Formuleren 2: verwijswoorden

Welkom
Ga zitten, pak je boek.  
Leg ook alvast je pen en schrift klaar.

                                                    Nederlands havo 4
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga zitten, pak je boek.  
Leg ook alvast je pen en schrift klaar.

                                                    Nederlands havo 4

Slide 1 - Tekstslide

Formuleren
Ik kan dubbelopfouten herkennen

Ik ken de regels van verwijswoorden. 

Ik kan verwijswoorden correct gebruiken. 


Slide 2 - Tekstslide

Verwijswoorden
De-woorden: die/deze 
mannelijk (concreet): hij/hem/zijn
vrouwelijk (abstract): -heid-, -teit-, -nis, -schap, -de, -te, -ei, -ing, -ie, -iek, -ica, -theek, -tuur, -ine, -age, -is, -uur, -st) 
ze (dingen)/zij/haar

Het-woorden: onzijdig dat/dit/het/hem/zijn

Slide 3 - Tekstslide

Dus:
Mannen: vastpakken
Vrouwen: ongrijpbaar

Het: onzijdig

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Verwijswoorden
hen: lv of na vz
Ik stuur hen door naar de volgende ronde. (wie/wat stuur ik?)
Ik geef het aan hen door. (kast- en vakantiewoorden)

hun: bez. vnw of mv
Ik geef hun door dat je wat later bent. (aan wie/voor wie geef ik door?) 
Dat zijn hun spullen. (direct voor zn, is van die personen)
Deze spullen zijn van hen. (na voorzetsel en niet direct voor zn)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Verwijswoorden
wat (i.p.v. dat)
1. na overtreffende trap - dit is het mooiste wat ik ooit las.
2. hele zin: ik ga vanmiddag zwemmen, wat ik heel leuk vind.
3. bij onbepaald vnw: er is niets wat ik niet kan leren.

wie of waar
wie + voorzetsel: personen  Hij is degene op wie ik het meest vertrouw.
waar + voorzetsel: dingen/dieren   Dat een plus een twee is, is iets waarop je kan vertrouwen.

Slide 8 - Tekstslide

Verwijswoorden
Let op! Antecedent

Bepaald waarnaar het woord verwijst en kies dan het juiste verwijswoord.


De commissie van gekke mensen verkoopt haar clubhuis.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
  • H7 P2: maak opdracht 4 t/m 8.
  • Klaar? Kijk na. 
  • Herhaal P1: dubbelop. 
  • Maak eventueel ook de andere opdrachten uit het hoofdstuk. Start een samenvatting.
  • Boek uitlezen mag ook.
  • We bespreken straks een deel. 
timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
  • H7 P2 4 t/m 8 af + nagekeken
  • reviews meenemen (op laptop)

Slide 11 - Tekstslide