examentraining b4a

Examentraining b4
Wat gaan we doen?
  • Quiz en uitleg
  • Teksten oefenen
  • Schrijfopdracht nakijken
  • Aan het werk!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Examentraining b4
Wat gaan we doen?
  • Quiz en uitleg
  • Teksten oefenen
  • Schrijfopdracht nakijken
  • Aan het werk!

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van het examen
  • Leesvaardigheid je krijgt teksten met daarbij vragen die je moet beantwoorden. 
  • Luistervaardigheid je krijgt fragmenten te horen waar je vragen over moet beantwoorden.
  • Tekst schrijven je moet een artikel, brief of e-mail schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Leesvaardigheid

Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan
Fase 1      Oriënterend lezen
  1. Bekijk titel, tussenkopjes, afbeeldingen & bron
  2. Bedenk voor jezelf wat het onderwerp is en wat je er al van weet. 
  3. Lees de eerste en laatste alinea. 
  4. Bedenk voor jezelf hoe de tekst ongeveer in elkaar zal zitten. 

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan
Fase 2      Intensief lezen
  1. Lees de vragen. 
  2. Lees iedere alinea en maak eventueel aantekeningen

Fase 3      Vragen beantwoorden
  1. Lees de vraag nogmaals.  
  2. Hoe moet je de vraag beantwoorden?

Slide 5 - Tekstslide

Meerkeuze
  1. Lees eerst alleen de vraag.
  2. Lees nog een keer het tekstgedeelte.
  3. Zoek in de tekst zelf het antwoord op de vraag. 
  4. Vergelijk jouw antwoord met de antwoorden bij de vraag. 

Slide 6 - Tekstslide

Tekstdoelen
Wat wil de schrijver bereiken bij de lezers? 
Voorbeelden van tekstdoelen: 
  1. Informeren
  2. Activeren
  3. Overtuigen
  4. Amuseren
  5. Overhalen

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel van een advertentie?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een krantenartikel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 9 - Quizvraag

In een overtuigende tekst vind je vooral...
A
feiten
B
meningen
C
feiten & meningen

Slide 10 - Quizvraag

In een informerende tekst vind je vooral...
A
feiten
B
meningen
C
feiten & meningen

Slide 11 - Quizvraag

Feiten & meningen

Slide 12 - Tekstslide

"Het mooiste gevoel voor mij is als het busje van de postbode komt aanrijden", aldus sneakerfreak Mathijs (18).
A
Feit
B
Mening van de schrijver
C
Mening van een ander

Slide 13 - Quizvraag

De sneaker uit 2005 is ontworpen door de Nederlandse Piet 'Parra' Jansen.
A
Feit
B
Mening van de schrijver
C
Mening van een ander

Slide 14 - Quizvraag

Waar de één duizenden euro's betaalt voor een afgetrapt paar sneakers, wil ik er nog niet dood in gevonden worden.
A
Feit
B
Mening van de schrijver
C
Mening van een ander

Slide 15 - Quizvraag

Onderwerp en hoofdgedachte 
Onderwerp: daar waar de tekst over gaat (vaak in een paar woorden samen te vatten!) 

Hoofdgedachte: Stel jezelf de volgende vraag: 
  1. Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
  2. De hoofdgedachte staat vaak in de inleiding of het slot.

Slide 16 - Tekstslide

Lees de tekst hiernaast.

Wat is het onderwerp en wat is de hoofdgedachte?

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de vorige tekst?

Slide 18 - Open vraag

Wat is de hoofdgedachte van de vorige tekst?

Slide 19 - Open vraag

Functies van de inleiding
Inleiding
  • Onderwerp van de tekst introduceren.
  • Aandacht trekken
  • Stellen van een vraag
  • Mening van de schrijver
  • Iets over opbouw tekst vertellen
  • Leuk kort verhaaltje

Slide 20 - Tekstslide

Wat voor soort inleiding zien we hier?

