5/9 drogredenen 1

Welkom
Pak alvast: Nieuw Nederlands, leesboek
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak alvast: Nieuw Nederlands, leesboek

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Drogredenen deel 1
Lezen

Slide 2 - Tekstslide

Argumentatieschema's
  • Het geheel van argumenten en standpunt = argumentatie
  • Verband tussen argument en standpunt = argumentatieschema
  • Verschillende argumentatieschema's:
  1. Autoriteit
  2. Kenmerk of eigenschap
  3. Oorzaak en gevolg
  4. Vergelijking
  5. Voorbeelden
  6. Voor- en/ of nadelen

Slide 3 - Tekstslide

Drogredenen
  • Valse/ foutieve argumentatie 
  • Belangrijk om te herkennen
  1. Je maakt zelf minder fouten
  2. Je ziet eerder zwakke punten in de argumentatie van ander
  • Twee varianten:
  1. Argumentatieschema onjuist gebruikt
  2. Overtreden van discussieregel

Slide 4 - Tekstslide

Onjuist beroep op oorzaak-gevolg 1
1. De genoemde oorzaak is niet voldoende om tot het voorspelde gevolg te leiden.
  • Bijv.: "De Tweede Wereldoorlog was onvermijdelijk (gevolg), want Duitsland is in de Eerste Wereldoorlog in een diepe economische crisis geduwd (oorzaak).''
  • "Een diepe economische crisis" hoeft niet onvermijdelijk tot een oorlog te leiden.

Slide 5 - Tekstslide

Onjuist beroep op oorzaak-gevolg 2
2. Het genoemde gevolg kan ook andere oorzaken hebben dan de oorzaak die genoemd wordt.
  • Bijv.: 'Het is logisch dat minder havisten zich hebben opgeven voor een hbo-studie (gevolg); ze moeten nu namelijk meer lenen dan voorheen (oorzaak).'
  • Dit kan bijvoorbeeld ook komen doordat er meer mensen voor een mbo-studie kiezen of dat minder mensen hun havodiploma halen.

Slide 6 - Tekstslide

Onjuist beroep op oorzaak-gevolg 3
3. Tussen twee zaken die gelijktijdig/ kort na elkaar gebeuren wordt een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl er geen relatie is.
  • Bijv.: 'De invoering van chromebooks op school is een slechte zaak (oorzaak). De resultaten van de rekentoets zijn sinds die tijd steeds slechter geworden (gevolg).'
  • Het kan allebei wel waar zijn, maar heeft in dit geval niks met elkaar te maken.

Slide 7 - Tekstslide

Onjuist beroep op kenmerk/eigenschap
Aan een bepaald kenmerk wordt veel betekenis toegekend, (terwijl andere kenmerken worden genegeerd).
  • Bijv.: 'De ouders van Maryam hebben een hond, twee katten en een kanarie. Ze zullen dus wel op de Partij voor de Dieren stemmen.'
  • Veel gewicht voor dit kenmerk van PvdD-stemmers

Slide 8 - Tekstslide

Overdrijven voor- of nadelen
Voor- of nadelen van een handeling worden heel erg overdreven.
  • Bijv.: ‘Je moet je bril snel vervangen door contactlenzen. Je zult zien dat dan de hele klas met je bevriend wil zijn.'
  • Het voordeel van contactlenzen wordt wel heel erg overdreven.

Slide 9 - Tekstslide

Vals dilemma (voor- nadelen)
Bij een vals dilemma doet men alsof er gekozen kan worden uit twee mogelijkheden, terwijl er veel meer opties dan die twee zijn.
  • Bijv.: ‘Als jij niet naar Spanje op vakantie wil, dan gaan we toch helemaal niet op vakantie’.
  • Er zijn nog veel meer andere opties dan alleen 'Spanje of niets'

Slide 10 - Tekstslide

Overhaaste generalisatie (voorbeeld)
Op basis van een enkel geval worden conclusies getrokken voor veel/ alle gevallen. De conclusie is voorbarig.
  • Bijv.: 'Mijn opa heeft pas een griepprik gehad, maar heeft nu toch griep gekregen. Die landelijke vaccinaties werken dus niet en kunnen net zo goed worden afgeschaft.'

Slide 11 - Tekstslide

Verkeerde vergelijking
Er is sprake van twee zaken die onterecht met elkaar worden vergeleken.
  • Bijv.: 'Het openbaar vervoer moet gratis worden. Schoolboeken zijn immers ook gratis.'

Slide 12 - Tekstslide

Onjuist beroep op autoriteit
De aangehaalde autoriteit is onbetrouwbaar vanwege eigen belangen of is op het betreffende gebied geen autoriteit.
  • Bijv.: 'Ik denk dat Feyenoord dit jaar kampioen wordt. De burgemeester van Rotterdam is daar heilig van overtuigd.' 

Slide 13 - Tekstslide

Welke drogreden?
'Ik denk wel dat hij zijn rij-examen in één keer haalt: hij haalde zijn vwo-examen ook met gemak.'

Slide 14 - Tekstslide

Welke drogreden?
'Roken is echt niet zó slecht voor je. Mijn moeder is hartstikke gezond en heeft altijd gerookt.'

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maak opdracht 1, blz. 50
  • Mag samen, mag alleen
  • Klaar? Nakijken met antwoorden Classroom
  • Ook daarmee klaar? Lezen in je boek!

Slide 16 - Tekstslide

Vooruitblik
Volgende les: drogredenen deel 2, lezen + eerste gesprekjes

Slide 17 - Tekstslide