8.4 De productie van chocolade

8.4 De productie van chocolade
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

8.4 De productie van chocolade

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Een reep chocolade
De procenten staan voor dat deel wat er verdiend wordt.

Je ziet dat de boeren 3.2% krijgen van de opbrengst.

Slide 3 - Tekstslide

Een reep chocolade
Wat valt je nog meer op aan de opbrengsten van de chocolade?

Slide 4 - Tekstslide

Een reep chocolade
Stel de reep kost € 3,00

Hoeveel euro gaat er dan naar de boeren?

Hoeveel euro gaat er naar de supermarkt?

Slide 5 - Tekstslide

Een reep chocolade
3 : 100 x 3.2 = € 0,096

3 : 100 x 43 = € 1,29

Wat vind jij hiervan?

Slide 6 - Tekstslide

internationale arbeidsverdeling
Zoals je net zag bij de chocoladereep, is de productie daarvan opgedeeld in delen.

Bij deze reep worden de grondstoffen naar de rijke landen geëxporteerd, en zij maken er een eindproduct van.

Slide 7 - Tekstslide

ontwikkelingslanden
Zij kunnen zelf chocoladerepen maken, echter kunnen ze de repen niet verkopen in eigen land.

Hoe kan dat?

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord
  • ze hebben te weinig geld om deze eindproducten te kunnen maken.
  • de rijke landen heffen hoge invoerrechten op deze eindproducten

Slide 9 - Tekstslide

Arbeidsverdeling arme landen vs rijke landen
  • ontwikkelingslanden produceren grondstoffen.

  • rijke landen verwerken deze tot eindproducten

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent: Fairtrade
A
Eerlijke handel
B
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
C
Wereldhandelsorganisatie
D
Wereldbank

Slide 11 - Quizvraag

Fairtrade
Keurmerk dat aangeeft dat boeren voor hun producten een 'eerlijke prijs' ontvangen, d.w.z. de fairtradeprijs ligt iets boven de gewone prijsontwikkeling en garandeert een vaste minimumprijs.


Producten

Slide 12 - Tekstslide

Juist of onjuist?
Fairtrade-chocolade is duurder
dan 'gewone' chocolade.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Hoe helpt fairtrade boeren in ontwikkelingslanden.
A
Fairtrade zorgt voor dat de producten van de boeren in arme landen eerlijk prijs krijgen.
B
Fairtrade geeft de boeren machines
C
Fairtrade koopt alle producten van de boeren in arme landen op
D
Fairtrade mensen gaan zelf het land bewerken zodat de boeren dat niet meer hoeven te doen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is er bijzonder aan deze repen chocolade?

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag
Maak opdracht 4 t/m 10 zelfstandig in stilte
Huiswerk voor de volgende les!
Als je klaar bent ga je aan de slag met de rekentrainer

Slide 16 - Tekstslide