
In marketingcommunicatie spreek je niet over de boodschap, maar over de propositie.
Met een propositie doe je een belofte.
A
is wel een propositie
B
is geen propositie
C
is geen belofte
D
is wel een belofte
Slide 5 - Quizvraag
Het is een propositie.
In de propositie wordt een belofte gedaan.
Welke belofte doet Nike?
Ga je het doen?
Dat word je een atleet.
A
is geen propositie
B
is wel een propositie
C
is wel een belofte
D
is geen belofte
Slide 6 - Quizvraag
Het is een propositie.
In de propositie wordt een belofte gedaan.
Welke belofte doet Miele?
Koop je een Miele, dan koop je zekerheid.
Is dit een realistische belofte?
Ja, uit vergelijkende testen komen de Miele-producten er bijna altijd als beste uit. Het zijn dus kwalitatief goede producten, waar wel een prijskaartje aan hangt. Bij Miele koop je dus zekerheid voor je geld.
STERKE
propositie
=
> geformuleerd vanuit de ontvanger
Beantwoord vragen
Doelgroep?
Probleem van doelgroep?
Welke oplossing bied jij voor probleem doelgroep?
Welke waarde bied jij de klant?
Formuleer belofte in 1 zin
Ik help [doelgroep] met [oplossing] zodat [waarde].
Gebruik belofte voor ontwerpen van communicatie-uitingen
Slogan, Elevator pitch, Campagne, etc.
Ontwikkelen
Propositie
Slide 7 - Tekstslide
Hoe komt zo'n propositie tot stand?
Je gaat na wat de meerwaarde van je aanbod is voor jouw doelgroep.
Welk 'probleem' van de doelgroep los jij op via jouw product of dienst?
En wat onderscheid jou daarin t.o.v. concurrenten?
Het antwoord op deze vragen gebruik je om een belofte te formuleren in 1 zin.
Deze belofte vormt het vertrekpunt voor de creatie van communicatie-uitingen.
Waaronder een pay off, slogan, campagnethema, elevator pitch, etcetera.
STERKE
propositie
=
> geformuleerd vanuit de ontvanger
VOORBEELD - Jan van Lunteren, meubelmakerij
Doelgroep? MENSEN DIE OP ZOEK ZIJN NAAR AUTHENTIEKE MEUBELS
Probleem van doelgroep? ONTEVREDEN OVER INRICHTING VAN HUISKAMER
Welke oplossing bied jij voor probleem doelgroep? OP MAAT GEMAAKTE HOUTEN MEUBELS
Welke waarde bied jij de klant? ZE VOELEN ZICH WEER THUIS IN EIGEN HUIS
IK HELP MENSEN DIE OP ZOEK ZIJN NAAR AUTHENTIEKE MEUBELS
MET OP MAAT GEMAAKTE HOUTEN MEUBELS
ZODAT ZE ZICH WEER THUIS VOELEN IN HUN EIGEN HUIS.
Ontwikkelen
Propositie
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
STERKE
propositie
=
> geformuleerd vanuit de ontvanger
VOORBEELD - Nike
Doelgroep? MENSEN DIE (WILLEN GAAN)SPORTEN
Probleem van doelgroep? HET LUKT ZE NIET (ALTIJD) OM TE GAAN SPORTEN
Welke oplossing biedt Nike voor probleem doelgroep? EEN GOEDE OUTFIT
Welke waarde biedt Nike de klant? ZE VOELEN ZICH GOED TOEGERUST OM TE GAAN SPORTEN
NIKE HELPTMENSEN DIE (WILLEN GAAN)SPORTEN
METEEN GOEDE OUTFIT
ZODATZE ZICH GOED VOELEN TOEGERUST OM TE GAAN SPORTEN
Ontwikkelen
Propositie
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Video
Wat is de boodschap van Nike in deze campagne?
Wat is de relatie van deze boodschap met hun slogan?
Zijn de campagne-boodschap en de slogan gebaseerd op dezelfde belofte?
Wat is de boodschap van Nike in deze commercial?
Slide 11 - Woordweb
Wat is de boodschap van Nike in deze campagne?
Wat is de relatie van deze boodschap met hun slogan?
Zijn de campagne-boodschap en de slogan gebaseerd op dezelfde belofte?
STERKE
propositie
=
> geformuleerd vanuit de ontvanger
WIJ HELPEN
MENSEN DIE (WILLEN GAAN)SPORTEN
MET
EEN GOEDE OUTFIT
ZODAT
ZE ZICH GOED VOELEN TOEGERUST OM TE GAAN SPORTEN
Propositie
Slide 12 - Tekstslide
Wat zou de propositie van Nike kunnen zijn, afgaand op hun communicatie-uitingen?
WIJ HELPEN
MENSEN DIE (WILLEN GAAN)SPORTEN
MET
EEN GOEDE OUTFIT
ZODAT
ZE ZICH GOED VOELEN TOEGERUST OM TE GAAN SPORTEN
Deze propositie geven ze op verschillende manieren vorm & inhoud.
Via hun slogan & bijvoorbeeld via campagnes waarin ze inhaken op de actualiteit.
boodschap
propositie?
Met de boodschap bepaal je WAT je wilt overbrengen
In marketingcommunicatie spreek je niet over de boodschap, maar over de propositie. Met een propositie doe je een belofte
boodschap
propositie
belofte
=
=
Slide 13 - Tekstslide
Wat is belangrijk om te onthouden?
Een boodschap, is een propositie, is een belofte.
Met de boodschap bepaal je WAT je wilt overbrengen.
In marketingcommunicatie spreek je niet over de boodschap, maar over de propositie.
Met een propositie doe je een belofte.
Kerntaak 2
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
DE
SLIMSTE
MENS
Continu verbeteren
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
RONDE 1
3-6-9
Slide 16 - Tekstslide
Ronde 1
In deze ronde staat elke vraag op een aparte slide. De quizmaster gaat naar de volgende slide als de vraag is beantwoord of niet is beantwoord door een van de kandidaten.
Elke 3e vraag is steeds 10 punten waard.
7
4
5
2
3
14
13
8
10
11
6
9
12
15
Wat wordt er bedoeld met de PCDA-B cyclus?
1961
1
timer
0:10
Slide 17 - Tekstslide
Plan - Do - Check - Act - Borgen
7
4
5
1
3
14
13
8
10
11
6
9
12
15
Wat past het beste bij de Plan fase?
A. De juiste dingen doen
B. De dingen juist doen
C. Vaststellen of het succesvol was
D. Verbeteringen vasthouden
Stalin
2
timer
0:10
Slide 18 - Tekstslide
A.
6
7
4
5
1
2
communistisch
3
14
13
8
10
11
9
12
15
Wat past het beste bij de Plan fase?
A. De juiste dingen doen
B. De dingen juist doen
C. Vaststellen of het succesvol was
D. Verbeteringen vasthouden
timer
0:10
Slide 19 - Tekstslide
B.
5
7
Checkpoint Charlie
4
1
2
3
14
13
8
10
11
6
9
12
15
Wat past het beste bij de Check fase?
A. De juiste dingen doen
B. De dingen juist doen
C. Vaststellen of het succesvol was
D. Verbeteringen vasthouden
timer
0:10
Slide 20 - Tekstslide
C.
7
4
1
2
3
14
13
8
10
11
6
9
12
15
Wat past het beste bij de Borg fase?
A. De juiste dingen doen
B. De dingen juist doen
C. Vaststellen of het succesvol was
D. Verbeteringen vasthouden
Varkensbaai
5
timer
0:10
Slide 21 - Tekstslide
D.
7
4
5
1
2
3
14
13
8
10
11
9
12
15
Wat wordt er bedoeld met een KPI?
Ronald Reagan
6
timer
0:10
Slide 22 - Tekstslide
KPI is de afkorting voor kritieke prestatie-indicator. De Engelse term is key performance indicator – de afkorting dekt dus de lading in de beide talen.
Met kritieke prestatie-indicatoren kun je de prestaties van je organisatie, je teams en de afzonderlijke medewerkers meten. Ze maken de voortgang meetbaar en concreet. Zo kun je zien waar je het goed doet en waar nog werk te doen valt.
Een goede KPI stel je op volgens het SMART-principe
8
IJzeren Gordijn
7
4
5
1
2
3
14
13
10
11
6
9
12
15
Wat is het doel van de OEE?
timer
0:10
Slide 23 - Tekstslide
OEE is een hele praktische verbetertool. Als productiemedewerker word je bewust van jouw bijdrage aan een efficiënt productieproces. Een OEE van 100% is het optimum. Dat zou betekenen dat alle geplande productietijd efficiënt gebruikt is.
7
4
5
1
2
3
14
13
10
11
6
9
12
15
Waarom is het altijd belangrijk om problemen structureel op te lossen?
Winston Churchill
8
timer
0:10
Slide 24 - Tekstslide
Om te voorkomen dat problemen opnieuw ontstaan
7
4
5
1
2
3
14
13
8
10
11
6
Veiligheidsraad
9
12
15
De keuze van het probleem is belangrijk voor een goed verloop van het verbetertraject.
Wat is een belangrijke eis bij het kiezen van het probleem?
timer
0:10
Slide 25 - Tekstslide
De oorzaak van probleem mag nog niet bekend zijn.
7
4
5
1
2
3
14
13
8
11
6
9
12
15
Wat wordt er bedoeld met de prioriteitenmatrix?
Marshallplan/Marshallhulp
10
timer
0:10
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
7
4
5
1
2
3
14
13
8
10
Met een luchtbrug
11
6
9
15
Stel er is een probleem met de afvulmachine waardoor de afvulhoeveelheid onjuist is.
Hoe ziet jouw verbeterteam eruit?
12
timer
0:10
Slide 27 - Tekstslide
Medewerken TD
Operator vulmachine
Productieleider
7
4
5
1
2
3
14
13
8
10
11
6
9
15
De machine wordt aangepast of gecontroleerd. Een paar aanpassingen worden gedaan.
Bij welke fase of fases van de PDCA cyclus hoort dit?
Fidel Castro
12
timer
0:10
Slide 28 - Tekstslide
Check en Act
7
4
5
1
2
3
14
8
10
11
6
9
12
15
Er wordt een nieuwe omstelwerkwijze uitgewerkt.
Bij welke fase of fases van de PDCA cyclus hoort dit?
Duitse Democratische Republiek
13
timer
0:10
Slide 29 - Tekstslide
Do
7
4
5
1
2
3
13
8
10
11
6
9
12
15
Wat wordt bedoeld met SMART formulering?
Napalm
14
timer
0:10
Slide 30 - Tekstslide
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdsgebonden
7
4
5
1
2
3
14
13
8
10
11
6
9
12
Kennedy
15
Het is niet mogelijk om alle problemen tegelijk aan te pakken. Bedrijven proberen de grootste vissen het eerste te vangen.
Wat wordt hiermee bedoeld?
timer
0:10
Slide 31 - Tekstslide
Dat je als eerst de problemen oplost die de grootste verliezen veroorzaken.
RONDE 2
OPEN DEUR
Slide 32 - Tekstslide
Ronde 2
In deze ronde moeten de kandidaten opnoemen wat ze weten van een onderwerp. Ze hebben hiervoor 1 minuut. Daarna mogen de andere kandidaten ook antwoorden geven.
Wat weet jij van de SMED?
Perestrojka
20
Sovjet-Unie
20
communisme
20
Glasnost
20
timer
1:00
Slide 33 - Tekstslide
- 8 stappen
- verbetertraject
- 5 S onderdeel van de verbetermethode
- proces filmen en beschrijven
Wat weet jij van de A3?
raketten
20
1962
20
Chroesjtsjov
20
Kennedy
20
timer
1:00
Slide 34 - Tekstslide
- problemen relatief snel oplossen
- standaard werkwijze
- klein team
- redelijk eenvoudig productprobleem
Wat weet jij van de Kaizen?
vluchten
20
graffiti
20
gevallen in 1989
20
Oost-Duitsland
20
timer
1:00
Slide 35 - Tekstslide
- Kaizen verbeterteam
- Probleem structureel oplossen
- Projectbrief
- Relatief groot probleem
Wat weet jij van de 5S?
vluchten
20
graffiti
20
gevallen in 1989
20
Oost-Duitsland
20
timer
1:00
Slide 36 - Tekstslide
- Scheiden
- Schikken
- Standaardiseren
- Schoonmaken
- Standhouden/systematiseren
Wat weet jij van de Audit?
vluchten
20
graffiti
20
gevallen in 1989
20
Oost-Duitsland
20
timer
1:00
Slide 37 - Tekstslide
- Vaststellen of afspraken worden nagekomen
- Feitelijk bewijs
- Interview
- Gevolg audit = acties
RONDE 3
PUZZEL
Slide 38 - Tekstslide
Ronde 3
In deze ronde moeten de leerlingen het begrip/de persoon noemen waarvan de 3 kenmerken zijn benoemd. Als het begrip/de persoon is genoemd dan klikt de quizmaster op de betreffende knop en gaat vervolgens naar de volgende slide.
De knoppen zijn 1. Lenin
2. KGB
3. Berlijn
Grote verbetering
Geplande stilstanden verkorten
SMART
Kritisch
Overproductie
Defecten
8 stappen
Doelstelling
Voorraad
Lenin
20
collectivisatie
20
perestrojka
20
timer
1:30
Slide 39 - Tekstslide
SMED - grote verbetering, geplande stilstanden verkorten, 8 stappen