Homeostase

Homeostase
Thema Regeling
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Homeostase
Thema Regeling

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Begrippen: homeostase, regelkring, norm, receptor, effector

Herhaling in nieuwe context:
negatieve terugkoppeling
positieve terugkoppeling
dynamisch evenwicht

Slide 2 - Tekstslide

Homeostase

Lichaam houdt bepaalde factoren rond een vaste waarde
voorbeeld: zuurstofconcentratie bloed

Basisvoorwaarde voor functioneren


Slide 3 - Tekstslide

Welke factoren moeten
nog meer constant blijven?

Slide 4 - Woordweb

Voorbeelden van homeostase

Lichaamstemperatuur (37 graden Celcius)
Bloeddruk (125 mm Hg / 82 mm Hg)
Glucose concentratie bloed (6 mmol/liter)
Osmotische waarde bloed (vgl 0,7% zoutoplossing)
Testosteronconcentratie (?)




Slide 5 - Tekstslide

Regeling lichaamstemperatuur
Voorbeeld handhaven van de norm

Slide 6 - Tekstslide

Te warm?
Zweten
Grotere doorbloeding huid

Schaduw opzoeken
Kleren uittrekken
Weinig bewegen

Slide 7 - Tekstslide

Te koud?
kippenvel
rillen
kleinere doorbloeding huid

bewegen
kleren aandoen
warm drinken

Slide 8 - Tekstslide

Welk lichaamsdeel zorgt voor homeostase?
timer
0:30
A
Huid
B
Bloed
C
Hersenen
D
Spieren

Slide 9 - Quizvraag

Regelkring

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Receptor en effector
Receptor: zintuig
neemt afwijking van de norm waar

effector: spier/klier
zorgt voor terugkeer naar de norm

Hersenen verwerken informatie receptoren
sturen effectoren aan

Slide 12 - Tekstslide

Waardoor krijg je homeostase?
timer
1:00
A
Door positieve terugkoppeling
B
Door negatieve terugkoppeling
C
Door allebei
D
Door geen van beide

Slide 13 - Quizvraag

Negatieve terugkoppeling
Resultaat van een proces
remt het proces
(proces remt zichzelf af)

resultaat: 
dynamisch evenwicht

Slide 14 - Tekstslide

Dynamisch evenwicht

Slide 15 - Tekstslide

Positieve terugkoppeling..
Waar?

Slide 16 - Tekstslide

Tussen welke 2 hormonen vindt positieve terugkoppeling plaats?
timer
0:30
A
FSH en oestrogeen
B
FSH en progesteron
C
LH en oestrogeen
D
LH en progesteron

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het gevolg van
deze positieve terugkoppeling
timer
0:30
A
concentratie oestrogeen blijft constant
B
concentratie oestrogeen neemt sterk toe
C
concentratie oestrogeen neemt sterk af

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Positieve terugkoppeling
Loopt helemaal uit de hand!
Geen dynamisch evenwicht
Geen norm

Slide 20 - Tekstslide

Wat komt vaker voor?
timer
0:30
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
C
Beide komen even vaak voor

Slide 21 - Quizvraag