K3B3 H1 Hoofdgedachte/onderwerp


Welkom bij Nederlands

Deze les:

- Uitleg 2.3
- Aan de slag met 2.3 
- Aan de slag met schrijfdossier
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les


Welkom bij Nederlands

Deze les:

- Uitleg 2.3
- Aan de slag met 2.3 
- Aan de slag met schrijfdossier

Slide 1 - Tekstslide


Volgende les: oefentoets Lezen.
Donderdag: Schrijfopdracht inleveren



Volgende les: oefentoets Woordenschat.


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Ik weet het verschil tussen hoofdzaken en bijzaken.

Ik kan het onderwerp en de hoofdgedachte herkennen in de tekst.

Ik kan het onderwerp en de hoofdgedachte uit de tekst halen.

Slide 3 - Tekstslide

 Hoofd-en Bijzaken 

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken
Bijzaken
Hoe vind je de hoofdzaken in een tekst?

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdzaken en bijzaken
De belangrijke informatie in een tekst noem je de hoofdzaken.
Wat niet zo belangrijk is zijn de bijzaken.

Slide 6 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken
De belangrijkste informatie in een tekst zijn de hoofdzaken.

Deze hoofdzaken komen in een samenvatting te staan.


Slide 7 - Tekstslide

Hoofdzaken

- Belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
- Hoofdzaken staan in de kernzin.
- Tussenkopjes helpen om de hoofdzaken te vinden.
Bijzaken

Minder belangrijke informatie maken de hoofdzaken duidelijker. Het is vaak een voorbeeld, een herhaling of een uitleg bij de kernzin.

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdgedachte/onderwerp

Slide 9 - Tekstslide

Wat weet je over hoofdgedachte en onderwerp?

Slide 10 - Woordweb

onderwerp
Het onderwerp vertelt altijd waar de tekst over gaat

Je kan dit in max. 2 woorden opschrijven

Stel altijd jezelf de vraag: waar gaat deze tekst over?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Hoofdgedachte
Bij begrijpend lezen wordt vaak gevraagd wat de hoofdgedachte van de tekst is. Vraag je dan dit af: Wat is het belangrijkste wat de schrijver wil vertellen over het onderwerp van de tekst? --> hoofdgedachte

 Een hoofdgedachte bestaat uit één of twee zinnen.


Slide 13 - Tekstslide

Is de hoofdgedachte hetzelfde als het onderwerp?

Slide 14 - Open vraag

Hoe vind je de hoofdgedachte?
Als je op zoek bent naar de hoofdgedachte van een tekst, zoek je naar de belangrijkste informatie die de schrijver over het onderwerp geeft.

Eigenlijk is de hoofdgedachte uit twee delen opgebouwd:
• het onderwerp
• het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp vertelt

Als je dat in één of twee zinnen navertelt, heb je de hoofdgedachte te pakken!


Slide 15 - Tekstslide

Waar vind je de hoofdgedachte?

Slide 16 - Open vraag

Evaluatie lesdoel: Ik weet wat een hoofdgedachte/onderwerp is

Slide 17 - Woordweb

Ik kan het onderwerp en de hoofdgedachte uit een tekst halen
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Aan de slag
Nakijken huiswerk
Maken 2.3 opdracht 16 t/m22  
Schrijfdossier

Morgen inleveren via Magister 

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken 3Kader
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 12-14, opdracht 1 en 2, 3.
Opdrachten eerst klassikaal doornemen.

Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken 3Kader
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 14-17, opdr. 2 t/m 7.
Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
40 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 21 - Tekstslide

Zelfstandig werken 3Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 12-14, opdr. 1 en 2 en 3 en 4. Opdrachten klassikaal doornemen.
Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandig werken 3Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
blz. 15 t/m 19, opdr. 3 t/m 5.

Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
40 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 23 - Tekstslide