Wanneer je de leestekens punt, komma, vraagteken en uitroepteken juist gebruikt.
Wanneer je hoofdletters juist gebruikt.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
2.2 - Hoofdletters & leestekens
Wanneer je de leestekens punt, komma, vraagteken en uitroepteken juist gebruikt.
Wanneer je hoofdletters juist gebruikt.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
* Bijvoeglijke naamwoorden die van plek kunnen wisselen.
Dat is een kleine, blauwe tafel.
Slide 3 - Tekstslide
Koop voor €3 een lot en maak kans op een iPad mini een fiets een fashioncheque t.w.v. €25,- of twee toegangskaarten voor attractiepark Slagharen. Welke regel is van toepassing hierbij voor het plaatsen van de komma op de juiste plek(ken)?
Slide 4 - Open vraag
toen pieter te lang in de zon zat kreeg hij last van jeuk
Herschrijf de zin met zorg voor de leestekens en hoofdletters.
Slide 5 - Open vraag
hé moet jij vandaag niet leren omdat je morgen een toets hebt voor nederlands
Herschrijf de zin met zorg voor leestekens en hoofdletters.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
mevrouw b schokker uit 1vb heeft een limburgs accent
Herschrijf de zin met zorg voor leestekens en hoofdletters.
Slide 8 - Open vraag
Wat is de juiste spelling?
A
Mevrouw van der Starre
B
Mevrouw Van Der Starre
C
Mevrouw Van der Starre
D
Mevrouw Kila van der starre
Slide 9 - Quizvraag
Hoe schat jij jezelf in bij het juiste gebruik van de leestekens?
😒🙁😐🙂😃
Slide 10 - Poll
Hoe schat jij jezelf in bij het juiste gebruik van hoofdletters?