Taal/spelling groep 8, hh thema 2, les 7 en 9

OW + LV + MV
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
(gezegde)

Dit zijn zinsdelen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

OW + LV + MV
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
(gezegde)

Dit zijn zinsdelen

Slide 1 - Tekstslide

ZINSDELEN

     Ik geef instructie aan groep 8.
    
    geef = gezegde
    ik = onderwerp
    instructie = lijdend voorwerp (LV)
    aan groep 8 = meewerkend voorwerp (MV)


Slide 2 - Tekstslide

Welk zinsdeel vind je door te vragen 'wie (of wat) + gezegde?

Slide 3 - Open vraag

Welk zinsdeel vind je door te vragen 'wat (of wie) + gezegde + onderwerp?

Slide 4 - Open vraag

Wat is het onderwerp?

Vrijdag gaf meester Bart een woordenschatles.
A
gisteren
B
gaf
C
meester Bart
D
een woordenschatles

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp?

Gisteren maakten wij extra bij les 2 en 4
A
Gisteren
B
maakten
C
wij
D
extra bij les 2 en 4

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?

De jarige trakteert op chips aan de familie.
A
De jarige
B
de familie
C
chips
D
aan de familie

Slide 7 - Quizvraag

onderwerp
gezegde
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
heeft
aan de patiënt
De dokter
nieuwe pillen
gegeven.

Slide 8 - Sleepvraag

onderwerp
gezegde
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
wil
Een bos bloemen
Frans Bauer
aan zijn vrouw
geven.

Slide 9 - Sleepvraag

onderwerp
gezegde
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
ben
een vliegtuig
Ik
woei woei

Slide 10 - Sleepvraag

SCHRIJFTAALWOORDEN
ouderwetse woorden

vaak in formele taal

Slide 11 - Tekstslide

Hij had aanvankelijk grote moeite met rekensommen.
A
grote moeite
B
aanvankelijk
C
had
D
rekensommen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het spreektaalwoord voor 'aanvankelijk'?

Slide 13 - Open vraag

Opa en oma zijn komend weekend 50 jaar gehuwd.
A
opa en oma
B
komend weekend
C
50 jaar
D
gehuwd

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het spreektaalwoord voor gehuwd?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Welk woord is goed gespeld?
A
enigzins
B
enigsins
C
enigszins
D
enigsinds

Slide 17 - Quizvraag

Typ het woord

Slide 18 - Open vraag

Typ het woord

Slide 19 - Open vraag

Typ het woord

Slide 20 - Open vraag

Typ het woord

Slide 21 - Open vraag