Woorden die met dieren te maken hebben

Wij ___________ de verf op het doek.
(spuiten t.t.)
1 / 12
volgende
Slide 1: Open vraag
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wij ___________ de verf op het doek.
(spuiten t.t.)

Slide 1 - Open vraag

Jij ___________ de boom.
(bemesten v.t.)

Slide 2 - Open vraag

Mijn ouders ____________ de fruitbomen.
(bemesten t.t.)

Slide 3 - Open vraag

Dana ________ de koning.
(ontmoeten v.t.)

Slide 4 - Open vraag

Bilal _____________ zijn vader in de tuin.
(helpen v.t.)

Slide 5 - Open vraag

De journalist_____________ morgen een radiobericht uit.
(zenden t.t.)

Slide 6 - Open vraag

Fiona en Joep ___________vorige week hun tong aan de soep.
(branden v.t.)

Slide 7 - Open vraag

Jasmijn_________ van appels.
(houden t.t.)

Slide 8 - Open vraag

Gisteren _____________ ik een doos bonbons.
(kopen v.t.)

Slide 9 - Open vraag

Mark _____________ van de glijbaan naar beneden.
(glijden t.t.)

Slide 10 - Open vraag

Met lego _____________ wij vroeger mooie dingen.
(bouwen v.t.)

Slide 11 - Open vraag

Gisteren ________ de buurman onze kat uit de boom.
(redden v.t.)

Slide 12 - Open vraag