Klaar voor kommagetallen!

Klaar voor kommagetallen!

Leerdoel

Aan het einde van deze les begrijp je wat een kommagetal is.

Leg het leerdoel uit aan de leerlingen en vertel waarom het belangrijk is om te leren

Wat weet jij al over kommagetallen?

Wat zijn kommagetallen?

Kommagetallen zijn getallen met een komma erin, bijvoorbeeld 2,5.

Vraag aan de leerlingen of ze voorbeelden van kommagetallen kunnen geven.

Getallenlijn

Op de getallenlijn staan hele getallen. De kommagetallen staan tussen de hele getallen in.

Laat de leerlingen oefenen met de getallenlijn door zelf getallen in te vullen.

Decimaal

Een kommagetal wordt ook wel een decimaal genoemd. Deci betekent tiende, dus een decimaal is een tiende getal.

Laat de leerlingen een aantal decimale getallen opschrijven en vraag hen waar het woord 'decimaal' vandaan komt.

Notatie

Een kommagetal kan op verschillende manieren genoteerd worden, bijvoorbeeld met een punt of een komma.

Laat de leerlingen oefenen met het noteren van kommagetallen met zowel een punt als een komma.

Rekenen met kommagetallen

Je kunt met kommagetallen rekenen, bijvoorbeeld optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.

Laat de leerlingen oefenen met het rekenen met kommagetallen.

Toepassingen

Kommagetallen worden veel gebruikt in het dagelijks leven, bijvoorbeeld bij het meten van gewicht, lengte of tijd.

Vraag aan de leerlingen waar ze kommagetallen tegenkomen in het dagelijks leven.

Ronding

Je kunt een kommagetal afronden naar boven of beneden. Dit noemen we ronding.

Laat de leerlingen oefenen met het afronden van kommagetallen.

Uitdaging

Kun jij een kommagetal opschrijven dat tussen 0,6 en 0,7 ligt?

Laat de leerlingen individueel of in groepjes een aantal uitdagende opdrachten uitvoeren.

Samenvatting

Een kommagetal is een getal met een komma erin. Je kunt met kommagetallen rekenen en ze worden veel gebruikt in het dagelijks leven.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en vraag de leerlingen wat ze hebben geleerd.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.