Slide 21 - Tekstslide

Wat voor soort inleiding zag je?
De schrijver...
A
Geeft zijn mening over het ontstaan van gehoorschade
B
Geeft een voorbeeld van hoe gehoorschade ontstaat
C
Geeft uitslag van onderzoek naar gehoorschade

Slide 22 - Quizvraag

Functies van het slot
Let op: hoofdgedachte van de tekst staat vaak in het slot.
  • Conclusie geven.
  • Samenvatting geven van de tekst.
  • Advies geven.
  • Waarschuwing geven.
  • Oproep doen
  • Toekomstverwachting
  • Antwoord op vraag uit inleiding

Slide 23 - Tekstslide

Wat doet de schrijver in dit slot?

Slide 24 - Tekstslide

Wat voor soort slot zag je?
Hij geeft...
A
aanwijzingen om te zorgen dat er geen gehoorschade ontstaat
B
adviezen om te gaan met de gevolgen van gehoorschade
C
Tips om teveel lawaai te voorkomen

Slide 25 - Quizvraag

Tekstverbanden
Vragen over tekstverbanden:
  1. Wat is het verband tussen alinea 4 en 5?
  2. Wat is de functie van alinea 5 ten opzichte van alinea 5?

Belangrijk = ken de verbanden + signaalwoorden!

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Signaalwoorden als 'toen, eerder, vervolgens' horen bij...
A
Tijd
B
Samenvatting
C
Oorzaak-gevolg
D
Opsomming

Slide 28 - Quizvraag

Signaalwoorden als 'bovendien, ook, ten eerste, ten tweede' horen bij...
A
Tijd
B
Samenvatting
C
Oorzaak-gevolg
D
Opsomming

Slide 29 - Quizvraag

Signaalwoorden als 'waardoor, omdat, doordat' horen bij...
A
Oorzaak-gevolg
B
conclusie
C
Tegenstelling
D
Opsomming

Slide 30 - Quizvraag

'Ik heb vanochtend goed ontbeten, dus ik heb nu geen honger'. Welk verband herken je?
A
Oorzaak-gevolg
B
conclusie
C
Tegenstelling
D
Opsomming

Slide 31 - Quizvraag

'Zij zijn gisteren uit geweest, maar ik moest helaas werken'. Welk verband herken je?
A
Oorzaak-gevolg
B
conclusie
C
Tegenstelling
D
Doel-middel

Slide 32 - Quizvraag

'Met een pen schrijf ik deze brief'. Welk verband herken je?
A
Oorzaak-gevolg
B
conclusie
C
Tegenstelling
D
Doel-middel

Slide 33 - Quizvraag

Oefentekst leesvaardigheid
Je krijgt zo een leestekst. Maak 'm zelf! 
Hiervoor krijg je een kwartier de tijd. Daarna gaan we 'm nakijken. 
timer
15:00

Slide 34 - Tekstslide

Schrijfvaardigheid

Slide 35 - Tekstslide

Stappenplan
  1. Lees de opdracht door (situatiebeschrijving en opdracht). 
  2. Wat is het tekstdoel en het publiek?
  3. Markeer gegevens in de tekst en situatiebeschrijving die je in de tekst moet verwerken. 
  4. Schrijf de tekst en markeer de punten in de opdracht als je ze opgeschreven hebt. 
  5. Werk in de volgorde die de opdracht aangeeft. 

Slide 36 - Tekstslide

Beoordeling
Inhoud
Taalgebruik: spelling, formulering & interpunctie (leestekens)
Conventies: regels zoals alineagebruik en volgorde

Slide 37 - Tekstslide

Eigen schrijfopdracht nakijken
Je krijgt zo jouw schrijfopdracht terug. Kijk heel goed naar het aantal punten en alles wat ik heb verbeterd!

Slide 38 - Tekstslide

Aan het werk!
Kiezen:
- Oefenen op FACET met oefenexamen
- Oefenen op NUMO (taken) met leesvaardigheid

Slide 39 - Tekstslide