2324_4V_6.3 + 6.4

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 6.4 Relaties tussen soorten
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 6.4 Relaties tussen soorten

Slide 1 - Tekstslide

timer
4:00

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 6
6.1 De verwantschap tussen soorten
6.2 Populaties
6.3 Soorten en hun omgeving
6.4 Relaties tussen soorten

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je weet het verschil tussen habitat en niche
2. Je kan een tolerantiegrens interpreteren
3. Je kan omgaan met voedselketens en voedselwebben
4. Je beschrijft hoe adaptaties van een soort ontstaan.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Voedselrelaties
Herbivoren - planteneters
Carnivoren - vleeseters
Omnivoren - alleseters

Predatie: eten van prooien (door carnivoren en omnivoren).
Predator-prooi relatie

Slide 8 - Tekstslide

Voedselrelaties
Producenten
Consumenten
Afvaleters
Reducenten

Slide 9 - Tekstslide

Dynamisch evenwicht

Slide 10 - Tekstslide

Voedselketen
Begint altijd bij een producent (plant/ alg)
Pijlen in de richting van de energie

Slide 11 - Tekstslide

Voedselweb
* Pijlen
* Schakels (elke soort aparte schakel)

Slide 12 - Tekstslide

Op de x-as van deze grafiek wordt de vochtigheid van de grond weergeven. Op de y-as zie je de overlevingskansen van de verschillende plantensoorten a, b, c en d.
Welke van de uitspraken is niet waar?
Op de volgende dia zie je het plaatje groot.
A
Binnen de tolerantiegrenzen van c komen soort d en b ook voor.
B
Soort b heeft een grotere tolerantiegrens en is daarom beter bestand tegen schommelingen.
C
Soort a en c komen niet naast elkaar voor in een gebied.
D
Bij de optimumwaarde van a kunnen soorten b, c en d niet overleven.

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdrachten 6.3

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je weet het verschil tussen habitat en niche
2. Je kan een tolerantiegrens interpreteren
3. Je kan omgaan met voedselketens en voedselwebben

Slide 16 - Tekstslide

Hoofdstuk 6
6.1 De verwantschap tussen soorten
6.2 Populaties
6.3 Soorten en hun omgeving
6.4 Relaties tussen soorten
6.5 Nieuwe en kwetsbare populaties

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Doel 6.4
  • Je herkent en beschrijft verschillende relaties tussen typen organismen
  • Je legt uit hoe persistente gifstoffen in een ecosysteem komen
  • Je kan de eilandtheorie gebruiken en toepassen



Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Plastic
  • niet biologisch afbreekbaar
  • microplastic
  • nanoplastic
  • opname in cellen

Slide 22 - Tekstslide

 Souza Machado, Werner Kloas et al. 2017

Slide 23 - Tekstslide

Persistentie en Accumulatie
Persistent = "volhardend", niet of slecht biologisch afbreekbaar --> ophoping in het lichaam (bijv. vetweefsel)

Gevolg?
Accumulatie in de voedselketen

Slide 24 - Tekstslide

Accumulatie
Persistente stoffen: niet afbreekbaar door organismen

Slide 25 - Tekstslide

Accumulatie
Accumulatie zorgt voor problemen in de hogere schakels in de voedselketen.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Relaties tussen soorten
-Commensalisme           +/.
-Mutualisme                     +/+
-Parasitisme                      -/+


Slide 28 - Tekstslide

Stel ik heb autovervoer nodig en ik heb geen auto. Welke opties heb ik?

Slide 29 - Open vraag

Symbiose: Mutualisme
ik: 



taxichauffeur:

Slide 30 - Tekstslide

Symbiose: Commensalisme
ik: 



chauffeur:

Slide 31 - Tekstslide

Symbiose: Epyfitisme
plant 1: epyfiet



plant 2: 

Slide 32 - Tekstslide

Symbiose: Parasitisme
ik: parasiet



eigenaar: gastheer

Slide 33 - Tekstslide

Netflix

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag
-Opdrachten 6.4
-Extra opdracht
-Vragen? --> Kom naar mij toe
-Begin alvast aan een begrippenlijst
-Hulp nodig met planning?

Slide 35 - Tekstslide

Doel 6.4, deel 6.5
  • Je weet wat accumulatie is
  • Je kunt de verschillende soorten symbiose beschrijven en hier voorbeelden van geven
  • Je weet wat de eilandtheorie is



Slide 36 - Tekstslide

Begrippen 6.4
herbivoren, carnivoren, omnivoren, predatie, predator-prooirelatie, voedselketen, voedselweb, accumulatie, persistent, symbiose, mutualisme, commensalisme, parasitisme, epifytisme

Slide 37 - Tekstslide

6.5

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide