In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
8.4 De productie van chocolade
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Een reep chocolade
Wat valt je op aan de opbrengsten van de chocolade?
Slide 3 - Tekstslide
Een reep chocolade
Stel de reep kost € 3,00
Hoeveel euro gaat er dan naar de boeren?
Hoeveel euro gaat er naar de supermarkt?
Slide 4 - Tekstslide
Een reep chocolade
3 : 100 x 3.2 = € 0,096
3 : 100 x 43 = € 1,29
Wat vind jij hiervan?
Slide 5 - Tekstslide
internationale arbeidsverdeling
Zoals je net zag bij de chocoladereep, is de productie daarvan opgedeeld in delen.
Bij deze reep worden de grondstoffen naar de rijke landen geëxporteerd, en zij maken er een eindproduct van.
Slide 6 - Tekstslide
ontwikkelingslanden
Zij kunnen zelf chocoladerepen maken, echter kunnen ze de repen niet verkopen in eigen land.
Hoe kan dat?
Slide 7 - Tekstslide
Antwoord
ze hebben te weinig geld om deze eindproducten te kunnen maken.
de rijke landen heffen hoge invoerrechten op deze eindproducten
Slide 8 - Tekstslide
Arbeidsverdeling arme landen vs rijke landen
ontwikkelingslanden produceren grondstoffen.
rijke landen verwerken deze tot eindproducten
Slide 9 - Tekstslide
Wat betekent: Fairtrade
A
Eerlijke handel
B
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
C
Wereldhandelsorganisatie
D
Wereldbank
Slide 10 - Quizvraag
Fairtrade
Keurmerk dat aangeeft dat boeren voor hun producten een 'eerlijke prijs' ontvangen, d.w.z. de fairtradeprijs ligt iets boven de gewone prijsontwikkeling en garandeert een vaste minimumprijs.
Producten
Slide 11 - Tekstslide
Juist of onjuist? Fairtrade-chocolade is duurder dan 'gewone' chocolade.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Hoe helpt fairtrade boeren in ontwikkelingslanden.
A
Fairtrade zorgt voor dat de producten van de boeren in arme landen eerlijk prijs krijgen.
B
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
C
Wereldhandelsorganisatie
D
Een voorwaarde is dat kleine boeren organiseren en samenwerken. (Cooperaties