Zuren in water

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Bij welke pH-waarde is een oplossing neutraal?
A
Bij 0
B
Bij 3,5
C
Bij 7
D
Bij 14

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Welke uitspraak is fout?
A
Een zure oplossing smaakt zuur
B
Alle zure oplossingen geleiden de stroom
C
De pH van een zuur is groter dan 7
D
Zure oplossingen beïnvloeden de kleur van een zuur-base-indicator

Slide 7 - Quizvraag

Welke uitspraak is goed?

Zuren zijn:
A
Zouten
B
Moleculaire stoffen
C
Metalen

Slide 8 - Quizvraag

HCl is een sterk zuur
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

is een zwak zuur
HNO3
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

is een sterk zuur
H3PO4
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf de oplosvergelijking op voor het oplossen van het sterke zuur HBr in water

Slide 14 - Open vraag

Antwoord
-->   
HBr(l)
H+(aq)+Br(aq)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Geef de juiste notatie voor een oplossing van het zwakke zuur HCN in water

Slide 17 - Open vraag

Antwoord
HCN (aq)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Aan welke twee voorwaarden moet voldaan zijn wil een stof of oplossing de stroom kunnen geleiden?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Leg nauwkeurig uit waarom een oplossing van een sterk zuur veel beter de stroom kan geleiden dan een oplossing van een zwak zuur

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide