De zakelijke brief - 1

De zakelijke brief
Toets leerjaar 3
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De zakelijke brief
Toets leerjaar 3

Slide 1 - Tekstslide

Doelen:
- Je weet hoe een zakelijke brief is opgebouwd
- Je kunt zelf aan de slag met het schrijven van een klachtenbrief

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een zakelijke brief?

Slide 3 - Open vraag

Wat is geen voorbeeld van een zakelijke brief?
A
Sollicitatiebrief
B
Brief aan de buurman
C
Een verzoekbrief
D
Klachtenbrief

Slide 4 - Quizvraag

Welke toon gebruik je bij een zakelijke brief?
A
Formeel taalgebruik; je spreekt de lezer aan met 'u'
B
Informeel taalgebruik; je spreekt de lezer aan met 'je'

Slide 5 - Quizvraag


Plaats de onderdelen van een  zakelijke brief in de goede volgorde
Afzender
Plaats en datum
Geadresseerde
Betreft
Aanhef
Inleiding
Kern
Slot
Afsluiting
Bijlagen

Slide 6 - Sleepvraag

We zoomen in op de schrijfwijze van verschillende onderdelen in een zakelijke brief

Slide 7 - Tekstslide

In het adres van de ontvanger kun je onder de organisatienaam aangeven naar wie brief moet binnen de organisatie. Welke schrijfwijze is goed?
A
t.a.v. mevrouw De Vries
B
T.a.v. Mevrouw de Vries
C
T.a.v. mevrouw De Vries
D
T.a.v. Mevrouw De Vries

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting T.a.v.?
A
Trollen aan vuurkorven
B
Ter attentie van
C
Te achterlijk verkleed
D
Tosti's als verrassing

Slide 9 - Quizvraag

Welk schrijfwijze voor de plaats en datum is goed?
A
Apeldoorn, 13-05-2022
B
Apeldoorn 13 mei 2022
C
Apeldoorn, 13 m. 2022
D
Apeldoorn, 13 mei 2022

Slide 10 - Quizvraag

Welke plaats vul je in bij de plaats en datum?
A
De plaats waar de brief naartoe moet
B
De plaats waar je de brief schrijf
C
Jouw geboortedorp of -stad
D
Het maakt niet uit welke plaats daar staat. Doe wat leuks!

Slide 11 - Quizvraag

In de onderwerpregel geef je aan waar jouw brief over gaat. Welk antwoord is goed?
A
Betreft: klacht over vakantiehuis
B
Betreft Klacht over vakantiehuis
C
Betreft: klacht over vakantiehuis.

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde niet kent
A
Geachte heer mevrouw,
B
Geachte heren en mevrouwen,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Beste heer, mevrouw,

Slide 13 - Quizvraag

Welke alinea's zitten er minimaal in jouw zakelijke brief? (met witregels ertussen!)
A
Inleiding, kern, slot
B
kern, slot
C
kern
D
inleiding

Slide 14 - Quizvraag

Wat vertel je in de inleiding van jouw zakelijke brief?
A
Wat jouw adres is.
B
Details, informatie en toelichting.
C
Wat je van de lezer hoopt of verwacht.
D
Wie je bent en de aanleiding waarom je schrijft.

Slide 15 - Quizvraag

De eerste zin van de brief (na de aanhef) begint met een hoofdletter.
A
Niet waar. De aanhef eindigt met een komma en daarna krijg je nooit een hoofdletter.
B
Waar. In de zakelijke brief begint de eerste zin ondanks de komma na de aanhef toch met een hoofdletter.

Slide 16 - Quizvraag

Wat zet je in de kern van een zakelijke brief?
A
Wat jouw adres is.
B
Details, informatie, toelichting.
C
Wat je van de lezer hoopt of verwacht.
D
Wie je bent en de aanleiding waarom je schrijft.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is altijd een goede laatste zin van je slot?
A
Snel reageren graag.
B
U gaat dit probleem sowieso oplossen.
C
Ik hoop spoedig van je te horen.
D
Ik hoop spoedig van u te horen.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze van de slotformule?
A
Met Vriendelijke Groet,
B
Groet,
C
Met vriendelijke groet,
D
Mvg,

Slide 19 - Quizvraag

Aan het werk: klachtenbrief
  • Open de quest en maak het werk van de planning.
  • Vind je het lastig jouw eigen casus te bedenken, gebruik dan die van mij uit de quest.
  • Laat iedere opdracht aftekenen bij RNU

Slide 20 - Tekstslide