thema 2 urine

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 1 - Quizvraag

Normaal plas je 1 liter per dag?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Urine
Bestaat uit: 

- Afvalstoffen (Ureum, creatinine, urinezuur)
- Water (95%)
- Zouten
- Schadelijke stoffen

Slide 3 - Tekstslide

Observatiepunten bij urine
  • Frequentie
  • Hoeveelheid
  • Kleur
  • Helderheid
  • Geur
  • De manier waarop de cliënt urineert

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveelheid
Per dag produceert een volwassene ongeveern 1,5 liter urine.

Afhankelijk van:
  • vochtinname
  • transpiratie of braken.

Slide 5 - Tekstslide

Indien je een pizza gegeten hebt, welke stof wordt er geactiveerd om het zout weer uit te plassen?
A
renine
B
vitamine D
C
ADH
D
epo

Slide 6 - Quizvraag

Kleur

Slide 7 - Tekstslide

Kleur

  • Licht geel: veel water in de urine.
  • Donker geel: weinig water in de urine.
  • Donkergeel tot donkerbruin: kan duiden op leveraandoening.
  • Roze, roodbruin of vleeskleurig: bloed bij de urine.

Slide 8 - Tekstslide

Helderheid
Urine is normaalgesproken helder, zoals appelsap.

Bij een infectie is de urine troebels en zitten er kleine stukjes of vlokjes in de urine.

Slide 9 - Tekstslide

Geur

  • Normaal ruikt de urine naar ammoniak.
  • Diabetes: zoete geur of naar aceton.
  • Bij een infectie kan de urine scherp en onaangenaam ruiken.

Slide 10 - Tekstslide