H2 - Chapitre 7 - Source D - passé composé

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de passé composé?
Geef een voorbeeld van een zin in het Nederlands

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Ik heb gereisd
(voyager)
A
J'ai voyager
B
Tu as voyagu
C
Tu as voyagé
D
J'ai voyagé

Slide 8 - Quizvraag

Hij heeft gegeten
(manger)
A
il a mangé
B
tu as mangé
C
il a mangé
D
tu as mangé

Slide 9 - Quizvraag

Wij hebben gepraat
(parler)
A
Ils ont parlé
B
Nous avons parli
C
Nous avons parlé
D
Vous avez parlu

Slide 10 - Quizvraag

Zij heeft gezongen
(chanter)
A
Elle a chanté
B
Elle a chanteré
C
Tu as chanté
D
Nous avons chanté

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Let op:
In het Nederlands zeggen we: Ik ben geweest.
In het Frans zeggen we: J'ai été.

Dus: Bij être gebruik je in de passé composé het hulpwerkwoord avoir

Slide 13 - Tekstslide

Avoir: jij hebt gehad

Slide 14 - Open vraag

Faire: hij heeft gedaan/gemaakt

Slide 15 - Open vraag

Être: U bent geweest

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

J' ( dansé- passé composé)
vul alleen de werkwoorden in

Slide 19 - Open vraag

Vous (être, passé composé)

Slide 20 - Open vraag

Elles (faire, passé composé)

Slide 21 - Open vraag

Nous (avoir, passé composé)

Slide 22 - Open vraag

Juliette (regarder, passé composé)

Slide 23 - Open vraag

Elle (aller, passé composé)

Slide 24 - Open vraag

Elles (rester, passé composé) ici.

Slide 25 - Open vraag

Elle _____ (rester, passé composé )

Slide 26 - Open vraag

Caroline et Lucy _________ au cinéma
(aller-passé composé.)

Slide 27 - Open vraag

Patrick (tomber, passé composé)

Slide 28 - Open vraag