Taal - trappen van vergelijking

TRAPPEN VAN VERGELIJKING
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

TRAPPEN VAN VERGELIJKING

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Ik kan de trappen van vergelijking
toepassen in de zinnen.

Slide 2 - Tekstslide

slim - slimmer - slimst

  1. Ik ben slim.
  2. Jij bent slimmer.
  3. En hij is het slimst.

Let op de dubbelzetter!

Slide 3 - Tekstslide

groot - groter - grootst

  1. Jij bent groot.
  2. Ik ben groter.
  3. Hij is het grootst.

Let op de tekendief!

Slide 4 - Tekstslide

En nu jij ...


De boom is dik.
Die boom is ... ? ...
En deze boom is het dikst.

Slide 5 - Tekstslide

De boom is dik.
Die boom is ... ? ...
En deze boom is het dikst.

Slide 6 - Open vraag

En nu jij ...

Pim is sterk.
Mijn vader is sterker.
En hij is het ... ? ...

Slide 7 - Tekstslide

Pim is sterk.
Mijn vader is sterker.
En hij is het ... ? ...

Slide 8 - Open vraag

En nu jij ...

De toren van Pisa is hoog.
De Eiffeltoren is ... ? ...
De Burg Khalifa is het hoogst.

Let op de juiste spelling!

Slide 9 - Tekstslide

De toren van Pisa is hoog.
De Eiffeltoren is ... ? ...
De Burg Khalifa is het hoogst.

Slide 10 - Open vraag

Uitzondering
Bij enkele woorden zijn
de trappen van vergelijking iets anders.

Kim heeft een oude rolstoel,
maar die rijdt nog goed.

Slide 11 - Tekstslide

De rolstoel van Yu Feng is nieuw,
die rijdt ...
A
graag
B
minder
C
beter
D
liever

Slide 12 - Quizvraag

Rian heeft een dure rolstoel,
die rijdt het ...
A
best
B
minst
C
beter
D
graag

Slide 13 - Quizvraag

Een stapje moeilijker
Nu moet je zelf een antwoord typen.
Je kunt kiezen uit de trappen van vergelijking op blz. 90 - 91 van het taalboek.

Let goed op de spelling van de woorden.

Slide 14 - Tekstslide

Limonade is niet duur,
het kost ...

Slide 15 - Open vraag

Een koek kost nog ...

Slide 16 - Open vraag

Een lolly is het goedkoopst,
die kost het ...

Slide 17 - Open vraag

Wat is de juiste volgorde
bij deze trap van vergelijking?
A
graag - liefst - liever
B
liefst - liever - graag
C
graag - grager - graagst
D
graag - liever - liefst

Slide 18 - Quizvraag

De straat is smal.
Deze weg is ... ? ...
Het pad is het smalst.

Slide 19 - Open vraag

Einde van de les
Ik kan de trappen van vergelijking
toepassen in de zinnen.

goed - beter - best
weinig - minder - minst
graag - liever - liefst

Slide 20 - Tekstslide