In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
uitscheiding
planning:
kennis voorpeilen
doelen benoemen
theorie bij urinewegstelsel
groepsopdracht urine maken
Slide 1 - Tekstslide
waar denk jij aan bij de term: uitscheiding
Slide 2 - Woordweb
welke orgaanstelsels scheiden allemaal uit?
Slide 3 - Open vraag
lesdoelen
Studenten kunnen de normale samenstelling van urine begrijpen en de factoren die de kleur en dikte beïnvloeden identificeren.
Studenten kunnen verschillende soorten urine produceren en de bijbehorende kenmerken beschrijven, en ze kunnen de relatie tussen deze kenmerken en mogelijke gezondheidsproblemen uitleggen.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Observatiepunten bij urine
Slide 7 - Tekstslide
De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren
Slide 8 - Quizvraag
Normaal plas je 1 liter per dag
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Urine bestaat voor 95% uit water.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Wat is in de meeste gevallen de oorzaak van een urineweg infectie?
A
Niet goed eten
B
Niet goed bewegen
C
Bacteriën van de darm
D
In de wind staan
Slide 11 - Quizvraag
Waarom is het belangrijk om de urine in de gaten te houden?
Slide 12 - Open vraag
Waar let je op bij het observeren van urine?
Slide 13 - Woordweb
Observatiepunten bij urine
Frequentie
Hoeveelheid
Kleur
Helderheid
Geur
De manier waarop de cliënt urineert
Slide 14 - Tekstslide
Frequentie
Hoevaak plast een cliënt?
Observeer wat voor een cliënt normaal is.
Observeer vocht inname.
Slide 15 - Tekstslide
Hoeveelheid
Per dag produceert een volwassene ongeveern 1,5 liter urine.
Afhankelijk van:
vochtinname
traspiratie of braken.
Slide 16 - Tekstslide
Kleur
Slide 17 - Tekstslide
Kleur
Licht geel: veel water in de urine.
Donker geel: weinig water in de urine.
Donkergeel tot donkerbruin: kan duiden op leveraandoening.
Roze, roodbruin of vleeskleurig: bloed bij de urine.
Slide 18 - Tekstslide
Helderheid
Urine is normaalgesproken helder, zoals appelsap.
Bij een infectie is de urine troebels en zitten er kleine stukjes of vlokjes in de urine.
Slide 19 - Tekstslide
Geur
Normaal ruikt de urine naar ammoniak.
Diabetes: zoete geur of naar aceton.
Bij een infectie kan de urine scherp en onaangenaam ruiken.
Slide 20 - Tekstslide
De manier waarop de cliënt urineert
Door pijn kan een cliënt zijn urine ophouden of durft hij niet te gaan plassen.