BS 1: elcetriciteit

Stroomsterkte
Stroomsterkte (I): het stromen van elektrische deeltjes (water)

We meten het in Ampère (A) met een ampèremeter

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
mens en natuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Stroomsterkte
Stroomsterkte (I): het stromen van elektrische deeltjes (water)

We meten het in Ampère (A) met een ampèremeter

Slide 1 - Tekstslide

Spanning
Spanning (U): Hoe sterk de elektrische deeltjes vooruit geduwd worden (druk)

Wordt gemeten in volt (V) met een voltmeter

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de eenheid van spanning?
A
ampere
B
watt
C
volt
D
joule

Slide 3 - Quizvraag

Eenheid van stroomsterkte
A
ampere
B
watt
C
volt
D
joule

Slide 4 - Quizvraag

Waaruit bestaat een gesloten stroomkring?
A
spanningsbron-stroomdraden-lamp-
B
spanningsbron-lamp
C
spanningsbron-stroomdraden
D
spanningsbron

Slide 5 - Quizvraag

Wat is géén spanningsbron?
A
Stopcontact
B
Batterij
C
Accu
D
Lampje

Slide 6 - Quizvraag

welk onderdeel levert elektriciteit?
A
stroomdraden
B
spanningsbron
C
lamp
D
schakelaar

Slide 7 - Quizvraag

Elektrische stroom vervoert elektrische energie. Hoeveel energie er wordt vervoerd, hangt af van de spanning en de stroomsterkte.
Hier staan vier uitspraken daarover. Welke uitspraak is waar?
A
Als je de stroom inschakelt, komt het vervoer van energie op gang.
B
Hoe meer stroom er loopt, hoe minder energie er wordt vervoerd.
C
Een hoge spanning vervoert evenveel energie als een lage spanning.

Slide 8 - Quizvraag

Hoort deze uitspraak bij spanning of stroomsterkte?

Uitgedrukt in Volt
A
spanning
B
stroomsterkte

Slide 9 - Quizvraag

Ampère staat voor
A
spanning
B
druk
C
stroomsterkte

Slide 10 - Quizvraag

6 batterijen van 1,5 V worden op de juiste manier in serie geschakeld. dit levert een spanning op van:
A
0 V
B
1,5 V
C
4,5 V
D
9 V

Slide 11 - Quizvraag