Laagland cursus 9 les 3 §2.4-2.6

Laagland Cursus 9, les 3
§2.4 Burgerlijke cultuur in de Republiek, 
§2.5 Muziek
§2.6 Classicisme
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Laagland Cursus 9, les 3
§2.4 Burgerlijke cultuur in de Republiek, 
§2.5 Muziek
§2.6 Classicisme

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • bespreken huiswerk: controlevragen 10 t/m 13
  • gemaakte opdracht 3 
  • §2.4  t/m 2.6, Burgerlijke cultuur in de Republiek, Muziek en Classicisme  
  • Aan de slag, Opdr. 4, p. 86  'Een oud besje met een jongman'. 
  • Huiswerk: afmaken opdracht 4, bestudeer:  §2.4-§2.6 en maak de controlevragen 14 t/m 19

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden controlevragen 
10. De vraag naar de methode om ware kennis te funderen werd op twee verschillende manieren beantwoord. Welke twee manieren? empirisme (Bacon, Locke) en rationalisme (Descartes, Spinoza).
Welk standpunt namen zij in? Empiristen => betrouwbare kennis gebaseerd op zintuigelijke ervaring en waarneming en Rationalisten=> betrouwbare kennis gebaseerd op het (kritisch) verstand, de ratio. Kennis is daar waar niet aan getwijfeld kan worden.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden controlevragen
11. Hoe veranderde het wereldbeeld vanaf de 14e eeuw? Niet de aarde, maar de zon is het middelpunt, waar de andere planeten omheen draaien. De aarde draait om de zon: Copernicaanse wending.
12. Noem een van de bekendste humanisten. Erasmus Wat is zijn bekendste boek? Lof der zotheid. Waarom is die titel goed gekozen? De verteller in het boek is de zotheid, de nar, die pijnlijke waarheden naar voren brengt.
13. Wat betekent renaissance? Renaissance betekent: wedergeboorte. Men streeft ernaar de klassiek oudheid in cultuur, kunst en literatuur te doen herleven en na te volgen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke taal schreef Erasmus?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee methoden leiden tot ware kennis?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk - Opdracht 3
Jacob Cats, Het Spaans heidinnetje
a Pretiosa bedoelt met “jeugd” niet alleen dat ze nog jong is, maar vooral dat ze nog maagd is, ze heeft nog geen seksuele omgang met mannen gehad.
b Ze denkt dat ze Don Ian tegen betaling (alsof ze prostituee is) seksueel tevreden moet stellen.
c Het grote verschil in stand (dus sociale positie).
d Het hof wordt een “dartel hof” genoemd, een plek waar men gericht is op “minnekozen”. Een plaats dus waar men vooral bezig is met de lichamelijke liefde. Daartegenover staat het eenvoudige, maar zuivere zigeunerleven, zoals Pretiosa dat ziet.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

antwoorden e-h
e De ring is het teken dat Don Ian oprechte liefde voor Pretiosa voelt, dat hij haar trouw is en met haar wil trouwen.
f Don Ian moet een tijdlang met de groep van Pretiosa als een echte “heiden” (zigeuner) leven. Deze proef moet uitwijzen of ze echt bij elkaar passen.
g Het belangrijkste bezwaar is het verschil in geloof: Don Ian is een christen, Pretiosa een “heiden”.
h Huwelijkspartners dienen uit dezelfde sociale groep te komen en dezelfde geloofsovertuiging hebben.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'exempla contraria' ? Geef een definitie of een voorbeeld

