Predatie: eten van prooien (door carnivoren en omnivoren).
Predator-prooi relatie
Slide 6 - Tekstslide
Voedselrelaties (begrippen)
Herbivoren - planteneters
Carnivoren - vleeseters
Omnivoren - alleseters
Predatie: eten van prooien (door carnivoren en omnivoren).
Predator-prooi relatie
Slide 7 - Tekstslide
Voedselrelaties (kringloop)
Producenten (P)
Consumenten (C1, C2, C3)
Afvaleters
Reducenten
Slide 8 - Tekstslide
Dynamisch evenwicht
Slide 9 - Tekstslide
Voedselketen
Begint altijd bij een producent (plant/alg)
Pijlen in de richting van de energie
Slide 10 - Tekstslide
Voedselweb
* Pijlen
* Schakels (elke soort een aparte schakel)
Slide 11 - Tekstslide
Accumulatie
Persistente gifstoffen: niet afbreekbaar door organismen
Slide 12 - Tekstslide
Accumulatie
Accumulatie zorgt voor problemen in de hogere schakels in de voedselketen.
Slide 13 - Tekstslide
Symbiose
Relaties tussen soorten:
1. Mutualisme (+/+)
2. Commensalisme (+/?)
3. Parasitisme (+/-)
Stel ik heb geen auto en ik heb vervoer nodig, wat zijn mijn opties?
Slide 14 - Tekstslide
Symbiose: Mutualisme
ik:
taxichauffeur:
Slide 15 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van mutualisme in de natuur
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Symbiose: Commensalisme
ik:
chauffeur:
Slide 18 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van commensalisme in de natuur
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Symbiose: Parasitisme
ik: parasiet
eigenaar: gastheer
Slide 21 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van parasitisme in de natuur
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Symbiose: Epyfitisme
plant 1: epyfiet
plant 2:
Slide 24 - Tekstslide
Leerdoelen 6.4
Je herkent relaties in een voedselketen en voedselweb.
Je kunt uitleggen hoe een dynamisch evenwicht onstaat tussen prooi en predatoren.
Je legt uit hoe persistente gifstoffen een ecosysteem beinvloeden
Je kunt de verschillende soorten symbiose beschrijven en hier voorbeelden van geven
Slide 25 - Tekstslide
Bij commensalisme hebben beide soorten voordeel van de samenleving.
A
Goed
B
Fout
Slide 26 - Quizvraag
Planten met dezelfde niche zijn elkaars concurrenten.
A
Goed
B
Fout
Slide 27 - Quizvraag
Hoe wordt de relatie genoemd tussen zeester en zeeslak?
A
concurrentie relatie
B
producent consument relatie
C
predator prooi relatie
Slide 28 - Quizvraag
Een voedselweb kan beginnen met schimmels.
A
Goed
B
Fout
Slide 29 - Quizvraag
Zelfstandig werken
Lees par 6.4 en maak opdracht:
41, 42, 44, 46, 49, 50, 53
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Werd je tijdens de instructie gevraagd om actief mee te denken?
A
Ja
B
Nee
C
Deels
Slide 32 - Quizvraag
Welke van de onderstaande leerdoelen zijn volgens jou bereikt? Vul alleen de letter in.
A. Je herkent relaties in een voedselketen en voedselweb. B. Je kunt uitleggen hoe een dynamisch evenwicht onstaat tussen prooi en predatoren. C. Je legt uit hoe persistente gifstoffen een ecosysteem beinvloeden D. Je kunt de verschillende soorten symbiose beschrijven en hier voorbeelden van geven
Slide 33 - Open vraag
Hoeveel opdrachten heb je gemaakt tijdens het zelfstandig werken?