‹Terug naar zoeken

K1 - Woorden - H4 - les 2 synoniem en tegenstelling + betekenis uit tekst

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op tafel: IPad + leesboek Gozert
  • stillezen                                                                                               5 min.
  • huiswerk - nog vragen?                                                                5 min.
  • Herhalen alfabet (woordenboek)                                             5 min. 
  • uitleg                                                                                                    10 min.
  • online oefenen - Talent                                                                15 min.
  • Blooket                                                                                                  5 min.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

alfabet opschrijven

Slide 6 - Tekstslide

Laat de leerlingen in hoog tempo het alfabet opschrijven (oefenen / herhalen).



alfabetiseren 
herfst                                             eikel           

kastanje                                       paddenstoel

storm


Slide 7 - Tekstslide

Laat de leerlingen in hoog tempo het alfabet opschrijven (oefenen / herhalen).



alfabetiseren (schrijf onder elkaar)
herfst - eikel - kastanje - paddenstoel - storm

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Woorden
 - les 4.5

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
  • Je leert de betekenis van verschillende woorden.
  • Je herhaalt wat een synoniem is.
  • Je oefent met tegenstellingen.
  • Je oefent met de betekenis van de een woord uit de zin te halen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat
Wanneer je meer woorden kent, kun je beter begrijpend lezen. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

synoniemen
Andere woorden die hetzelfde betekenen, noem je synoniemen.

Bijvoorbeeld:
begrijpen - snappen
snel - vlug
eenvoudig - makkelijk

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden zijn synoniemen van elkaar? Sleep de synoniemen naar de juiste plek.
collectie
risico
tevens
uiteraard
verzameling
gevaar
ook
natuurlijk

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

woordraadstrategie: antoniem
Als je een moeilijk woord in de tekst tegenkomt, kun je soms de betekenis raden door te zoeken naar een antoniem in de tekst.
Een antoniem is een woord met een tegengestelde betekenis.
                                    Voorbeeld:
                                    Warm is een antoniem van koud.
                                    Licht is een antoniem van donker. 
                                    Lief is een antoniem van gemeen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

belangrijk en relevant


A
synoniem
B
antoniem

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

sanctie - straf
A
synoniem
B
antoniem

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

nogmaals - opnieuw
A
synoniem
B
antoniem

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kwaad - boos
A
synoniem
B
antoniem

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

snel - traag
A
synoniem
B
antoniem

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

nationaal - internationaal
A
synoniem
B
antoniem

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

digitaal - op papier
A
Synoniem
B
Antoniem

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben dol op desserts, zoals crème brûlée, tiramisu, chocolade mousse of een heerlijke ijscoupe.

Wat is het signaalwoord van een voorbeeld in deze zin?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben dol op desserts, zoals crème brûlée, tiramisu, chocolade mousse of een heerlijke ijscoupe.

Wat is het synoniem voor desert?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken online: Hoofdstuk 4 - les 4.5 - opd. 9 t/m 12 
                                                                                    +15 +16
timer
10:00
Klaar?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

  • Huiswerk: Lezen Prutje!!                                           + afmaken les 4.5
  • Volgende les: bezoek Pieter Koolwijk!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer lessen zoals deze

Over Taal - blok 2 - les 2.10

- Les met 12 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Over Taal - blok 2 - les 2.10

- Les met 12 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Les 6, grammaire H (25-11) H3A

- Les met 22 slides
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Les 6, grammaire H (27-11) 3vwo

- Les met 22 slides
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Over taal synoniemen en antoniemen

- Les met 26 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

30-11-21

- Les met 17 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

§3.3 Woorden

- Les met 16 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Synoniemen en antoniemen (T10 keuzeles 2+3)

- Les met 33 slides
NederlandsSecundair onderwijs