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is ook sprake van Exempla contraria in 'Het Spaanse heidinnetje', van Jacob Cats. Noem een voorbeeld hiervan.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2.4 Burgerlijke cultuur in de Republiek
  • Renaissance literatuur is bedoeld voor een geschoold, elitair publiek en bevat verwijzingen naar klassieke bronnen. Literatuur moet belerend en diepzinnig zijn, vol mythologische toespelingen, taalspel, woordspelingen en dubbelzinnigheden.
  • In de Republiek was een burgerlijke cultuur dominant. Rijke burgers, stadsbesturen, stedelijke instellingen waren opdrachtgever van schilders, beeldhouwers en architecten.  Ook ontstond een vrije kunstmarkt: schilders produceerden zonder opdracht.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Kunst en literatuur dienen om de burgerlijke en stedelijke identiteit te tonen en te legitimeren.
  • Daarnaast om burgerlijke waarden en normen te propageren. Geliefd middel is het gebruik van exempla contraria (verkeerde werelden).
  • Schilderskunst, kenmerkend:
    - schuttersstuk: schutters waren getrainde en gewapende burgers, zij hielpen bij de stadsverdediging en handhaven van de openbare orde. schuttersstukken zijn collectieve portretten.
  • en genreschilderij: ogenschijnlijk gebeurtenis uit het dagelijks leven, gebruik van veel symboliek, didactische functie.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Dit is de Nachtwacht van Rembrandt van Rijn (1642). Het schuttersstuk van Rembrandt vervulde een duidelijke stedelijke functie. Het is een origineel groepsportret van een vendel schutters en een symbolische uitbeelding van trots, identiteit en macht van Amsterdam

Slide 14 - Tekstslide


Genreschilderij van Jan Steen, lijkt   ogenschijnlijk gebeurtenis uit dagelijks leven, ook hier wordt symboliek gebruikt. Genreschilderijen hadden impliciet vaak een opvoedende, didactische functie door (ter lering) foutief gedrag te tonen. Het schilderij beeldt het spreekwoord uit op de achterwand -> Soo de oude songen, so pijpen de jongen -> kinderen kopiëren het slechte gedrag van ouders.
2.5 Muziek
  • 16e en 17 e eeuw, twee soorten muziek: kerkelijke en wereldlijke.
  • Door de hervorming verandert de kerkmuziek:
    - In de RK kerk zingt men vierstemmig in het Latijn
    - In protestante kerken zingt men in de volkstaal.
    Muziek verandert in de 16e en 17e eeuw:
  • Kenmerkend voor wereldlijke muziek: wereldlijke teksten op een levendig ritme -> composities meer bedoeld om gevoelens of hartstocht over te dragen én gebruik van meer verschillende instrumenten naast elkaar

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Een belangrijke vernieuwing in de muziekcultuur was het ontstaan van de opera, rond 1600 in Florence. L'Ofeo (1607) van Claudio Monteverdi
  • In de Nederlanden ontstaat een levendige muziek- en bloeiende zangcultuur. -> er wordt veel gemusiceerd en gezongen.
  • Liederen werden verzameld in liedboeken -> kleine handzame bundeltjes.
  • De jeugd droeg graag een liedboek bij zich (zoaals jullie nu de mobiel).
  • Samen liederen zingen, werd heel populair!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Het lied Een oud bestevaartje, met een jong meisje staat in de afdeling Boertigh Lied-boeck uit het Groot Lied-Boeck van Bredero.
2.6 Classicisme
  • In de 17e eeuw ontwikkelt zich het classicisme  -> streeft naar geïdealiseerde weergave van de werkelijkheid
  • Kunst gebaseerd op regels uit de klassieke Oudheid
  • Past bij rijke machtige burgers, stadsbestuurders en vorsten
  • Classicisme -> moest macht, glorie, rijkdom en aanzien uitstralen. 
  • Gebouwen: Het Mauritshuis (1644) en Stadhuis op de Dam (1655)
  • Beïnvloedt ook de smaak van het publiek van literatuur & schilderkunst.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
 Ga naar  Laagland cursus 9, opdrachtenboek p.86, opdracht 4
Samen lezen  tekst:  'Een oud besje met een jongman'.




Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Afmaken opdracht 4, p. 86:  'Een oud besje met een jongman' en  bestuderen: §2.4-§2.6 en maak de controlevragen (op de ELO) , vragen 14 t/m 19.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies